Zestien jaar stond Colombia aan de kant met het Wereldkampioen voetbal. De ene na de andere nationale trainer moest het veld ruimen wegens slechte resultaten van het team. De voorlaatste, Hernán Darío Gómez, leek dan toch de zaak op orde te gaan krijgen toen er opeens pijnlijk nieuws naar buiten kwam: hij had zijn minnares geslagen bij een ruzie in een bar in de hoofdstad Bogotá. Het land was te klein. IJveraars voor vrouwenrechten schreeuwden natuurlijk moord en brand.
Nog even hoopte ik zelf dat Guus Hiddink de nieuwe trainer zou worden
Een bekende Colombiaan die het voorbeeld moet geven en die zoiets onvergeeflijks doet. Dat moest consequenties hebben. Maar het voetbalminnende deel, een heel groot deel van dit Zuid-Amerikaanse land, vreesde met grote vreze voor de toekomst van het toch al door zo veel tegenslag geplaagde nationale team.
Een buitenlander
De vrouwenrechten wonnen. Gómez moest weg. Vervolgens bemoeide president Juan Manuel Santos zich persoonlijk met de zaak. Er moest een buitenlander gevonden worden om dat weerbarstige Colombiaanse voetbalelftal eens even goed te drillen. Hij zei het natuurlijk anders, maar daar kwam het wél op neer. Er zitten prima voetballers in, daar niet van.
Naast Falcao onder andere James Rodríguez, net als Falcao speler van AS Monaco, Jackson Martínez, die speelt in het Portugese FC Porto, en Teófilo Gutiérrez, die voor het Argentijnse River Plate speelt. Maar niemand kreeg het gezelschap van mannetjes met een grote profileringsdrang gesmeed tot een team. Zoals dat wel vaker gaat in Colombia, of het nu over oorlog gaat, over hoe je bloemen moet telen of over hoe je aan watermanagement moet doen, van een buitenlander neemt men meer aan. Wijze raad dus van de president.
Nog even hoopte ik zelf dat Guus Hiddink de nieuwe trainer zou worden en dat er een soort Korea-effect zou optreden.
Maar de keuze viel op de Argentijn José Pekerman, waar geen woord te veel uitkomt. Een apart verschijnsel tussen die in welsprekendheid uitblinkende Colombianen die vijftig woorden gebruiken waar anderen niet verder komen dan vijftien. Pekerman trad in januari 2012 aan en loodste het Colombiaanse elftal door de kwalificatiewedstrijden van het Wereldkampioenschap in Brazilië. Niet zonder kritiek, maar hij kreeg voor elkaar wat zijn Colombiaanse voorgangers in zestien jaar niet was gelukt. Colombia staat nu zelfs op de vierde plaats in de FIFA-ranglijst, toch mooi vijf plaatsen voor Nederland. Het laat alleen Spanje, Duitsland en Argentinië voorgaan.
Zes maanden revalidatie
En dan gebeurt het vreselijke op 22 januari. In een bekerwedstrijd van zijn club AS Monaco tegen de vierde-divisieclub Chasselay raakt hij in de eerste helft, na een doelpunt te hebben gemaakt, geblesseerd aan zijn knie. Hij moet van het veld gedragen worden. Het is meteen duidelijk dat hij lange tijd aan de kant zal moeten zitten.
Door de sportpers geconsulteerde artsen voorspellen weinig goeds. Voor de blessure staat een revalidatietijd van zes maanden. Dan is het WK in Brazilië alweer voorbij. De speler van Chasselay die de blessure van Falcao had veroorzaakt kreeg prompt mail uit Colombia met beledigingen en bedreigingen van verhitte fans. Natuurlijk ging de vedette snel onder het mes en nu is het afwachten of het herstel niet toch een beetje kan worden versneld. Falcao zelf is vol goede moed en heeft zoals een goed Colombiaan betaamt zijn lot in handen van God gelegd. Het land bidt en maakt grappen over de ziektekostenverzekering, die mensen zo lang laat wachten op behandeling. “Als we allemaal toch eens zo snel aan de beurt waren als Falcao.”