Twee schommelstoelen, een slaapbankje, mijn gigantische tweedeurs koelkast met in de koelkastdeur een luik voor de prosecco en de witte wijn, twee hangmatten, mijn aardewerk uit vele delen van de wereld en mijn boeken boeken boeken boeken. Ik wilde het per se bij me hebben.
Thatiana, mijn airbnb-host in Rio, waar ik uiteindelijk niet twee weken, maar de volle vijf maanden bleef, vroeg het me verschillende keren: “Zijn die spullen zo belangrijk dat je daar zo veel moeite voor wilt doen?” “Ja”; wist ik steeds heel erg zeker. Totdat de 11.000 real (ongeveer 3600 euro) die ik aan het Braziliaanse verhuisbedrijf Gerson & Grey moest overmaken alleen de kosten van de afwikkeling in de haven in Rio bleken te zijn. De rekening voor het transport van de haven naar mijn appartement kwam daar nog eens bovenop. Bijna de helft van de havenkosten waren voor opslag die nodig was zo lang de havenautoriteiten hun bureaucratische rituele dans uitvoerden. Gebeden en gesmeekt heb ik de juffrouw van de afdeling import van Gerson and Grey dat ze toch alsjeblieft in acht wilde nemen dat ik niet de werknemer van een multinational ben, maar dat ik het hele circus zelf moest betalen. Onverschilligheid was mijn deel. De container uit Colombia heeft er vier weken gestaan.
In je eentje in container
Het leek allemaal zo mooi geregeld: Nederlandse vrienden in Colombia bevalen een verhuisbedrijf in Cartagena aan, dat het had geholpen om hun spullen uit Nederland het land in te krijgen. Een vriendelijke, doortastende vrouw, Edith Rodríguez, had hen geholpen. Ze hadden haar mobiele nummer nog. Ik belde haar en nam de bus vanuit mijn woonplaats Barranquilla voor een kennismkingsgesprek in het op twee uur rijden liggende Cartagena.
Rodríguez bleek inderdaad een vrouw die houdt van haar vak en die de indruk wist te wekken dat ze bijna wekelijks containers naar Brazilië stuurde. Ik geloofde haar op haar woord, ze was tenslotte aanbevolen. Dat is in Colombia een sleutelbegrip. De persoon is te vertrouwen.
Ze raadde me aan zo veel mogelijk mee te nemen, want ik moest toch in mijn eentje in een container. Bovendien waren de prijzen in Brazilië veel hoger dan in Colombia, verzekerde ze op basis van ervaringen van klanten. Dat laatste valt in veel gevallen nog wel mee. Colombia is ook niet goedkoop. Waarom moet je trouwens in je eentje in een container? Drugs. Colombiaanse containers zijn verdacht en als je ook nog verschillende klanten in één container gaat stoppen, wordt het wel heel ingewikkeld als er iets gevonden wordt. Maar gezien wat ik uiteindelijk voor het hele gedoetje heb betaald, was dat toch wel een goed advies. Ik hoef in ieder geval in Rio geen nieuwe koelkast, fornuis en wasmachine te kopen, om maar wat te noemen.
Naaldhakken
De dag dat ze mijn spullen kwamen halen verschenen zij en haar dochter die alle genummerde voorwerpen keurig op een lijst zette op torenhoge naaldhakken. Ik voelde mijn wenkbrauwen omhooggaan en vermaande mezelf om deze Europese stellingname. De verhuizers waren gelukkig stoere mannen die de dozen lachend op hun schouders gooiden en ze hadden stevige schoenen aan. Maar de dames hadden het verpakkingsmateriaal om het boeltje ter plekke over te pakken voordat het de vrachtwagen inging niet bij zich. Bogotá had weer eens te laat geleverd, was de achteloze verklaring. Ik moest er dan maar op vertrouwen dat alles in Cartagena netjes zou worden overgepakt en dat er niks zou zoek raken, zoals bij mijn eerste (lucht)vracht van Nederland naar Colombia gebeurde.
De verwachting was dat het geheel ergens eind juli, begin augustus aan zou komen, dus ik had tussen drie en vijf weken de tijd om huisvesting in Rio te vinden. Ik vloog op 3 juli van Colombia naar Rio en kreeg na een paar weken te horen dat het wat langer zou duren. Geen probleem en zelfs beter, want goede en vooral betaalbare woonruimte in Rio vinden is vrijwel onmogelijk. Met Thatiana had ik inmiddels een prijs per maand afgesproken. Ook betrok ik een grotere kamer in haar – geluk bij een ongeluk – prettige huis op een van de mooiste heuvels van Rio de Janeiro.
Betalen!
Tegen de tijd dat ik uitzicht had op een appartement, notabene op dezelfde heuvel, begon de vertraging van de verscheping uit Colombia vervelend te worden. Rodríguez nam sporadisch de moeite om mijn verontruste emails te beantwoorden. De schepen waren vol, de haven Rio was vol, het regende. Dat waren zo de verklaringen.
Bellen was een helse opgave vanwege de gebrekkige verbinding. De weken vlogen voorbij en ik maakt me zorgen over mijn boeken, mijn hangmatten, mijn mooie koelkast opgeslagen in ongetwijfeld precaire omstandigheden in een warm en vochtig klimaat.
Opeens, eind oktober, was het dan toch zover en kreeg Colombia haast. Ik moest betalen! De deal was dat ik tachtig procent bij het begin zou betalen – dat was gebeurd – en de overige twintig procent bij de aankomst van de spullen. Maar nu waren de regels veranderd. Ik moest nu betalen en anders zou in Rio de container niet aan de Brazilianen worden overhandigd. Dat zou kosten met zich meebrengen. Plotseling was ook het bedrag verhoogd.
Inmiddels begon het Braziliaanse verhuisbedrijf – Gerson and Grey dus- te piepen over de vrachtbrief, en die wilde Colombia niet overhandigen, omdat ik de 20 % niet had betaald. Ook was het plotseling voor mevrouw Rodríguez ingewikkeld om met Brazilië te communiceren vanwege de taal. Ze had het gewoon nog nooit gedaan, was wel duidelijk, en had me voorgelogen over de veelvuldige verschepingen naar Brazilië die ze had begeleid. Het was haar suggestie om Gerson and Grey in de arm te nemen. Maar ze bleek het bedrijf helemaal niet te kennen, ze had het kennelijk gewoon van het internet geplukt.
Eerst moesten we eruit komen hoeveel die 20% nu was. Alleen dankzij de onvermoeibare inzet van een vriendin in Colombia, die Rodríguez blééf bellen, losten we het op.
Later zag ik bij het kostenoverzicht van de haven in Rio, de 11.000 real, dat de vertraging door het gekissebis met Colombia me 700 euro heeft gekost, drie keer zo veel als het bedrag waar we onenigheid over hadden.
Iedere dag pinnen
De ellende met de Brazilianen begon toen ik te horen kreeg dat het drie tot vier weken zou duren voordat de autoriteiten mijn lading vrij zouden geven. Ik viel van mijn stoel. Vervolgens moest ik op een bankrekening de 11.000 real storten. Bijna de helft van dat bedrag was voor opslag in de haven. Ik kon niet betalen met mijn bankpas of met creditcard. Het hele bedrag moest ik pinnen en vervolgens in de bank op de rekening van het bedrijf dat de logistieke operatie in de haven regelde storten. Daar heb ik een week over gedaan. Iedere dag naar de bank, pinnen en op mijn beurt wachten. Gerson and Grey zette het vrijgeven van de lading pas in gang toen de volledige 11.000 binnen waren. Geen enkele goodwill dus om me tegemoet te komen en de procedure te starten op het moment dat een deel van het geld binnen was. Ze wisten dat ik het bedrag niet in één dag kon voldoen omdat ik het niet in één dag kon pinnen, maar waarschuwden niet dat het me extra geld zou kosten.
Toen de verhuizers mijn spullen kwamen brengen, overhandigden ze na zuchtend en steunend de zaken naar binnen te hebben gebracht een evaluatieformulier. Ik had enorme trammelant met ze gehad over de koelkast, die volgens hen niet de trap op kon, en die volgens mij de trap op móest. De deuren moesten eraf geschroefd om hem de bocht om te krijgen. Ik gaf de mannen dus maar een voldoende voor hun inzet om van het gezeik af te zijn. Maar de afdeling import gaf ik een 1, in een schaal van 10. En ik pende een groot NO bij de vragen of ik het bedrijf zou aanbevelen aan derden of dat ik het nog eens zou inschakelen.
Onverschilligheid
Gisteren belde de betreffende medewerkster: waarom ik zo’n slechte beoordeling had gegeven. “Ik ben door jullie schuld veel geld kwijtgeraakt”, antwoordde ik in mijn beste steenkolen-Portugees, met overslaande stem. Ik wist toch dat Brazilië duur was. Ja, dat wist ik. “Maar jullie hebben me niet geholpen in de haven, met druk uit te oefenen om het proces te versnellen. Wat ik jullie kwalijk neem is jullie onverschilligheid ten opzichte van de klant!” Daarna nam de medewerkster beleefd afscheid. Ja, dat is ook Brazilië, waar je doorgaans zoveel hartverwarmende mensen ontmoet. “They don't give a shit”, is Thatiana’s steevaste commentaar, als ik erover klaag.
Zo eindigt deze vreselijke odyssee, maar zit ik nu wel te tikken naast mijn zachtjes knorrende koelkast en zijn mijn hangmatten zonder gaten en rottende plekken in Rio beland. Er is bijna niets gebroken. Inpakken kan Edith Rodríguez gelukkig wel, al heeft ze de boeken soms wel erg verfrommeld om ze in de doos te krijgen. Servies is duidelijk haar sterkere kant.
De moraal van het verhaal: mijn vrienden baseerden hun aanbevelingen op de import van hun spullen, die van mij moesten het land uit, een veel ingewikkelder procedure, die buitengewoon chaotisch verliep, ook omdat de Colombianen er zichtbaar geen ervaring mee hadden. Zeker als je naar kampioen bureaucratie Brazilië wilt verhuizen, kun je waarschijnlijk beter aan het eind van het traject je oor te luister leggen over hoe je het moet aanpakken, en dan van het eind naar het begin organiseren. Dat is natuurlijk lastiger, want je contacten heb je in je beginpunt, maar er zijn manieren om dat op te lossen. Er zijn zelfs mensen die daar hun werk van hebben gemaakt: adviezen over visa, internationale verhuizingen en dergelijke. Dat kost geld, maar ongetwijfeld minder dan wat ik nu heb betaald.
Prettige feestdagen!