Komende zondag vindt in het Olympisch Stadion Picnic@theOlympic plaats als onderdeel van het Grachtenfestival Amsterdam. Terwijl er klassieke muziek wordt gespeeld, zitten de toeschouwers op het veld – indien gewenst met een picknickpakket. Vanwege de locatie zijn er veel verwijzingen naar de geschiedenis van het stadion en klassieke muziek.
De samenstellers van Picnic@theOlympic laten zich leiden door een legendarische culturele gebeurtenis, die op 2 juni 1934 plaatsvond in het Olympisch Stadion. Onder leiding van Willem Mengelberg speelden het Concertgebouworkest en het Residentie Orkest die dag voor 24.000 toeschouwers om geld op te halen voor de culturele wereld, die was getroffen door bezuinigingen. Het werd een groot succes, waarna de Nederlandse Vereeniging Concertgebouw-Vrienden werd opgericht, die tachtig jaar later nog steeds bestaat. Het begin van deze culturele vriendenclub ligt dus in het Olympisch Stadion!
Wilhelmus uit blik
Mengelberg opende tachtig jaar geleden met het Wilhelmus, zoals we dat gewend zijn bij internationale sportwedstrijden met Nederlandse deelname. Bij Picnic@theOlympic wordt het volkslied zelfs vier keer gespeeld, omdat de muzikanten niet tevreden zijn over de uitvoeringen van tegenwoordig: ‘De vertolking van ons eigen Wilhelmus is verworden tot een platte weergave uit luidsprekers. Slechts in uitzonderlijke gevallen wordt er nog een harmonisch afgekamde versie door een magere kapel tot klinken gebracht.’ Volkslied uit blik klinkt niet en daarom mogen professionele muzikanten het zelf weer eens spelen.
Topcomponisten en arrangeurs zijn uitgenodigd om eigen uitvoeringen te maken, waarbij de versie van Mengelberg uit 1934 eveneens op het programma staat. Het publiek bepaalt vervolgens welk Wilhelmus het beste is. Het zou dan wel goed zijn als er een stevige en emotionele discussie ontstaat, want dat was ook het geval in 1934. Socialisten en anti-socialisten stonden toen lijnrecht tegenover elkaar.
Nationaal debat over nationaal lied
In aanloop naar de inhuldiging van koning Willem-Alexander vorig jaar liepen de emoties hoog op toen het Koningslied van John Ewbank werd gepresenteerd. Het debat van tachtig jaar geleden rond het Wilhelmus van Mengelberg doet hier enigszins aan denken. Meteen nadat de dirigent had aangekondigd dat hij in het Olympisch Stadion het volkslied wilde spelen was er verzet, omdat niet alle Nederlanders zich hierdoor aangesproken voelden.
Integendeel: waar een golf van nationale eenheid werd verwacht, ontstonden gemene discussies. Die werden aangezwengeld door socialistische zangvereniging De Stem des Volks, die voor 2 juni 1934 op de lijst stond voor een optreden in het Olympisch Stadion. Het schrok echter terug door het voornemen van Mengelberg: ‘Ons koor heeft onoverkomelijke bezwaren tegen het medezingen van het Wilhelmus.' Dit lied werd volgens de zangers niet gebruikt om de nationale eenheid te bevorderen, maar door hun politieke tegenstanders juist tégen de socialisten gebruikt. ‘Wij geven uw comité derhalve in overweging het programma vrij te houden van elke tendens en zoodoende de gevoelens te ontzien van medewerkenden zoowel als publiek. Dit zou o. i. ook niet onbelangrijk het bezoek ten goede komen in onze stad met haar zoo sterke socialistische bevolking.’
Het Wilhelmus van 1898
Zo was het nationale volkslied een discussiepunt geworden. Iedereen die Mengelberg een beetje kende, wist echter dat hij dit gewoon zou spelen – niet alleen omdat prinses Juliana het concert zou bijwonen. De persoonlijke band van Mengelberg met het Wilhelmus gaat namelijk terug tot de inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898. Speciaal voor deze gelegenheid had de jonge Mengelberg, pas 27 jaar oud, een versie vervaardigd, die onder zijn leiding werd gespeeld in De Nieuwe Kerk.
Louis Grijp van het Meertens Instituut schreef hierover in 2001: ‘Per koninklijke trein hadden ze Amsterdam bereikt, waar de inhuldigingsplechtigheid zou plaatshebben, en in een glazen koets waren ze naar de Dam gereden. Daar werden de achttienjarige Wilhelmina en koningin-moeder Emma – het was 11 uur in de ochtend – door de militaire muziek begroet met een 'vrolijk schallend' Wilhelmus. In de Nieuwe Kerk namen dochter en moeder plaats op de troon, wederom onder de klanken van het Wilhelmus. Willem Mengelberg leidde een elitekoor waarin beroemde vocalisten zongen als de sopraan Aaltje Noordewier-Reddingius, de alt Pauline de Haan-Manifarges, de tenoren Johan Rogmans en Jacques Urlus en de bassen Johan Messchaert en Jos. Orelio. Zij werden begeleid door blazers en pauken van het Concertgebouworkest.’
Goh, denken we dan, een volkslied bij een nationale gebeurtenis als de inhuldiging van een koningin. Is dat onze aandacht allemaal waard? Toch was dit heel bijzonder, omdat het Wilhelmus in 1898 nog niet officieel was vastgelegd als volkslied! Dat gebeurde in 1932, pas twee jaar voordat Mengelberg het zou spelen in het Olympisch Stadion. Ook in de tussenliggende jaren had hij het lied enkele keren gespeeld voor leden van het Koningshuis, zoals met het 25-jarige regeringsjubileum van Wilhelmina in het Oude Stadion, de voorganger van het Olympisch Stadion. En in 1929 bezochten Wilhelmina en koningin-regentes Emma het Concertgebouw, waar Mengelberg zijn versie uit 1898 wederom speelde. ‘De vorstelijke personen en alle andere kerkbezoekers hoorden deze indrukwekkende uitvoering staande aan.’
Het verwijt van De Stem des Volks was daarmee een kansloze affaire. Mengelberg handhaafde zijn speellijst, waarna het socialistische koor definitief bedankte. Zo was het Wilhelmus op 2 juni 1934 in het Olympisch Stadion te horen. ‘Prof. dr. Willem Mengelberg betreedt den katheder,’ beschreef de Leeuwarder Courant in een verslag, ‘het stokje geeft enkele venijnige tikjes, dan gaan de handen van den dirigent omhoog en worden de eerste maten van diens praeludium op het Wilhelmus ingezet. Het Stadion rijst overeind en iedereen hoort aandachtig het zingen van het nationale volkslied aan. De klanken zwellen aan en komen over de groene grasmat tot ons. ledereen luistert eerbiedig, totdat het Wilhelmus ten einde is en een donderend applaus op de tribune losbreekt.’
Moderne hulpmiddelen
In de zomer van 1939 ontvingen prinses Juliana en prins Bernhard het eerste exemplaar van een grammofoonplaat met een opname van het Wilhelmus, gespeeld door het Concertgebouworkest onder leiding van Mengelberg. ‘Een der overwegingen, welke hiertoe hebben geleid,’ schreef Het Vaderland, ‘vond haar oorsprong in het feit, dat bij internationale manifestaties, zoowel hier te lande als in het buitenland, de uitvoering van ons volkslied dikwijls te wenschen overliet. Met de moderne hulpmiddelen van grammofoon en radio zal het thans mogelijk zijn tot in de meest afgelegen streken, waar Nederlanders tezamen zijn, het Nederlandsche volkslied in al zijn schoonheid te doen weerklinken.’
De geschiedenis is cyclisch, weten we daarmee. Waar precies 75 jaar een concertregistratie van het Wilhelmus van Mengelberg werd ingeblikt op plaat, spelen muzikanten dit in 2014 liever weer zelf. Het Wilhelmus kan altijd beter.