Geloof het of niet, maar bovenstaande foto nam ik midden in een stad: vanaf een brug over de Rio Acre, die Rio Branco, de hoofdstad van de deelstaat Acre, doorkruist. Maar een beeld als dit kan je overal in het noorden van Brazilië tegenkomen.
In het Amazonegebied draait alles om de rivier. Of, liever gezegd, om een veelvoud aan rivieren. De grijsbruine Rio Acre begint in Peru en vloeit even ten noorden van de stad Rio Branco samen met de Purus, die op haar beurt weer uitmondt in de Rio Solimões, die nadat zij bij de stad Manaus samenvloeit met het donkere water van de Rio Negro, uiteindelijk Amazone gaat heten.
De oorspronkelijke inheemse bevolking buiten beschouwing gelaten trokken de voorouders van bijna iedereen die in Acre woont via deze rivieren stroomopwaarts naar hun nieuwe thuis. Gelokt door de rubberindustrie, die in het begin van de twintigste eeuw volop bloeide, maakten tienduizenden Brazilianen uit de verarmde noordoostelijke deelstaten Ceará en Maranhão de lange tocht naar Acre: over zee naar Belém, aan de monding van de Amazone, en dan verder per rivierschuit.
Vandaag de dag verbinden geasfalteerde wegen de stad Rio Branco met Peru en Bolivia. Een derde weg leidt oostwaarts naar Porto Velho in de deelstaat Rondônia, waarvandaan je kunt doorrijden naar São Paulo. Wie haast heeft neemt het vliegtuig. Maar de rivier is nog altijd een belangrijke transportader.
Veel kleine plaatsen en inheemse nederzettingen zijn alleen per boot bereikbaar. Snel gaat dat meestal niet: sommige plaatsen in Acre liggen op twee dagen kanovaren van Rio Branco. Daarnaast blijven rivieren grillige wezens. Tijdens het droge seizoen zakt het waterpeil soms zodanig dat plaatsen een maand of twee van de buitenwereld afgesloten raken. Als een rivier overstroomt kan hetzelfde gebeuren. Zo raakte deze maand zelfs heel Acre van de rest van Brazilië afgesneden: toen een andere rivier, de Rio Madeira, buiten haar oevers trad kwam de enige asfaltweg die de deelstaat met de rest van het land verbindt onder water te staan.