Confrontatie in Auschwitz

Het is vandaag 70 jaar geleden dat Auschwitz -Birkenau door het Rode Leger werd bevrijd. In een van de opmerkelijkste verhalen uit het vernietigingskamp speelt de Poolse priester Maximilian Kolbe een hoofdrol.

Op 14 augustus 1941 stierf de Poolse Franciscaner priester Maximilian Kolbe in de hongerbunker van Auschwitz. Die ondergrondse dodencel bevindt zich in blok 11, de kampgevangenis, waar SS-beulen hun verschrikkelijke martelingen uitvoerden, vaak met de dood tot gevolg. Hier kwijnde Kolbe, samen met nog negen andere gevangenen weg, naakt, zonder eten of drinken en temidden van hun eigen uitwerpselen.

De mannen waren door Lagerführer Karl Fritzsch geselecteerd, nadat een dag eerder een gevangene uit hun blok 14a uit Auschwitz was gevlucht.

Knuppels

De hele dag, vanaf vier uur ‘s ochtends, hadden ze hun lot afgewacht, staand op de appèl-plaats in de brandende zon. Sommigen viellen flauw van hitte, honger en dorst en werden door bewakers doodgeknuppeld.

De gevluchte gevangene wordt, ondanks de massale inzet van mensen en materieel, niet gevonden. ‘Als straf zullen tien van jullie de hongerdood sterven,’ kondigt Fritzsch aan.

Karl Fritzsch was afkomstig uit Nassengrub, een gehucht in West-Bohemen. Voordat hij zich in 1930 aanmeldde bij Hitlers NSDAP en de SS had hij jarenlang als vrachtschipper op de Donau gevaren.

Fritzsch, die wegens zijn agressieve karakter ook onder mede SS’ers niet veel vrienden had, had maar weinig schoolopleiding genoten. Maar hij had ambitie en in de zomer van 1941 had hij al een gevreesde reputatie opgebouwd als één van de ergste sadisten in de nazi-kampen.

Modelkamp

Fritzsch was een ‘alter Kämpfer’, een van die Duitsers die al voor de machtsovername door Hitler in 1933 lid waren van NSDAP. Hij werd als lid van de SS Totenkopfverbände getraind in Dachau bij München: het nationaal-socialistische ‘modelkamp’, waar alle latere kampcommandanten hun leerschool doorliepen. De ‘Dachauer Schule’ werd die opleiding in wreedheid, zelfopoffering en trouw aan de Führer genoemd, ontwikkeld door General der SS, Theodor Eicke.

Vanaf 1933 was Fritzsch, die wegens zijn geringe lengte (1.72 meter) de bijnaam Stäubchen (‘pluisje’) had gekregen, gestationeerd in Dachau. In november 1940 werd hij overgeplaatst naar Auschwitz, waar hij als Schutzhaftlagerführer, onder kampcommandant Rudolf Höss, een schrikbewind voerde onder de kampgevangenen.

Vernietigingskamp

De blonde SS’er genoot van dit soort optredens. Voormalige kampgevangenen vertelden later hoe Fritzsch – handen op de rug, langzaam schrijdend langs de rijen – er genoegen in schiep met z’n gehandschoende vinger naar hen te wijzen, om zich vervolgens te bedenken en een andere ongelukkige aan te wijzen.

Zo kwam de Duitser uit bij Franciszek Gajowniczek.

Gajowniczek had als legersergeant meegevochten bij de verdediging van Warschau. Hij was door de Duitsers gevangen genomen en overgebracht naar Auschwitz, het concentratiekamp dat diezelfde zomer door de Reichsführer SS, Heinrich Himmler, werd aangewezen als  vernietigingskamp voor de Europese Joden.

De 41-jarige Gajowniczek raakte in paniek. Hij zag zijn dood naderen en dacht aan zijn gezin: ‘Oh God, mijn vrouw, mijn kinderen!,’ riep hij uit, vertwijfeld.   

Massamoordenaar

Dan gebeurt er iets wonderlijks. Een man, mager en klein van gestalte, stapt uit de rij en loopt af op het gezelschap rond Fritzsch, onder wie zich ook de gehate Rapportführer Gerhard Palitzsch, een beruchte massamoordenaar, bevindt. In de onwrikbare hiërarchie van het kamp is dit niet slechts een affront van de leiding, deze schending van het reglement betekent normaal gesproken een doodvonnis.

De Duitsers zijn te verbijsterd om te reageren. Ze staan als versteend. Bij  Fritzsch strijden verbazing en opkomende woede om voorrang.

‘Wat wil dit Poolse zwijn?’ vraagt de Schutzhaftlagerführer, die zich herpakt, aan Palitzsch – die geen idee heeft – en dan aan de tolk.

Maar Maximilian Kolbe, want hij is het, spreekt goed Duits en antwoordt, wijzend op Gajowniczek: ‘Ik wil sterven in zijn plaats.’

‘Wie ben jij?’ vraagt Fritzsch.

‘Ik ben een Poolse priester,’ antwoordt Kolbe, muts in de hand, z’n duim tegen de vouw van de broek, zoals het kampreglement voorschrijft.

Brutaliteit

De spanning is om te snijden. Iedereen wacht af: de gevangenen, de SS’ers, de kapo’s. Fritzsch is meester over leven en dood. Hij kan Kolbe ter plekke doodschieten wegens diens brutaliteit. Hij kan Kolbe en Gajowniczek beide naar de hongerbunker sturen. Maar Fritzsch is kennelijk geïntrigeerd door Kolbes moed. Hij stapt nu over van ‘du’ op het respectvollere ‘Sie’.

‘Waarom wilt u in zijn plaats sterven?’

‘Hij heeft een gezin en is nog jong. Ik ben al ouder en heb niemand.’

Fritzsch denkt na. Dan valt het oordeel: ‘Goed’. Rapportführer Palitzsch streept het nummer 5659 van Gajowniczek door. Ervoor in de plaats komt 16670: de gevangene Maximilian Maria Kolbe.

Fenol

Twee week later krijgt de half bewusteloze Kolbe, die met drie andere veroordeelden nog min of meer in leven is, een dodelijke injectie toegediend met fenol. Karl Fritzsch heeft de hongerbunker nodig voor weer nieuwe gevangenen.

Maximilian Kolbe, wiens lichaam werd gecremeerd, wordt in 1982 door de Poolse paus Johannes Paulus II heilig gesproken.

Tegen Karl Fritzsch werd in 1943 een intern SS-onderzoek wegens doodslag geopend, een jaar later werd hij naar het front gestuurd. Fritsch kwam – waarschijnlijk – om in mei 1945, tijdens de slag om Berlijn. Zijn familie weet niet waar hij ligt begraven.

 

Dit voorjaar verschijnt van Wierd Duk het boek ‘De Beul en de Heilige, een geschiedenis uit Auschwitz’ (Prometheus / Bert Bakker).

Mijn gekozen waardering € -

Wierd Duk schrijft over Berlijn, de hipste stad van Europa, en bericht over Duitsland, het machtigste land in de Europese Unie, en over Rusland, het ingewikkeldste land tussen Europa en Azië. Hij was correspondent in Rusland en verslaggever voor de GPD en Elsevier. Laat op radio en tv regelmatig zijn licht schijnen over actuele internationale ontwikkelingen. Schreef de boeken ‘Poetin: straatvechter bedreigt wereldorde’ (Prometheus/Bert Bakker) en 'Merkel: koningin van Europa' (Prometheus/Bert Bakker). In 2016 verschijnt 'De Beul en de Heilige: een geschiedenis uit Auschwitz' (Prometheus/Bert Bakker).