De twee voormalige vrienden van Theo van Gogh beantwoordden gisteravond in filmmuseum Eye in Amsterdam vragen naar aanleiding van de voorstelling van hun speelfilm ‘2/11-Het spel van de wolf’. Ook regisseur Thomas Korthals Altes en een deel van de cast waren daarbij aanwezig.
Holman en Van de Westelaken lichtten een tipje van de sluier op over de research voor hun film. Holman had hiervoor in de gevangenis gesproken met leden van de terroristische Hofstadgroep, die hem naar aanleiding van een radio-uitzending zelf benaderd hadden en gelieerd worden aan de dader van de moord op Van Gogh, Mohammed B. De leden van de groep vertelden aan Holman dat zij in het tijdperk van de moord op Van Gogh allemaal benaderd waren door de AIVD om informatie.
‘Dat gaat dan heel simpel', vertelde Holman. ‘Als ze bijvoorbeeld een veroordeling voor diefstal bij de Albert Heijn op hun naam hebben staan, krijgen ze die kwijtgescholden, als ze bereid zijn te zeggen wie binnen hun vriendengroep fanatiek aan het worden is, of dingen van plan lijkt te zijn.’ Holman geeft aan dat deze werkwijze later ook naar voren is gekomen in AIVD-rapporten. ‘Ook Mohammed B. is vier tot vijf keer actief benaderd, maar is zeker twintig keer de dienst gepasseerd. Dat wordt overigens bevestigd door openbare bronnen.’
Sleutelrol
Holman en Van de Westelaken onderzochten ook de rol van de informant die in de film als ‘Ronnie’ een sleutelrol speelt. Hij zou van de aangekondigde moord op Van Gogh afgeweten hebben en de dienst er ook van op de hoogte hebben gesteld. Er zouden taps zijn geweest, waarop de moord wordt besproken. De informant heeft later zelfmoord gepleegd, en wel om die reden. Althans, dat suggereren de filmmakers in ‘2/11-Het spel van de Wolf’. Van de Westelaken: ‘We weten wie hij is, en we hebben ook zijn familie benaderd, maar we hebben niet met ze kunnen spreken.’
Van de Westelaken belde trouwens enkele jaren terug zelf de controlecommissie op de AIVD, waarna hij tot zijn verbazing werd uitgenodigd. ‘Dat gedoe met de taps was ons dwars blijven zitten, dus ik dacht ik laat eens wat van me horen. De commissie adviseerde ons naar een Kamerlid te stappen. Dat hebben we gedaan. Deze week staat Ronald van Raak van de SP in de startblokken om vragen in een debat voor te leggen.’ Theodor Holman hoopt overigens dat de journalistiek zich actiever met de vragen rond de taps bezig gaat houden: ‘Politici kunnen goed debateren, maar niet doorvragen. Terwijl journalisten niet goed kunnen debateren, maar wel goed zijn in doorvragen.’