Op de kop af twee jaar geleden moesten de inwoners van Salvador, waar het Nederlands elftal op 13 juni zijn eerste WK-wedstrijd speelt, zich even goed in de ogen wrijven. Op een zaterdagochtend in februari denderden er opeens legertrucks vol soldaten door de stad, automatische geweren in de aanslag. In de ogen van deze dienstplichtigen – jochies van nog geen twintig, in alle haast ingevlogen uit andere Braziliaanse steden – lag dezelfde verbaasde blik als in de ogen van de burgerbevolking.
Wat was er aan de hand? Een dag of vijf eerder was in Bahia, de deelstaat waarvan Salvador de hoofdstad is, een groot deel van de militaire politie in staking gegaan (de militaire politie is in Brazilië het korps dat verantwoordelijk is voor de ordehandhaving.) De agenten eisten dat de deelstaatregering een salarisverhoging die al lang geleden beloofd was nu eens daadwerkelijk uitbetaalde. Toen de staking na een paar dagen echter niet het gewenste resultaat opleverde, volstonden een paar strategische telefoontjes naar de onderwereld. Het duurde niet lang of er werden winkels geplunderd; van de ene dag op de andere verdubbelde het aantal liquidaties in het drugscircuit.
De rechter verbood de staking, maar in plaats van aan het werk te gaan bezetten de stakende agenten het gebouw van de deelstaatregering van Bahia, in Salvador. Tegelijkertijd kwam het openbare leven in de stad waar Oranje over vier maanden zijn eerste WK-wedstrijd speelt volledig tot stilstand. Winkels en restaurants sloten hun deuren, evenals de scholen; sportwedstrijden en culturele evenementen werden geannuleerd. De inwoners van Salvador en andere steden in Bahia verscholen zich in hun huizen en luisterden angstvallig naar hysterische verslaggevers. De federale regering in Brasília had geen keus: het leger moest de orde herstellen.
De staking van de militaire politie vond plaats aan de vooravond van carnaval. Dat was beslist geen toeval. De stakers hoopten dat dat feest – het belangrijkste evenement op de toeristische kalender van Bahia – afgelast zou worden. Dat gebeurde echter niet. Na twaalf dagen – waarin er in Salvador alleen al honderdzestig moorden werden gepleegd – werden de stakingsleiders gearresteerd. De rust keerde weer – maar legertrucks vol zwaarbewapende soldaten bleven nog maanden een alledaags gezicht.