Op het beeldscherm krioelt het van de geharnaste wezentjes. Futuristische voertuigen nemen strategische posities in. Er klinkt een vuursalvo, het scherm licht op. Met duizelingwekkende snelheid bedienen de lange, ranke vingers van Schenkhuizen het toetsenbord. Hij speelt Starcraft, een real time strategy-game. De speler moet op basis van strategische beslissingen, planning en slimme tactieken zijn macht proberen uit te breiden. Zie het als de digitale variant op spelletjes als Kolonisten van Catan of Risk. Maar Starcraft is meer dan een spelletje. De game wordt op de markt gebracht door Blizzard Entertainment, onderdeel van Activision, een internationaal, beursgenoteerd bedrijf met zo’n 4600 werknemers en een jaarlijkse omzet van een slordige vijf miljard dollar. Serious business dus.
Pro-gamer
Ook voor Schenkhuizen is gamen geen spelletje. Hij is professioneel gamer – pro-gamer in het jargon – en verdient een boterham met prijzengeld en sponsoring. ‘Daarnaast geef ik op Twitch.tv commentaar bij live gestreamde wedstrijden en demo’s. Die website heeft maandelijks 60 miljoen kijkers. Verder ben ik regelmatig te gast als spreker op congressen.’
Schenkhuizen formuleert zorgvuldig, een rustige jongeman met een vriendelijke glimlach. Het contrast met de gewelddadige actie in het spel is groot. Op de vraag wat gamen en sport met elkaar gemeen hebben, laat hij een YouTube-video zien: een verslag van de finale van de World Cyber Games 2008, waarin hij het opnam tegen Zuid-Koreaan Jang ‘Moon’ Jae Ho in de fantasy game Warcraft III. We zien een enorme sporthal vol toeschouwers en twee gamers die het tegen elkaar opnemen vanachter hun beeldschermen. We horen een hees geschreeuwde, Duitssprekende verslaggever onnavolgbaar uit zijn dak gaan. En een uitzinnige menigte als de laatste slag van de match gewonnen is.
Prijzenkast
Zeventien was Schenkhuizen toen hij zijn eerste toernooi won. Het prijzengeld: tweehonderd euro. De aanloop was lang. ‘Op vierjarige leeftijd zat ik al aan de computer. Ik kreeg het gamen en de technologie met de paplepel ingegoten. Mijn eerste spelervaringen deed ik op met de Amiga en de Atari. Ik werd beter en beter, tot anderen me zeiden: je moet mee gaan doen aan wedstrijden. Met Warcraft III heb ik mijn eerste prijzen gewonnen, zoals tijdens de World Cyber Games in San Francisco in 2004.’ Inmiddels heeft hij thuis een kast vol prijzen, waaronder zo’n veertig gouden medailles. Hij reisde de wereld over, speelde toernooien van de Verenigde Staten tot Zuid-Korea en Singapore. Hij was te gast in De Wereld Draait Door en werd door regisseur Jos de Putter gevolgd voor de documentaire Beyond the game. Maar voor het begrijpen van zijn sterrenstatus, moet je je toch vooral verdiepen in de subcultuur van de gamewereld. Zijn naam prijkt in top-10-lijstjes van de beste gamers allertijden en op YouTube vind je vele wedstrijdverslagen, reportages en interviews.
Spelmakers zijn verhalenvertellers
Verhalenvertellers
‘Het is me min of meer allemaal overkomen. Ik heb nooit het idee gehad dat ik de beste kon worden. Ik ben niet vertrokken vanuit een duidelijke toekomstvisie om van het gamen mijn beroep te maken. Ik heb simpelweg altijd heel veel plezier gehad in het gamen, en dan vooral in games met een hoge mate van complexiteit, games die je de ruimte bieden een unieke, creatieve strategie te ontwikkelen. Spelmakers zijn verhalenvertellers, als gamer ben je zelf actief in dat verhaal. Dat maakt de beleving heel krachtig. Daarnaast is het gevoel van het winnen heel bijzonder. Dat al je inzet wordt beloond met het verslaan van je tegenstander.’
Strategieën doorgronden
Nog even terugkomen op de eerste vraag… is gamen een sport? Schenkhuizen: ‘Gamen kan een sport zijn. Voor mij is het dat zeker. Ik ben continu bezig met mezelf verbeteren. Ik train, blijf me ontwikkelen, analyseer wedstrijden van anderen, probeer hun strategieën te doorgronden. Bij de gamesport is het mentale aspect heel belangrijk. Ik lees veel. Dat kan ook een boek zijn over de psychologische kant van tennis. Terwijl ik lees, zoek en vervang ik dan “tennis” door “gamen”. Ik heb ook wel eens een sportpsycholoog in de armen genomen. Dat heeft me waardevolle inzichten gegeven.
In de periodes dat er wedstrijden zijn is mijn dag helemaal ingericht op het gamen. Ik train veel. Hoe? Een beetje volgens het “hond met bot”-principe: als ik een probleem of vraag tegenkom, bijt ik me erin vast en laat het niet meer los tot het opgelost is. Ik speel oefenwedstrijden met sparring partners, denk veel na over strategieën, ook ‘s nachts als ik wakker lig. Soms droom ik spelsituaties.
Balans is heel belangrijk in mijn sport. Ik doe aan yoga en meditatie om me te ontspannen. Gamen is veel zitten en je bouwt veel spierspanning op. Rek- en strekoefeningen zijn daarom ook belangrijk.’
Entertainer
Net als de beste voetballers zijn de beste gamers entertainers, vertelt Schenkhuizen. ‘Je probeert het publiek ook iets moois te laten zien. Alleen als het niet anders kan, zal ik op een vuile manier winnen. Als pro-gamer voel ik veel verantwoordelijkheid naar mijn publiek en de gemeenschap van gamers. Ik wil het goede voorbeeld geven, een bijdrage leveren aan het imago van het gamen en de pro-gamer. Ik neem mijn sport serieus, probeer mijn emoties goed te kanaliseren en spreek me uit tegen zaken waarover ik een uitgesproken mening heb, zoals discriminatie.’
Verslaving
Over imago gesproken… toch nog even die vraag: hoe ziet Schenkhuizen het verschil tussen een gameverslaafde en een pro-gamer? ‘Ik denk dat er twee belangrijke verschillen zijn. Als pro-gamer ben ik doelgericht bezig om beter te worden. Ik heb daarvoor zelfdiscipline nodig en moet goed voor mezelf zorgen, zowel fysiek als mentaal. Bij iemand met een verslaving zie je eerder dat de betrokkene zichzelf verwaarloost. Een gameverslaafde wordt ook niet beter in de game. Het ander is dat een pro-gamer plezier blijft houden in het gamen. Bij een gameverslaafde is het gamen vaak een afleiding van frustraties en mentale pijn. Vaak zie je dat gameverslaafden een moeilijke periode hebben gehad, bijvoorbeeld door scheiding van de ouders. Ze hebben zelf hun pad in het leven moeten vinden.’
Ik praat nooit over mijn ambitie
Toekomst
Schenkhuizen is 28 jaar. Hoe ziet zijn leven eruit over tien jaar? ‘Ik denk dat ik deze sport nog jaren kan blijven uitoefenen. Ik ben nog net zo snel als tien jaar geleden. Voordeel van wat ouder zijn is dat je veel ervaring hebt, nadeel is dat je in een leeftijdsfase zit waarin je wat meer verantwoordelijkheden hebt en daardoor misschien minder tijd om te trainen. Mijn ambitie? Daar praat ik nooit over. Mijn vader zegt altijd: doe wat je leuk vindt en vind daar betekenis in. Dat is mijn belangrijkste leidraad. Komend seizoen staat in het teken van de nieuwe versie van Starcraft II. Ik ga me eerst maar eens voorbereiden op de online voorselecties…’
Manuel Schenkhuizen spreekt op 4 februari aanstaande op het congres ‘Gamers zijn geen losers’. Het congres is bedoeld om leraren en andere professionals in het onderwijs een beeld te geven van de wereld van het gamen, de mogelijkheden van games in het onderwijs en de risico’s van het gamen voor jongeren. Meer informatie over Manuel Schenkhuizen is te vinden op www.followgrubby.com.