Zorgboeren maken zich grote zorgen over de toekomst. Niet alleen wordt er verder bezuinigd op dagbesteding-PGB’s, ook de financiering van verblijfszorg staat ter discussie en de jeugdzorg gaat op de schop. De gemeenten worden in 2014 verantwoordelijk voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) waar dagbesteding onder valt, maar krijgen nog maar driekwart van het vroegere PGB-budget. De jeugdzorg gaat waarschijnlijk in 2015 over naar gemeenten.
'Men kan wel even de stekker eruit trekken, maar dan komen de problemen elders terug'
Sommige zorgboeren bereiden zich al voor op een bestaan zonder zorgbegeleiders, anderen halen de banden met gemeenten en instellingen aan. Tegelijkertijd komen er ook nog nieuwe zorgboerderijen van de grond. Vooral in samenwerkingsverbanden met instellingen zien zorgboeren nog een toekomst.
Zo verleent landgoed ’t Hengelman in De Lutte (Overijssel) zorggroep Manna toestemming op het erf zorgappartementen te bouwen, en biedt Op Aarde in Brielle (Zuid-Holland) sinds een jaar samen met de Catharina Stichting dagbesteding aan dementerende ouderen. De eerste aanvragen zijn al ingediend bij Manna, het grootste deel van de week zit Op Aarde al vol. Ook jeugdzorgboerderij Wenums Veldzicht in Wenum Wiesel heeft over klandizie nog niet te klagen. Zorgboerin Suzanna Rutgers: “Wij zullen altijd nodig blijven. Men kan wel even de stekker eruit trekken, maar dan komen de problemen elders terug. En dan kost het veel meer geld.”
Pijlers weg
Bij Urtica De Vijfsprong in Vorden, een samenwerkingsverband van vier deelondernemingen en een zorginstelling, wordt er echter al wel nagedacht over een bestaan met minder begeleiding. De zorgtak van het bedrijf biedt dagbesteding aan tien mensen plus huisvesting en dagbesteding aan zo’n vijftig bewoners. De pijlers onder de zorgtak staan voor een deel op losse schroeven. Want zowel de langdurige verblijfszorg voor autisten, als de PGB’s, als de financiering vanuit GGNet waar De Vijfsprong mee samenwerkt, staat ter discussie. Ook is nog onbekend wat dagbesteding in de WMO gaat krijgen. Zeker is dat gemeenten het met veel minder geld moeten gaan doen, en dat ze een deel zelf nog nodig hebben voor de uitvoeringskosten. Taylor: “Dus kunnen wij de 6,5 fte die er aan zorgbegeleiding is, geen enkele garantie geven.”
De Federatie Landbouw en Zorg, waar 737 leden bij zijn aangesloten, is minder somber. Voorzitter Marijke Vos gelooft dat de zorglandbouw zich inmiddels zo heeft bewezen, dat ze niet meer weg te denken is. “Ook kunnen zorgboerderijen heel goed inspelen op nieuwe vragen naar re-integratie en participatie.”
Nieuwe regelingen waar de zorglandbouw gebruik van kan maken zijn bijvoorbeeld AWBZ en jeugdzorg bij gemeenten, de participatiewet die mensen met een bijstandsuitkering en gedeeltelijk arbeidsongeschikten weer aan het werk moet helpenen er komt een Wet Passend Onderwijs. Voor deze nieuwe regelingen ontwikkelt de Federatie Landbouw en Zorg samen met Wageningen UR nieuwe businessmodellen. Gerard Migchels van Wageningen UR: ““Zorg, welzijn, onderwijs en werk, het komt allemaal samen op de zorgboerderij.”
Ondertussen wordt zorgboeren nog steeds aangeraden samen te gaan werken met collega’s en andere zorg- en welzijnaanbieders. Michgels: “Heb scherp wat je toegevoegde waarde is als zorgboerderij voor andere zorg- en welzijnaanbieders.” Volgens hem kunnen alleen zorgondernemers die gaan samenwerken optimaal anticiperen op de wensen van gemeenten en aanspraak maken op vergoedingen via o.a. de Participatiewet en Wet Passend Onderwijs.”
Kortom, zorgboeren hoeven de hooivork er nog niet bij neer te gooien, maar zij die achterover leunen, krijgen het moeilijk. Door de onzekerheid over de budgetten en de beheerders ervan moet er naar verschillende kanten gelobbyd worden. En ook bij succesvolle lobby zullen er vormen van zorglandbouw verdwijnen, maar misschien komen er andere voor in de plaats. Het is aan zorgboeren ervoor te zorgen dat de nieuwe vormen van landbouwzorg aansluiten bij de nieuwe regelingen én instanties. De Federatie reist hiervoor het land af, maar ze kan het niet alleen.
Suzanna Rutgers, zorgboerderij Wenums Veldzicht: ‘Wij zullen altijd nodig blijven’
Zorgboerin Suzanna Rutgers van zorgboerderij Wenums Veldzicht in Wenum Wiesel gelooft dat ondersteuning van jongeren nooit zal ophouden. “Helaas zullen we altijd nodig blijven.”
Toch kan ze zich niet met een gerust hart op de zorg storten. “Bij ons bestaat 60 procent van de inkomsten uit PGB’s, de rest komt via Pactum jeugdzorg. Beide zijn onzeker. Wanneer de zorgtak omvalt en alleen het paardenpension overblijft, hebben we een probleem.”
Directeur Ed Taylor van Zorgboerderij De Vijfsprong in Vorden: ‘Wij bereiden ons voor op een bestaan zonder zorgbegeleiders’
“Wij kunnen de 6,5 fte die er aan zorgbegeleiding is, geen enkele garantie geven. De boeren zullen gaan werken met die cliënten die minder begeleiding nodig hebben. “Maar dan heb je het over hooguit vijftien mensen. Voor de andere 45 zal er echt begeleiding moeten blijven.”
Samenwerking biedt ook geen garanties. “We werken al heel veel samen, zijn zelf ook een AWBZ-erkende instelling. Gemeenten zoeken we op, maar onze cliënten komen uit wel vijf verschillende gemeenten.”
Voorzitter Federatie Landbouw en Zorg Marijke Vos: 'Er zijn volop kansen'
“We komen als zorglandbouw steeds meer in beeld, en we zien volop kansen in nieuwe regelingen. We hebben alleen tijd nodig het te organiseren, maar ik denk dat we er als sector dan sterker voorstaan dan voorheen.”
“Zo heeft de Federatie de afgelopen jaren o.a. gewerkt aan een kwaliteitssysteem. Dat had tot gevolg dat er eerst leden afvielen, van 791 (31 december 2011) naar 687 leden (31 december 2012). Maar inmiddels zitten we alweer op 737.”