Het is velen overkomen: het was de liefde die Annemarie Claus (Rotterdam, 1962) naar Brazilië deed verhuizen. Toen haar huwelijk na vier jaar strandde besloot ze te blijven. “Ik begon net mijn draai te vinden en ik wilde niet met hangende pootjes naar Nederland terug.” Inmiddels woont en werkt ze al weer bijna zeventien jaar in Salvador, waar ze via haar site SunSeaRent vakantiewoningen verhuurt. Laat Salvador nou net de stad zijn waar het Nederlands elftal op 13 juni zijn eerste WK-wedstrijd speelt, tegen Spanje.
Goed nieuws voor iemand die vakantiewoningen verhuurt, mogen we aannemen?
“Het gaat vooral een heel drukke tijd worden, want niet alleen de vraag, maar ook het aanbod neemt toe. Tijdens carnaval verhuren veel Braziliaanse families tijdelijk hun huis of hun appartement, en dat gaat tijdens het WK ook gebeuren. Ook zullen de appartementen zelf het aardig te verduren krijgen, want WK-supporters komen vaak in grote groepen en dat is natuurlijk een grote belasting voor de accommodatie.”
Die gereedschapskist in de achterbak zal dus nog wel van pas komen. Maar daar staat natuurlijk wel wat tegenover.
Annemarie lacht. “Ik ben heel redelijk met mijn prijzen, al zeg ik het zelf. Er zijn verhuurbedrijven die tijdens het WK het vijfdubbele rekenen; ik hou het op het driedubbele. Een tweekamerappartement gaat tijdens het WK per dag omgerekend zo’n honderdveertig euro kosten, maar voor langere huurperiodes liggen de prijzen iets lager.”
Het WK duurt natuurlijk maar een maand; niemand gaat in één klap rijk worden. Gaat het toernooi Salvador blijvend op de kaart zetten?
“Het moet gezegd, onze nieuwe burgemeester Antônio Carlos Magalhães Neto is flink aan het werk om ervoor te zorgen dat de stad zich van zijn beste kant laat zien. Maar toch blijft de infrastructuur problematisch. Ik vertel mijn gasten voorzichtig dat het WK-stadion vanuit Barra, de wijk waar de meeste supporters zullen verblijven, eventueel te lopen is. En dan zijn er nog de protesten die tijdens het WK verwacht worden. Hoe dat gaat uitpakken blijft een grote vraag.”
In Nederland studeerde je Bewegingswetenschappen en werkte je in de automatiseringssector; je makelaarsopleiding deed je in Brazilië. Hoe is het om in dit land zaken te doen?
“De bureaucratie in Brazilië is oeverloos, dat is algemeen bekend, maar aan de andere kant liggen er kansen. In Nederland zelf een bedrijf opzetten, dat doe je niet zo gauw, je zoekt eerder ergens een baan. Brazilianen doen dat wel, die pakken aan, soms veel dingen tegelijk.”
Hoe zie je de komende twee, drie jaar in Brazilië? Is het voor Nederlanders die overwegen er iets te beginnen nog de moeite waard om de sprong te wagen of hebben ze de boot gemist?
"Brazilië is zeker geen bananenrepubliek waar je zomaar wat begint."
“Ik zie nog wel wat ruimte voor groei. Er zijn nog mogelijkheden, maar het is niet zo makkelijk meer. Brazilië is een duur land geworden en het is zeker geen bananenrepubliek waar je zomaar wat begint. Niet alleen Nederlanders willen daar nog al eens makkelijk over denken, maar Brazilianen zelf ook. Dan zie je ergens een winkel open gaan en is hij een paar maanden later alweer dicht. Je moet hier gedegen werk leveren. Nederlanders kunnen dat, maar dan moeten we dat ook doen. Het succes komt niet aanwaaien.”
Buitenlanders die in Brazilië neerstrijken krijgen te maken met de nodige cultuurverschillen. Een veelgehoorde klacht van Nederlandse vrouwen in Brazilië is dat het moeilijk is om er, zoals in Nederland gewoon is, mannelijke vrienden op na te houden zonder dat er sprake is van een relatie.
“Dat is wel mogelijk” – Annemarie grinnikt – “maar dat zal ook met mijn leeftijd te maken hebben. In jongere leeftijdscategorieën wordt alles wat rondloopt gezien als potentieel lustobject. Maar inderdaad, toch zijn veel van mijn vrienden vrouwen, of homoseksuele mannen.”
Je woont nu bijna zeventien jaar in Salvador. Is Brazilië een land om oud in te worden?
“Dat is een moeilijke vraag, waar ik de laatste tijd zelf ook vaak over nadenk. Als je ouder wordt zorgt in Brazilië meestal je familie voor je, maar een ongetrouwde expat heeft niemand. Dus dat kan moeilijk worden, ook omdat de particuliere gezondheidszorg in Brazilië duur is en de openbare slecht. Maar in Nederland is oud worden ook niet makkelijk.”
Naast je toch al drukke baan werk je inmiddels al weer een jaar of drie als vrijwilliger voor de Nederlandse reclasseringsdienst; je bezoekt Nederlanders die in Salvador en omstreken in de gevangenis zitten. Wat bracht je daartoe?
“Ik wilde iets voor de samenleving terugdoen. Toen ik met dit werk begon waren er hier, in de deelstaat Bahia, drie Nederlandse gevangenen; die heb ik tot hun terugkeer begeleid. Dat was soms best moeilijk, vooral als de Braziliaanse bureaucratie niet meehielp. Nu is er nog maar één geval.”
Laten we hopen dat dat na het WK zo blijft.
“Laten we het hopen!”