Twintig jaar was Adolf Herbst toen hij werd dood verklaard. De jonge electromonteur van Siemens was vroeg in de ochtend van 24 oktober 1963 afgedaald in de schacht Mathilde van de ijzererts-mijn bij Lengede, op het platteland van Nedersaksen, om er een pomp te vernieuwen. Toen 's avonds het karwei erop zat en Herbst fantaseerde over de volgende dag – waarop hij zich wilde verloven met zijn geliefde Dagmar – sloeg het noodlot toe. ‘Ik hoorde geraas, de druk in m’n oren deed pijn en er kwamen kompels op me afrennen, die schreeuwden: ''Wegwezen!''`
Half miljoen
Water spoot door de mijnschachten. Een bassin, zo bleek later, met een half miljoen kubieke meter water, had het begeven. De inhoud zette Mathilde onder water. De mijnwerkers, op 60 tot 100 meter diepte, konden geen kant op.
Herbst (71), die voor het eerst ondergronds was en geen idee had van de plattegrond van de mijn, sprong op een erts-trein waarmee collega’s een goed heenkomen zochten, dieper in de mijn. ‘Maar we kwamen stil te staan door kortsluiting. Het water reikte al tot onze knieën en de batterijen van onze lampen, die we de hele dag hadden gebruikt, raakten leeg.'
Herbst pakte z'n sigaretten en deelde uit onder z'n lotgenoten, als een soort laatste ode aan het leven. 'We roken er nog een en dan verdrinken we, dacht ik.'
Alter Mann
Toen zag hij een mijnwerker verdwijnen in een nabijgelegen ruimte. En nog een. 'Naast ons bleek zich een afgegraven mijnschacht te bevinden.' Een 'Alter Mann' noemen Duitse mijnwerkers zo'n verlaten ruimte, waar het stutwerk is weggehaald en waar wegens instortingsgevaar normaal gesproken niemand mag komen.
Voor Adolf Herbst, die 'der Lange' werd genoemd, en twintig anderen werd deze Alter Mann een onvermoede schuilplek. Twee weken hielden ze het er uit. Elf van hen overleefden, enkel op water. Tien werden gedood door vallend puin. 'Elke nacht begon de mijn te beven,' vertelt Herbst. 'Dan kwamen stukken steen naar beneden en moest je maar hopen, in het pikkedonker, dat je niet werd geraakt. Als het voorbij was, riepen we de namen. Degene die niet meer antwoordde, was dood.'
Spectaculair
Intussen kwam bovengronds een spectaculaire reddingsoperatie op gang. De Duitse mijnramp was internationaal groot nieuws. Honderden verslaggevers uit de hele wereld reisden naar Nedersaksen. 'Lengede' werd een media-spektakel: de eerste ramp, die van minuut-tot-minuut was te volgen. Duitse zenders deden live verslag via radio en zwart-wit tv. De betrokkenheid was groot: voor de slachtoffers werd 1,2 miljoen Mark ingezameld.
Van wat zich boven de grond afspeelde hadden Herbst en diens kameraden geen idee. Zij waren bezig te overleven. 'Ik dronk als eerste van het water, waarin ook de lijken van onze collega's lagen,' vertelt Herbst. 'Toen ik niet ziek werd, volgde de rest.'
Elke nacht kwamen stukken steen naar beneden en moest je maar hopen dat je niet werd geraakt
Varkensvlees
Hoe het daar was in die grot, bij 7 graden celsius, met water tot op de enkels, donker, benauwd, de mannen hongerig en angstig en zonder uitzicht op redding? Herbst: 'Ik heb er twintig jaar niet over kunnen praten. Het was een verschrikking. Na enkele dagen begonnen we te hallucineren.' Lachend: 'Ik droomde van varkensvlees.'
Zodra hij hoorde van de ramp, spoedde voorman en leider van de bedrijfsbrandweer, Willi Kretschmann (81), zich naar de mijn. 'Het waren mijn mannen daar beneden,' zegt de rijzige Kretschmann aan de eettafel, thuis in Lengede.
In totaal waren 129 mijnwerkers 'unter Tage' (ondergronds) toen het bassin het begaf. Kretschmanns brandweerlieden wisten een aantal via luchtsluizen en met behulp van meterslange touwladders te redden. Anderen konden zichzelf in veiligheid brengen. Na meer dan een week werden nog drie mannen, die in een luchtbel hadden overleefd, gered.
Ramptoeristen
Vrouwen, kinderen, vaders, moeders, collega's, dorpsgenoten, ramptoeristen: duizenden mensen verzamelden zich dagelijks bij het mijncomplex. Niet eerder waren bij een mijnramp zoveel hulpverleners uitgerukt en werden zoveel machines en boormateriaal ingezet. Maar langzaam verdween de hoop. 'We vonden niemand meer en hadden het gevoel dat we al het mogelijke hadden gedaan,' vertelt Willi Kretschmann.
De leiding van de mijn besluit om de zoekactie stop te zetten. De achterblijvers worden opgegeven en voor 4 november wordt een rouwdienst afgekondigd. Aan de weduwes wordt ieder 500 Mark smartegeld betaald.
Niet eerder waren zoveel hulpverleners uitgerukt. Maar langzaam verdween de hoop
Absurd
Sommige kompels blijven echter aandringen: ''Boor ter hoogte van de Alter Mann, je weet maar nooit, misschien zitten ze daar''. Kretschmann: 'Het was een absurd voorstel. In die ruimtes bouwt zich 'matte Wetter' op, bedorven lucht, zonder zuurstof. Het was er koud en nat. Dat iemand in die omstandigheden zo lang overleeft, is hoogst onwaarschijnlijk.'
Wat Kretschmann en de andere helpers niet wisten: in de Alter Mann had inslaand puin een luchtleiding geraakt, waardoor zuurstof vrijkwam. Adolf Herbst: 'We hoorden de luchtbellen in het water borrelen en toen we vrijer konden ademen begrepen we wat er was gebeurt.'
Desperaat
De mijndirecteur vreesde de toorn van de kompels en de druk van de media. Hij gaf opdracht tot een laatste, desperate zoekpoging. Kretschmann: 'We verwachtten er niets van.'
De installaties werden weer opgebouwd, de boren gingen opnieuw de grond in. En toen gebeurde er een wonder. Op tweehonderd meter van de hoofdschacht, op een plek waar de reddingswerkers de Alter Mann slechts vermoedden – want op kaarten stond de ruimte niet aangegeven – verliep een van de boren. Hij kwam met veel geraas uit in de schuilplaats van de elf overlevenden. Adolf Herbst: 'Het water dat bij het boren werd gebruikt, plonste de Alter Mann in. Ik dacht dat ik een hartstilstand kreeg. Toen we op de tast gingen zoeken, stuitten we op de boor.'
Zakmes
Bernhard Wolter, die zich als leider van de groep had opgeworpen, had een zakmes. Met verkleumde en gezwollen vingers viel het nog niet mee om het mes snel uit z'n laars te peuteren. Net op tijd lukte het hem om met het mes op de boor te slaan en klopsignalen naar boven te sturen. 'Een moment later en de boor was alweer omhoog gehaald,' zegt Willi Kretschmann.
Toen kwam een pakje door het boorgat naar beneden: schrijfgerei om de namen van de overlevenden op te schrijven. En een brandende zaklamp. Op dat moment wist Adolf Herbst dat hem een 'tweede leven' was gegund. 'Het licht van die zaklamp symboliseerde de redding van boven.'
Wonder
Speciale, nog niet geteste technologie uit het buitenland moest eraan te pas komen om een opening te boren, waardoor de overlevenden – vier dagen nadat ze waren getraceerd – in veiligheid werden gebracht. Bondskanselier Ludwig Erhard was ter plekke om de mannen moed in te spreken. De spectaculaire reddingsoperatie ging de geschiedenis in als het 'Wonder van Lengede'.
In de kelder van het gemeentehuis van Lengede herinnert een kleine expositie aan de ramp. De energieke burgemeester Hans-Hermann Baas (65) is druk bezig met de voorbereidingen voor de 50e herdenking van de dramatische gebeurtenissen. Hoewel de meeste gebouwen van het mijnbouwcomplex zijn afgebroken, leeft in Lengede de mijnwerkerstraditie voort, zegt Baas. 'Door de mijnwerkersverenigingen en doordat van elke familie wel iemand in de mijnen heeft gewerkt.'
Kritiek
Van de elf overlevenden uit de Alter Mann is nog een enkeling in leven. De onderlinge verstandhouding leed, ondermeer doordat Bernhard Wolter, tegen de afspraken in, een boek schreef over de ramp. En dat Adolf Herbst zo vaak optreedt als woordvoerder, terwijl de electromonteur een buitenstaander is in de mijnwerkersgemeenschap van Lengede, zint ook niet iedereen.
Herbst zit niet met die kritiek. 'Ieder van ons heeft zijn eigen verhaal,' zegt hij in de serre van zijn huis in een dorpje bij Hannover. Herbst verhaal is ook dat van een grote liefde, voor de vrouw die naast hem zit en met wie hij al meer dan vijftig jaar samen is: Dagmar.
Ongeschonden
Dagmar Herbst is fysiek aangeslagen, na twee hersenbloedingen. Maar haar herinneringen aan die rampdagen zijn ongeschonden. 'Ik wist dat Adolf levend uit de mijn zou komen,' zegt ze. 'En hij voelde dat ik voor hem bad.'
Adolf Herbst glimlacht. 'Zo is het,' zegt hij. 'Zonder de gedachte aan Dagmar had ik het daar beneden nooit gered.'