'Voor sommigen is mijn levensverhaal er een van rampspoed en oorlog, voor anderen is het een voorbeeld van overlevingsdrift, maar voor mij is het gewoon mijn leven,' schrijft een Colombiaanse vluchteling onder de schuilnaam Miguel Ángel in een uitgave van HIAS (Hebrew Immigrant Aid Society). In het boekje Herinneringen en Getuigenissen (Memoria y Testemonio) dat HIAS in 2011 uitgaf zijn een aantal verhalen van vluchtelingen opgeschreven. Het is een opsomming van verhalen uit dorpen waar de FARC, de paramilitairen of andere gewapende groepen gelegerd zijn. Doodsbedreigingen, afpersing en afrekeningen zijn er aan de orde van de dag.
Miguel Ángel beschrijft hoe hij per toeval getuige is van een liquidatie op straat, waarna hij met zijn familie aan een lange vlucht begint. Telkens wanneer zij in een nieuw dorp denken hun leven opgebouwd te hebben, blijkt er binnen enkele weken of maanden iemand naar hen te vragen. Uiteindelijk besluiten ze naar Ecuador te vluchten.
Veel verhalen in het boek beginnen met een beschrijving van een paradijselijk leven dat de mensen in hun dorpen hebben: ze verzorgen hun koeien, bewerken hun akkers en rijden te paard door de uitgestrekte velden. Die droom wordt telkens ruw verstoord wanneer rebellen of de paramilitairen met hun geweld in het dorp verschijnen.
Niets veranderd?
Sinds november 2012 zijn er vredesbesprekingen gaande tussen de FARC en de Colombiaanse overheid, gefaciliteerd door Cuba en Noorwegen. Er is een eenzijdige wapenstilstand van de kant van de FARC. Op 14 november 2014 werd een generaal ontvoerd door de FARC, waardoor de onderhandelingen onder druk kwamen te staan. De overheid eiste uitlevering, en aangezien dat inderdaad gebeurde ziet het ernaar uit dat de leiders van de FARC oprecht zijn in de vredesonderhandelingen. Intussen zijn er afspraken gemaakt over landhervormingen, de toekomstige politieke rol van de FARC en om de handel in cocaïne te stoppen.
Maar aangezien er meer gewapende groepen zijn dan de FARC, betekent de wapenstilstand tussen de FARC en de overheid nog niet dat het geweld voorbij is. Het ELN (Nationaal Bevrijdingsleger), een van die groepen en na de FARC de belangrijkste guerrillagroep, heeft echter wel aangegeven om met onderhandelingen te willen beginnen. Zij hebben alleen nog niet aan de voorwaarde van de regering voldaan om eerst de wapens neer te leggen.
In Colombia zelf zijn volgens getallen van UNHCR 5,7 miljoen mensen intern op de vlucht, de internally displaced persons. Van de vluchtelingen die wel de grens over zijn gestoken, zijn er in Ecuador ruim vijftigduizend geregistreerd, en een onbekend maar vermoedelijk veel groter aantal ongeregistreerd. Aangezien Colombianen probleemloos de grens met Ecuador kunnen oversteken, is het voor hen makkelijk om 'onzichtbaar' te blijven. Dat de vluchtelingen niet in kampen verblijven, maar zich in de dunbevolkte berggebieden in het noorden van Ecuador tussen de bevolking mengen maakt het nog moeilijker om zicht op deze groep te hebben.
'Wat betreft de vluchtelingen is er in de afgelopen jaren niets veranderd,' vertelt José Rafael Zuga, coördinator van HIAS. De organisatie heeft verschillende vestigingen in Ecuador, waaronder deze in de grensplaats Tulcán, en richt zich op hulp bij het opnieuw opbouwen van een leven voor de vluchtelingen. 'Er komen nog altijd evenveel mensen, en zij dragen nog altijd dezelfde verhalen van geweld met zich mee als bijvoorbeeld tien jaar geleden.'
Oorlogsbelasting
Meestal vluchten de Colombianen voor bedreigingen en afpersing: mensen in de door bewapende groepen bezette gebieden moeten vacuna, een oorlogsbelasting, betalen. De belasting is afhankelijk van de grootte van de onderneming; voor mensen met een klein winkeltje komt dit meestal neer op vijftig tot honderdvijftig dollar per maand. In de dorpen is dat een enorm bedrag. Wanneer ze niet kunnen of willen betalen, worden de ondernemers bedreigd. Ook zijn er veel slachtoffers van seksueel geweld onder de vluchtelingen: vrouwen die verkracht zijn door leden van gewapende groeperingen kunnen geen kant op. Als ze aangifte doen lopen ze het risico vermoord te worden, dus vluchten ze het land uit.
Het probleem is dat veel van hen gewend zijn geraakt aan geweld
Een 24-jarige vluchteling, die we even Pedro noemen, vertelt in een koffiebar in het Noord-Ecuadoriaanse Ibarra hoe zijn familie een goedlopende schoenenzaak had in Colombia. De zaak liep dermate goed dat de vacuna die zij moesten betalen op een bedrag van 1.000 dollar werd gesteld. Het was te veel, zij konden het niet blijvend opbrengen. Zodra ze de eerste termijn misten kwamen de guerrillaleden langs en schoten zonder discussie zijn oom dood. Toen een paar jaar later ook zijn andere oom werd vermoord, vluchtte Pedro met zijn familie naar Ecuador, waar hij momenteel in een procedure zit voor een green card voor de VS.
Dingen die je beter niet kunt weten
De plaatselijke UNHCR (de vluchtelingenafdeling van de Verenigde Naties) werkt aan lokale integratie van de vluchtelingen en herplaatsing in landen als VS, Australië of Zweden. Dat laatste gebeurt bij zware trauma's, of in het zeldzame geval dat vluchtelingen nog niet veilig zijn in Ecuador. Het is een algemeen bekend maar onofficieel gegeven dat er guerrilla's in Ecuador zijn, die eventueel mensen zouden kunnen opzoeken.
Herplaatsing komt vaker voor wanneer mensen slachtoffer zijn geweest van martelingen of hevig geweld. Diego Hakspiel, medewerker van UNHCR: 'Bij dergelijk hevige trauma's kunnen mensen pas weer gezond een leven opbouwen als ze ver weg zijn. Je praat over mensen die soms maanden ontvoerd zijn geweest en zwaar gemarteld. Zo lang ze maar een paar uur rijden van de plaats waar dat gebeurde wonen, zullen ze in angst blijven leven.'
Een vrouw uit Ibarra, we noemen haar Viviana, stopte uiteindelijk met haar werk bij vluchtelingenorganisatie HIAS uit angst. Viviana: 'De vluchtelingen vertelden mij wat hen overkomen was, zodat ik ervoor kon zorgen dat ze asiel kregen. Het probleem is alleen dat veel van hen zo gewend zijn geraakt aan geweld, dat ze ook tegenover mij gewelddadig konden zijn. Bovendien waren sommige van hen voormalige guerrilla's, die mij dingen vertelden dat ik beter niet kon weten.'
Discriminatie in Ecuador
Vanwege o.a. de oorlog in Syrië, krijgt de tak van UNHCR in Ecuador de afgelopen jaren stukken minder budget dan voorheen. Met de middelen die ze hebben proberen zij ook vluchtelingen lokaal te integreren, maar er is veel sprake van discriminatie. De mensen zijn bang dat de Colombianen hun banen inpikken en er wordt gezegd dat zij stelen.
Colombianen die als illegaal werken krijgen zeer onderbetaald: honderdvijftig dollar per maand, wat geregeld niet eens volledig uitbetaald wordt. Andrés Aguilar, advocaat en inwoner van Ibarra vertelt: 'Zij zijn hier de onderklasse van de samenleving. Alle prostituees hier komen uit Colombia. Anderen belanden in de criminaliteit omdat ze geen andere uitweg vinden, waardoor er weer meer discriminatie ontstaat.'
De grote hoeveelheid Colombiaanse restaurants in het noorden van Ecuador getuigt alleen al van hun aanwezigheid. Onder de vluchtelingen zijn velen als Miguel Ángel en Pedro, die niets liever willen dan een normaal leven opbouwen in hun thuisland. Ze volgen nauwlettend wat er speelt rondom de vredesonderhandelingen in Colombia, maar vragen zich af of er werkelijk iets zal veranderen.
Pedro: 'Het zullen nog altijd dezelfde corrupte politici zijn, die straks een nieuwe regering vormen.'