Een gezond kindje
Een vrolijk kindje
Toen mijn zoon deze week woedend naar zijn kamer vertrok omdat hij van zijn vader het broodmes niet overdwars in zijn mond mocht steken, dacht ik ineens aan die twee wensen. Ik formuleerde ze tijdens mijn zwangerschap zeven jaar geleden en vroeg me met terugwerkende kracht af waar die behoefte aan vrolijkheid vandaan kwam. Voorvoelde ik misschien tijdens mijn zwangerschap al welk karakter er in mijn buik zat?
Mijn zoon kwam kerngezond en met gebalde vuisten ter wereld. Hij was boos. Nu, zeven jaar later is hij dat nog steeds. Omdat er rijst op zijn bord ligt ('je weet dat ik dat niet lust!') Omdat zijn vader lacht om iets wat hij zegt ('GRRRR. Je lacht me uit!') Omdat hij een schone onderbroek aan moet. ('ik haat je mama, al die stomme dingen die ik van jou moet!') Of zoals laatst, toen ik tijdens het eten vroeg of hij nog letters had gelezen op school. Hij schoof zijn stoel met een ruk naar achter en schreeuwde woedend: “Ik wil niet dat je me dat vraagt! Ik ga echt geen antwoord geven.” Hij sloot af met een grom die diep uit zijn buik kwam en bleef met zijn armen over elkaar achter zijn stoel staan. Gekwetst door zijn uitbarsting at ik zwijgend verder.
'Ik wil gewoon niet dat je steeds dingen aan me vraagt!'
'Oké. Ik zou het wel fijn vinden om te weten waarom.'
Stilte.
'Ik durf het niet te zeggen. Op school durf ik ook vaak niks te zeggen.'
Ik beet mijn tong af.
'Omdat ik bang ben dat ze me uitlachen als ik iets zeg.'
Rottig gesprek
Mijn moederhart brak. Ik dacht aan mijn eigen bozige gedrag, hoe geïrriteerd ik kan reageren op de mensen die dichtbij me staan, terwijl ik weet dat me onderhuids iets heel anders dwarszit. Een verhaal dat af moet. Dat rottige gesprek met een vriendin. Die bijeenkomst waar ik tegenop zie. Ik ga niemand slaan, ik ga meestal niet schreeuwen, maar sluimerende zorgen maken me stikchagrijnig en soms zelfs somber. Ik ben veertig jaar. Mijn zoon is bijna zeven.
‘Als kinderen wisten hoe ze het beter konden doen, deden ze het wel.’ Een uitspraak van een bevriende pedagoge die ik op een tegeltje wil laten zetten, want ja het is een uitdaging, elke dag rustig en liefdevol omgaan met een kind dat vaak chagrijnig en explosief is. Om elke keer te bedenken dat er een reden is voor zijn gedrag. Om rustig te wachten tot de storm gaat liggen. Om te accepteren dat hij zo is. Want net als alle ouders wil ik dat mijn kinderen gelukkig zijn. Als zij blij zijn, ben ik blij. Deze week realiseerde ik me wat voor enorme druk ik daarmee op hen leg. Als ze niet gelukkig zijn, maken ze mij dus ook ongelukkig. Dat is een zware last om te dragen als kind.
Ik weet zeker dat prikkelbare, boze, explosieve kinderen minder snel een pilletje krijgen als vrolijkheid niet de norm is
Blij ei
Ik heb lang gedacht dat mijn eigen leven makkelijker zou zijn als ik een blij ei was. Mijn zoon liet me zien dat dit niet waar is. Mijn leven is een stuk prettiger als anderen het prima vinden als ik even geen zin heb in contact, in een gesprek, in gezelligheid. Als anderen me niet gelukkig willen maken. Als mijn donkere kant er ook mag zijn. Als ik rustig mag uitzoeken waardoor mijn chagrijn wordt veroorzaakt. Ik denk dat prikkelbare, boze, explosieve kinderen minder snel een pilletje krijgen als vrolijkheid niet de norm is, als we ons realiseren dat er altijd een reden is voor heftige emoties. We kunnen minder gewenste gevoelens de kop indrukken, maar dan blijven ze ergens in ons binnenste sluimeren. Tot het genoeg is. En daar wordt niemand vrolijk van.
Meer van Miloe van Beek in Blendle/Cafeyn…