In Nederland zijn momenteel zo’n 15.000 verschillende managementboeken te koop. Miljoenen pagina’s boordevol stappenplannen, rollenspellen, tips en adviezen, allemaal bedoeld om werknemers beter te laten presteren. Maar ondanks deze indrukwekkende boekenberg lijken de problemen alleen maar toe te nemen: pesterijen op het werk kosten de samenleving jaarlijks 1,5 miljard euro, exorbitante bonusculturen wekken veel machteloze woede op en ongeveer 1 miljoen mensen (!) per jaar krijgen in ons land een burnout.
Kennelijk sluit de manier waarop wij werken niet bepaald aan bij onze menselijke natuur. De hoogste tijd dus om al die managementlectuur aan de kant te schuiven en eens terug te gaan naar de essentie. Want wat is er nou eigenlijk écht voor nodig om mensen optimaal te laten presteren?
1: Je moet elkaar kunnen vertrouwen
Sinds de geboorte van de eerste sociale insecten – zo’n 600 miljoen jaar geleden – heeft Moeder Natuur de nodige praktijkervaring opgebouwd met vruchtbare samenwerking en spatstrak teamwork. En nee, het is absoluut niet zo dat degenen met de grootste mond en de meeste spierballen het automatisch voor het zeggen hebben. Des te opmerkelijker dus dat Darwins survival of the fittest vooral binnen het bedrijfsleven zo vaak wordt aangevoerd als excuus voor bikkelharde competitie, agressie en ellebogenwerk.
Maar zo heeft Darwin het dus nooit bedoeld. Integendeel. The fittest zijn juist degenen die voor 100% zijn te vertrouwen, win-win strategieën bedenken en anderen aanmoedigen. Dieren doen namelijk ook zaken met elkaar. Ook zij kennen het spanningsveld tussen vraag en aanbod en ook zij kunnen zeer emotioneel reageren als het er op de werkvloer niet eerlijk aan toe gaat. Toch functioneren dierenteams over het algemeen opvallend beter dan mensenteams. Er is duidelijk sprake van meer ‘synergie’ (1 + 1 = 3), om maar eens een uitgewoonde managementterm te gebruiken. Dat is best irritant, want wij hebben toch grotere hersens? Wat weten dieren wat wij niet weten?
Net als mensen zien ook dieren zich voor de niet misselijke taak geplaatst om te overleven in een snel veranderende wereld vol gevaren en tekorten. En net als mensen doen ze dat in groepen met individuen die elkaar niet hebben uitgekozen. Juist daarom is het van cruciaal belang dat ze elkaar kunnen vertrouwen. Dat geldt voor dieren, maar ook voor mensen. De Engelse Wikipedia stelt terecht: ‘Vertrouwen wordt ook gezien als een economisch smeermiddel. Het werkt kostenverlagend, leidt tot nieuwe samenwerkingsverbanden en vergroot veelal de zakelijke activiteiten, werkgelegenheid en voorspoed.’
2: Je laat niet over je lopen
Biologe Sarah Brosnan heeft uitgebreid onderzocht of kapucijnerapen elkaar kunnen vertrouwen als er beloningen worden verdeeld. Ze zette twee apen in kooien naast elkaar en gaf ze gezamenlijke opdrachten, waarmee ze allebei een schijfje komkommer konden verdienen. Dat werkte uitstekend. Ook als maar één van de twee apen komkommer in het vooruitzicht werd gesteld, werkten beide apen samen. De ene aap vertrouwde erop dat de ander zijn komkommerschijf zou delen, wat ook gebeurde.
Pas toen er ongelijke beloningen werden uitgedeeld, brak er een algehele apenstaking uit. Als de ene aap voor hetzelfde werk een lekkere zoete druif kreeg en de ander nog steeds waterige komkommer, werd dat absoluut niet gepikt. Het komkommerschijfje werd nijdig de kooi uit gesmeten. Toen precies dezelfde proef werd gedaan met chimpansees, wilde zelfs ook de aap met de druif geen opdrachten meer uitvoeren zolang zijn collega een mindere beloning kreeg. Apen denken dus niet: ‘Ach… iets is altijd nog beter dan niets, dus laat ik die komkommer maar aannemen’. Niks daarvan, ze eisen gelijke behandeling!
Gedragsbiologen denken dat zulke emotionele reacties opzettelijk door de natuur zijn ingebouwd. Want op de korte termijn maakt het misschien weinig uit wat een ander wel of niet krijgt, maar op de lange termijn is het belangrijk dat je anderen niet zomaar van je laat profiteren. Het ontmoedigen van misbruik is –vanuit evolutionair oogpunt- nodig om te garanderen dat teamleden blijven samenwerken.
3: Je vervangt profiteurs
Zowel binnen dieren- als mensenteams wekken profiteurs (teamleden die meer nemen dan ze geven) veel irritatie op. In dierenteams worden dergelijke types steevast genegeerd en vervangen door meer proactieve groepsleden.
Zo jagen chimpansees vaak in groepsverband op colobusapen. Degene die de prooi uiteindelijk te pakken krijgt, deelt zijn vangst met de anderen die deelnamen aan de jacht. Dat is belangrijk, want groepsjacht zonder gezamenlijke beloning werkt niet: met apen die prooien voor zichzelf houden, wil niemand ooit meer jagen.
Als een vogel zoals de bonte vliegenvanger een gevaarlijk roofdier ziet, bijvoorbeeld een sperwer, dan waarschuwt hij met een harde alarmkreet alle anderen in de omgeving. Dat is enerzijds gevaarlijk, want daarmee vestigt hij meteen de aandacht van de sperwer op zichzelf. Maar als het goed is, komen alle bonte vliegenvangers uit de omgeving op zijn schreeuw af, waarna ze gezamenlijk de sperwer wegpesten (mobben).
Hoe meer vliegenvangers er meedoen met mobben, hoe sneller de sperwer zijn biezen pakt. Maar de vogels houden er wel een ‘voor wat hoort wat’-mentaliteit op na: ze reageren alleen op alarmkreten van soortgenoten die in het verleden ook voor hèn zijn opgekomen. Vliegenvangers die de noodkreten van anderen meestal negeren, kunnen roepen tot ze een ons wegen, maar niemand komt ze helpen om de sperwer weg te jagen!
4: Je moedigt aan en complimenteert
Je zult zelden een naakte molrat, mier of gnoe tegenkomen die woedend de handdoek in de ring gooit omdat hij zich door de anderen niet gewaardeerd of uitgebuit voelt. Kennelijk geven dieren elkaar dus regelmatig complimenten.
In zijn boek Gung Ho beschrijft zakelijk trainer Ken Blanchard heel mooi hoe ganzen elkaar voortdurend op positieve wijze aanmoedigen met oppeppend gegak. Volgens Blanchard feliciteren ze elkaar doorlopend met alles wat goed gaat, tot de kleinste dingetjes aan toe.
Maar uiteraard ook met grote dingen, zoals het gezamenlijk openhouden van een wak tijdens strenge vorst, zoals in de bitterkoude winter van 1986 in Friesland gebeurde. Werkelijk alle binnenwateren waren toen stijf bevroren, ook het IJsselmeer. Hierdoor kwamen niet alleen de ganzen, maar ook alle andere watervogels ernstig in de problemen. Een grote groep grauwe ganzen (dat zijn dieren die wij tegenwoordig met een nekkenbreekmachine te lijf gaan) heeft toen gezamenlijk een wak geslagen, door als één vogel op te stijgen en zich –eenmaal boven het bevroren water- massaal te laten neerstorten. Deze stormram-truc herhaalden ze net zo vaak tot het ijs brak. Vervolgens deden ze dit ritueel elke ochtend, zodat het wak openbleef. Daarbij lieten de ganzen non-stop een enthousiast gakken horen, dat vrij vertaald zoiets betekende als: ‘Kom op, jongens! Deze klus gaan wij klaren met z’n allen! We kúnnen het! Goed zo! Wat zijn we toch geweldig! En nóg een keertje!’
Voor het optimaal functioneren van teams is het heel belangrijk om elkaar op de juiste wijze aan te moedigen en te complimenteren. Het tegenovergestelde, bijvoorbeeld neerbuigende dreigtaal zoals ‘voor jou tien anderen!’ werkt óók, maar minder. De juiste aanmoediging en complimenten halen het beste uit zowel mensen als dieren. Valkeniers weten dat maar al te goed. Roofvogels zijn totaal ongevoelig voor commanderen of straffen. De enige manier om iets van deze vogels gedaan te krijgen, is door middel van vertrouwen en beloning. Precies hetzelfde geldt voor dolfijnen.
Helaas wordt het uitdelen van complimenten in ons Calivinistische landje al gauw gezien als slijmen of hielenlikkerij. Toch hunkert ieder mens naar erkenning en waardering voor zijn prestaties. In een loopbaanonderzoek van Intermediair vindt bijna 40% van de ondervraagden dat hun leidinggevende te weinig complimenten geeft. 25% van de managers vindt trouwens zelf ook dat ze daarin tekortschieten.
Complimenten werken motiverend en verhogen het werkplezier, de gezondheid en de prestaties van werknemers. En het is de allerbeste remedie tegen burnouts, die zelden ontstaan door te veel werk, maar vrijwel altijd door emotionele uitputting als gevolg van te weinig waardering.
5: Je doet alles voor optimale samenwerking
In de natuur draait alles om samenwerking, en ook mensen doen eigenlijk niets liever. Dat blijkt wel uit het succes van een mega-vrijwilligersproject als Wikipedia. ‘Miljoenen jaren geleden heeft het leven deze planeet veroverd met netwerken, niet door onderlinge strijd’, stelt natuurkundige Fritjof Capra.
Ook volgens managementgoeroe Stephen Covey is ware synergie overal in de natuur te vinden: ’Wanneer dieren met elkaar samenwerken, is de uitkomst altijd groter dan de som der delen.’ Met eigenschap nummer 6 (van succesvolle mensen) wijst Covey dan ook op effectieve relaties, die veel meer opleveren dan werken in je eentje. Volgens hem vinden we het moeilijk om vruchtbaar samen te werken omdat onafhankelijkheid en zelfredzaamheid zo hoog staan aangeschreven in onze individualistische maatschappij. Covey: ‘De meeste mensen is geleerd dat je anderen nooit kunt vertrouwen. Het bereiken van synergie vraagt echter om een totaal vertrouwen in elkaar en intensieve samenwerking, maar daar is het resultaat dan ook naar.’
Dat het in de dierenwereld ook zo werkt, stond al te lezen in The Descend of Man. In dit standaardwerk toont Darwin aan dat bij heel veel diersoorten de strijd tussen individuen om voedsel en water is teruggedrongen en verdwenen, om plaats te maken voor samenwerking. The fittest zijn niet de fysiek sterksten, en ook niet de slimsten, maar degenen die kracht en hersens zodanig kunnen combineren dat iedereen daar baat bij heeft, zowel de sterke als de zwakkere groepsleden. ‘Gemeenschappen met de meeste sympathieke groepsleden floreren in de vrije natuur het best en brengen ook de meeste jongen groot’, aldus Darwin.
In feite werken vrijwel alle diersoorten intensief samen en zijn solitair levende dieren verreweg in de minderheid. Kracht, snelheid, schutkleuren, slimheid en doorzettingsvermogen zijn absoluut nuttig, maar veruit de állersterkste troef in de strijd om het bestaan is sociaal gedrag. In feite zijn alle trekbewegingen van vogels en hoefdieren ontstaan om onderlinge competitie (om voedsel) zo veel mogelijk te voorkomen.
Vanuit de bosjes coacht Moeder Natuur op zachte fluistertoon: Niet vechten met elkaar, jongens! Want competitie is altijd nadelig voor een soort en er zijn genoeg leukere manieren om dingen voor elkaar te krijgen. Dus combineer! Bundel je krachten! Help elkaar verder! Dat is de beste manier om een veilig en prettig leven te hebben. De meeste dieren hebben deze les van de natuur goed in hun oortjes geknoopt. Wolvenroedels, groepen dolfijnen, en troepen leeuwen houden er ongelooflijke strategieën op na als het gaat om leiderschap, onderlinge verbondenheid, organisatie en uitvoering.
Het enige wat telt voor dierenteams, is de gezamenlijke missie. Ganzen laten dat heel treffend zien: zij leggen vliegend enorme afstanden af, waarbij ze om beurten de rol van leider op zich nemen, die voorop vliegt in de V. Ganzen kunnen 70% verder vliegen in een groep dan in hun eentje, omdat het vliegen in V-formatie de luchtweerstand per gans enorm vermindert. Een gans die achterop raakt, wordt onmiddellijk bijgestaan door twee soortgenoten. Zij moedigen hem aan om zijn plek in de formatie weer in te nemen of ze blijven bij hem tot hij sterft.
6: Je respecteert het individu
Een ander interessant verschil tussen dieren- en mensenteams is zelf-management. TNO en CBS stelden in 2010 vast dat 35% van de werknemers in Nederland zichzelf ‘onderbenut’ voelt: mensen vinden dat ze over meer kennis en vaardigheden beschikken dan nodig is voor hun werk. Werknemers willen de kans krijgen om zich volledig te ontplooien, en ze willen dat dat ook gezien, begrepen en gewaardeerd wordt. Helaas zijn veel leidinggevenden bang voor chaos bij het ontbreken van strakke taakomschrijvingen.
Toch komen daaruit vaak de mooiste dingen voort. Kijk maar naar de termieten. Als zij hun torens bouwen zie je ook alleen maar chaos: miljoenen individuutjes krioelen koortsachtig door elkaar, zonder projectleiders om het hele proces aan te sturen.
In dierenteams zijn alle groepsleden volledig autonoom. Het tegenovergestelde van mensenteams dus, waar orders en controle meestal van bovenaf komen. Ondernemingen met een top die vanuit een ivoren toren de visie van het bedrijf bepaalt, rigide strategieën uitzet en de kennis en capaciteit van medewerkers en klanten negeert, zijn niet opgewassen tegen veranderingen van buitenaf.
7: Je accepteert geen gepest op het werk
Een sluipend gevaar in menig mensenteam is pesten op het werk. Jaarlijks worden gemiddeld 250.000 werknemers in Nederland gepest. Dit kost de samenleving ongeveer 1,5 miljard euro per jaar. Géén winnende strategie dus. Pesten verziekt de werksfeer en zorgt voor een afname in de arbeidsproductiviteit. Bovendien gaan medewerkers die onbeschoft worden behandeld zich zelf ook onbehouwen gedragen naar klanten toe.
Kortom, in plaats van het ene managementboek na het andere te verslinden op zoek naar het verlossende inzicht, zouden we ons oor beter te luisteren kunnen leggen bij de natuur. Wie weet schoppen we het dan ooit nog eens zo ver als de Argentijnse mier (Linepithema humile). Nu horen mieren toch al tot de meest succesvolle teams ter wereld, want maar liefst 10% van alle levende massa op aarde is mier. Maar de Argentijse mier blijkt zelfs de allergrootste multinational ter wereld!
In 2000 ontdekten wetenschappers al een Argentijnse mierenkolonie die binnen Europa van Italië tot aan de Spaanse Atlantische kust reikt, maar in 2009 bleek dat deze Europese superkolonie slechts een onderdeel was van één megakolonie, die zich uitstrekt van Californië tot en met Japan! Deze megakolonie is de allergrootste samenwerkende eenheid ter wereld en bestaat uit vele miljarden individuen. Daarvan wordt er geen ééntje gepest en niemand krijgt ooit te horen: ‘Voor jou tien anderen!’
Image Geoff Gallice on Wikimedia Commons | https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Leafcutter_ants.jpg