Mijn allereerste kennismaking met het werk van Gabriel García Márquez was in een huiskamer in het Zuid-Limburgse Voerendaal waar ik ben opgegroeid. Het was in de periode van mijn eindexamen, 1980. Ik was bij een vriendin, wier oudste broer, die al in Utrecht studeerde – stoer! – Honderd Jaar Eenzaamheid las. Het lag op de lage tafel bij het bankstel, nog steeds onmisbaar onderdeel van de gemiddelde Nederlandse huiskamer.
De werkelijkheid van Colombia op een magisch realistische wijze verteld
Honderd jaar eenzaamheid, de titel intrigeerde me. Ik knoopte hem in mijn oren en het was een van de eerste titels die later mijn bescheiden boekenkistje op een Utrechtse – jawel, ook! – studentenkamer sierde.
Het was het eerste en bepaald niet het laatste dat ik van de gelauwerde en nu na zijn overlijden intens betreurde Colombiaanse schrijver las.
Varkensstaart
Meerdere keren heb ik het boek herlezen en ik ontdekte er steeds nieuwe dingen in, ook omdat ik inmiddels het land waar het zich allemaal afspeelt, Colombia, zo goed kende en dus zo veel herkende.
Ik moest lachen om mijn eigen naïviteit in de jaren tachtig, in het begin toen ik nog niet eens twintig was en ik gebiologeerd was door al die excentrieke personages. Er kwamen zelfs zigeuners in voor: zigeuners in Latijns Amerika! Een enorm geschapen José Arcadio Buendía die alle hoeren in het dorp in vervoering bracht, het meisje Rebeca dat aarde at, de pas getrouwde Úrsula die niet met haar man naar bed wilde omdat er voorspeld was dat haar familie nageslacht met een varkensstaart zou produceren, de gele vlinders die overal nog opduiken als symbool voor Gabo’s werk en de immer geplaagde kolonel Aureliano Buendía, die god weet hoeveel oorlogen voerde en die eindigde voor het vuurpeleton waar de onsterfelijke eerste zin van Honderd Jaar Eenzaamheid mee begint.
Niet verzonnen
Ik heb me laten betoveren door al die prachtige personages en door García Márquez’ fenomenale vertelkunst en daardoor ook de donkere kant van zijn meesterwerk in eerste instantie veronachtzaamd. Alle oorlogen, de staking van de arbeiders van de United Fruit Company en de volle wagons met hun lijken naderhand. De werkelijkheid van Colombia op een magisch realistische wijze verteld.
Meerdere keren ben ik in García Márquez’ geboorteplaats Aracataca geweest, op dik een uur rijden naar het zuiden vanuit de bekende Caribische badplaats Santa Marta. Een heet, stoffig dorp met mooie amandelbomen en fietstaxi's. Waar velen de Nobelprijswinnaar van de literatuur, die al jaren in Mexico woonde, verweten dat hij Aracataca vergeten was. Het zijn de politici die voor de dorpsgenoten van Gabo moeten zorgen maar de mensen weten al een paar honderd jaar dat ze daar helemaal niets van hoeven te verwachten. De politicus steekt het geld dat voor de riolering was bedoeld in eigen zak en zo komt het dat nu in 2014 het dorp nog steeds geen goede drinkwatervoorziening heeft.
“Gabo heeft Honderd Jaar Eenzaamheid niet verzonnen”, vertellen de mensen in Aracataca. Het is allemaal echt gebeurd. Alles wat in het dorp gebeurde of in de lome tropennacht in de hangmat werd verteld is in het boek terecht gekomen.
Bepalend voor beslissing
Met zijn prachtige beelden heeft de Colombiaanse meester ons een beetje buiten zinnen gebracht en ons de illusie gegeven dat zijn land dat was: betoverend mooi.
Ik werd gisteren, toen op Twitter de eerste berichten over zijn dood verschenen, getroffen door de Amerikaan Adam Isacson van de Amerikaanse denktank WOLA (Washington Office on Latin America). Hij zei dat hij als teenager Honderd Jaar Eenzaamheid had gelezen en dat dat bepalend was geweest voor zijn beslissing om in Latijns Amerika te gaan werken. Same here!
Maar, om voor mezelf te spreken, het was dat zinsbegoochelende dat mij ving en niet de rauwe werkelijkheid die García Márquez met zoveel verbeeldingskracht wist op te schrijven.
Mexico
Je mag het wel een klein drama noemen voor Colombia dat zijn grootste en bekendste schrijver, zijn enige Nobelprijswinnaar voor de literatuur, bij zijn overlijden in Mexico woonde, al jaren. En dat is niet voor niks. García Márquez was vanwege zijn linkse ideeën voor de gevestigde orde een potentiële guerrillero en daarom een verdacht persoon. Dat was voor hem een gevaar. Nog steeds worden mensenrechtenactivisten en vakbondsleiders, allemaal geassocieerd met links, in Colombia vermoord. De tijden van het drama van de arbeiders van de United Fruit Company zijn nooit voorbij gegaan.
En daarom mogen we nooit vergeten dat García Márquez’ magisch realisme niet alleen magisch is, maar ook realistisch.
Ik heb het zelf ervaren in de bijna elf jaar dat ik in Colombia heb gewoond, een prachtig, kwaadaardig land. Ik haat het en heb het lief. Nu in Brazilië ploeter ik op een idee om over dat prachtige en kwaadaardige land mijn eigen boek te schrijven. Nu deze meester die er medeschuldig aan is dat ik op een dag in oktober 2002 met twee koffers op het vliegveld van Bogotá aankwam om er te gaan wonen is overleden, voel ik me extra gemotiveerd om mijn faalangst te overwinnen.
Rust zacht, Gabo.
Naschrift
Ik heb sinds de publicatie van dit artikel gisteren gemerkt dat mensen denken dat de opdracht in mijn Spaanse versie van Gabriel García Márquez' Honderd Jaar Eenzaamheid zelf komt. Dat misverstand wil ik uit de weg helpen. Het is van Fernando Suaza uit Medellín, die mij het boek schonk toen ik bij mijn eerste bezoek ooit aan Latijns Amerika eind 1988 op bezoek was in zijn geboortestad Medellín, in Colombia.