Vitamines slikken als ‘antioxidanten’ tegen kanker heeft geen enkele zin. Dat schrijven Amerikaanse onderzoekers in ‘The New England Journal of Medicine’. Die gehoopte beschermende werking van antioxidanten kon in geen enkel onderzoek worden vastgesteld. In tegendeel, de onderzoekers concluderen dat antioxidanten zèlf kanker kunnen veroorzaken.
In de complexe chemisch fabriek die ons lichaam is gaat regelmatig iets mis. Er kan bijvoorbeeld een reactie tussen twee stoffen uit de hand lopen. Vaak corrigeert het lichaam dat zelf, maar soms lukt dit niet en dan moet er worden ingegrepen. Door de dokter en de apotheker. En soms door de chirurg.
Maar die dokter weet ook niet alles en dan gaat de patiënt zelf dokteren
Maar die dokter weet ook niet alles en dan gaat de patiënt zelf dokteren. De commercie helpt hem er graag bij en verdient daar goed aan. In het ‘alternatieve circuit’ gaan vele miljoenen om. Hele volksstammen slikken dagelijks vitamines, omega-3 vetzuren, sporenelementen, enzovoort. Ze hopen daarmee de chemische processen in hun lichaam zo gunstig te beïnvloeden dat ze geen kanker krijgen.
Cellen kunnen ongecontroleerd gaan groeien
Die processen spelen zich af in de cellen van het lichaam. Een cel is volgens een gangbare definitie ‘het kleinste deel van een organisme dat nog alle genetische informatie van dat organisme bevat’. Het is, zeg maar, de bouwsteen van alle op aarde levende organismen. Als er iets mis gaat kan zo’n cel ongecontroleerd gaan groeien waardoor er mogelijk kanker ontstaat. Daarbij spelen, onder andere, ‘oxidanten’ en ‘antioxidanten’ een rol.
Tijdens de stofwisseling in de cel worden via oxidatie voedingsstoffen verbrand
Oxidatie is een reactie met zuurstof (oxygenium). Tijdens de stofwisseling in de cel worden via oxidatie voedingsstoffen verbrand. Daarbij komt energie vrij zodat de cel zijn taken kan blijven verrichten. Bij die oxidatie kunnen er echter moleculen ontstaan met een zogenoemd ‘ongepaard elektron’, die zuurstofradicalen worden genoemd. Gewoonlijk hebben moleculen alleen elektronen die in paren voorkomen.
Moleculen met een dergelijk ongepaard elektron willen weer snel overgaan naar een ‘gepaarde’ structuur. Losse elektronen komen echter niet voor en dus moet er, om weer een paar te kunnen vormen, een elektron worden weggehaald bij een ander molecuul. Dat raakt daardoor beschadigd en zo ontstaan er opnieuw radicalen. Het molecuul dat een elektron weghaalt bij een ander heet een oxidant.
Radikalen hebben ook heel nuttige functies
Maar ook die ander gaat, om zijn schade te repareren, op zoek naar een vervangend elektron. Enzovoort, enzovoort. Zo kan er een kettingreactie ontstaan, met een steeds grotere hoeveelheid beschadigde moleculen als gevolg. Hoe groot de schade voor het organisme als geheel is, met andere woorden: of er gezondheidsproblemen ontstaan, hangt af van de vraag wáár die radikalen deze elektronen weghalen, en hoeveel.
Ook bij verwondingen zet ons immuunsysteem extra radicalen in die beschadigd weefsel ‘opruimen’
Ze hebben overigens ook heel nuttige functies. Indringers – virussen, bacteriën, schimmels en allerhande giftige stoffen – worden onder aansturing van het immuunsysteem opgeruimd doordat radicalen ook bij die indringers elektronen wegnemen. En ook als ze kankercellen beschadigen, door daar elektronen van te ‘stelen’, zijn radicalen natuurlijk uiterst nuttig. Het lichaam kan ze zo nodig in grote hoeveelheden zelf aanmaken. Ook bij verwondingen zet ons immuunsysteem extra radicalen in die beschadigd weefsel ‘opruimen’ en binnengedrongen bacteriën uitschakelen.
Antioxidanten laten kankercellen met rust
Het lukraak bestrijden van deze radicalen, door antioxidanten een elektron af te laten staan, is daarom niet zo slim. Maar de conclusies van de Amerikanen gaan verder. Op basis van wat zij noemen ‘voortschrijdend inzicht in de werking van het celsysteem’ stellen zij dat het slikken van antioxiderende supplementen meer kwaad doet dan goed – en zeker het ontstaan van kanker niet remt.
Integendeel, antioxidanten blijken juist de grote hoeveelheden oxidanten in stand te houden die een ongestoorde groei van de kankercellen mogelijk maken. Therapieën die juist de hoeveelheid oxidanten in cellen vergroten kunnen dus gunstig zijn, terwijl de inname van antioxidanten de groei van kankercellen een handje helpt. Interessant is hierbij dat ook bestralingen kankercellen doden door de hoeveelheid oxidanten enorm te vergroten. Hetzelfde geldt voor chemotherapie waarbij eveneens tumorcellen door oxidatie worden gedood.