Staat stimuleert vechtscheiding

Met een nieuwe wet op de kinderalimentatie willen regeringspartijen VVD en PvdA de betalingsregels na echtscheiding rechtvaardiger maken. Mooi streven, maar doe dan ook meteen iets aan de wet kindregelingen. Want die werkt co-ouderschap tegen, stimuleert vechtscheidingen én kost de overheid geld.

Mijn accountant keek mij licht verbijsterd aan. 'Waarom staat jouw dochter niet op jouw adres ingeschreven nu je co-oudert?' Streng somde hij op waar ik geen aanspraak meer op kon maken. Geen kindgebonden budget. Geen ouderschapsverlofkorting. Geen aftrek levensonderhoud voor kinderen, geen tegemoetkoming schoolkosten en ook geen alleenstaande ouderkorting. 'Dit gaat je geld kosten.'

Ouderschapsplan

Hij zette mij aan het denken. En ik kwam tot de bizarre ontdekking dat de overheid vechtscheidingen stimuleert en vreedzaam co-ouderschap tegenwerkt. Ondanks de intenties van de ‘Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding’. Een stel met kinderen dat uit elkaar gaat, moet sindsdien een ouderschapsplan maken. En dat blijkt tot heel veel ruzie te leiden.

Uit het onderzoek ‘Scholieren en gezinnen 2013’ blijkt sinds 2009 een toename van het aantal conflicten bij echtscheidingen. Echtscheidingsonderzoeker aan de Universiteit van Utrecht, Ed Spruijt: 'Het is een mooie gedachte dat je scheidt als partners, en niet als ouders. Maar zie dat in de praktijk maar vorm te geven. Gelijkwaardig ouderschap is een illusie.' Hij zegt dat uit het nieuwe onderzoek blijkt dat het slechter gaat met kinderen van gescheiden ouders, omdat er sinds de komst van het verplichte ouderschapsplan in 2009 veel meer conflicten tussen ouders zijn. 'Kinderen hebben daardoor meer last van stress bijvoorbeeld. Doen het slechter op school. En hebben moeite met vriendschappen en relaties.' Licht spottend: 'De overheid stimuleert door deze nieuwe wet indirect vechtscheidingen.'

Mediator

Al die vechtscheidingen kosten de samenleving geld. Als ouders er samen namelijk niet uitkomen, kan de rechter hen doorverwijzen naar een mediator. De kosten van deze mediation zijn voor de ouders. Maar minder daadkrachtigen kunnen aanspraak maken op de Wet op de Rechtsbijstand. De overheid subsidieerde in 2013 met ruim 78 miljoen euro aan rechtshulp bij echtscheidingsgerelateerde zaken. Bijna drie keer zoveel als in 2002.

Komt zo’n stel er met mediation niet uit, dan volgt weer een gang naar de rechter. Die kan advies vragen aan de Raad voor de Kinderbescherming. De verwachting vorig jaar was dat de Raad zo’n  5400 adviezen -á 16 miljoen euro- zou verstrekken. En voor de helderheid: dat gaat om ongeveer 30 procent van alle echtscheidingen waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken.

Co-ouders

In deze schrap- en bezuinigingstijden is het opmerkelijk dat minister Asscher (Sociale Zaken) in zijn nieuwe wet voor de vereenvoudiging van de zogeheten Kindregelingen -van 11 naar 4 regelingen- vorig jaar niets heeft geregeld voor ouders die de zorg voor de kinderen wél serieus nemen als zij scheiden. Iets dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) al in 1988 (!) deed bij de invoering van het huidige kinderbijslagstelsel. De SVB geeft co-ouders sindsdien de mogelijkheid om de helft van de Kinderbijslag aan beide ouders uit te betalen. En ook de Belastingdienst is -deels- van deze tijd. Zo kunnen beide co-ouders gebruik maken van de inkomensafhankelijke combinatiekorting.

Maar Asscher, en ook de Tweede Kamer, blijkt ouderwetser. De minister laat in zijn nieuwe wet -die april vorig jaar door de Kamer werd aangenomen- twee achterhaalde regelingen voortbestaan. En vergroot zo de kans op ruzie. Alleen de ouder waarbij het kind staat ingeschreven bij de burgerlijke stand kan een kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag aanvragen. Ook al co-ouderen de ouders evenveel. En hebben zij evenveel kosten. Toch krijgt een van de twee helemaal niets.

Nibud

Toen mijn accountant mij de les las, voelde ik mij opgelaten. Even later legde ik hem uit dat de vader en ik slechts tips van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) hadden opgevolgd. Dat adviseert co-ouders die één kind hebben, dit in te schrijven op het adres van de ouder met het laagste inkomen. Want ‘dit vergroot de kans aanspraak te maken op regelingen of een hoger bedrag’.

Aangezien de vader het laagste inkomen had, werd onze dochter op zijn adres ingeschreven. Alle financiële voordelen zijn sindsdien voor hem. Het advies van het Nibud en de Sociale Verzekeringsbank om de ‘verdeling van het kindgebondenbudget en de kinderopvangtoeslag onderling te regelen’, hebben wij nooit opgevolgd. Geld blijkt namelijk een lastig onderwerp. Ook voor redelijk relaxte co-ouders.

Vera Schilperoort, auteur van Ouders & Co en de website co-ouderschap.com, is niet verbaasd over het conservatisme van Asscher en de Tweede Kamer. Voor haar boek interviewde zij co-ouders, en kinderen die bij beide ouders wonen. Sindsdien hangt zij de stelling aan dat co-ouders voor de Nederlandse overheid simpelweg niet bestaan. 

'Ik zou willen dat co-ouderschap door de overheid wordt erkend'

En dat co-ouders dezelfde rechten en plichten krijgen als alle andere ouders. Dat zou heel veel gedoe en geruzie over geld kunnen voorkomen.'

Geld is inderdaad een precair onderwerp als je uit elkaar bent. Over de verdeling van het kindgebondenbudget hebben mijn ex en ik het dus nooit. En over de kinderopvangtoeslag, een regeling die ook alleen wordt uitbetaald aan de ouder waarbij het kind staat ingeschreven, hebben we het één keer gehad. Dat was toen we bij de mediator zaten om onze scheiding te regelen. De verdeling die we indertijd hebben afgesproken, hanteren we nog steeds. Geen idee of die bijna vijf jaar later nog eerlijk is. Of up-to-date. Beiden gaan we gesprekken daarover uit de weg; we willen geen conflicten.

Minister Asscher

Onze dochter op zowel het adres van haar vader als bij mij inschrijven zou de mooiste oplossing zijn. Maar dat zorgt voor zoveel andere problemen, -hoe tel je kinderen die op twee plekken in de burgerlijke stand bestaan?-, dat zij niet realistisch is. Minister Asscher en Kamerleden oproepen co-ouders als gelijken te behandelen, is wel reëel.

En het levert de overheid bovendien veel op. Want de meeste co-ouders volgen het Nibud-advies. En dus staan kinderen ingeschreven op het adres van de co-ouder met het laagste inkomen. De staat betaalt daardoor de volle mep. Als beiden aanspraak maken op de regelingen en ieder de helft krijgt uitbetaald, levert dat de overheid geld op. Want de co-ouder met het hogere inkomen krijgt nooit dezelfde vergoedingen als de co-ouder met het laagste inkomen.

Briljante idee

Natuurlijk heb ik dit briljante idee aan de minister voorgelegd. Maar via zijn woordvoerster liet hij weten dat zijn wet is bedoeld om het stelsel eenvoudiger te maken. En ‘het creëren van een afwijkende uitvoeringspraktijk voor co-ouders maakt het niet eenvoudiger’. Bovendien vindt Asscher het ‘in strijd met het beleid van de Belastingdienst om zoveel mogelijk één bankrekeningnummer te hanteren voor het uitbetalen van toeslagen’.

Echtscheidingsonderzoeker Spruijt vindt het antwoord van de minister getuigen van ‘een zeer beperkte blik’. 'Weet Asscher dat in de wet van zijn collega van Veiligheid en Justitie is vastgelegd dat gelijkwaardigheid van beide ouders na scheiding niet alleen een recht is, maar ook een plicht? Dan is het toch ook een  plicht van een collega minister om de uitvoering van die wet mogelijk te maken? En co-ouders als gelijken te behandelen?'

Kinderalimentatie

Een schone taak voor de Kamerleden Jeroen Recourt (PvdA) en Ard van der Steur (VVD). Zij presenteerden deze week een initiatiefwet om zorg mee te laten tellen in de hoogte van de kinderalimentatie. En daarmee het automatisme te laten vervallen dat de meest verdienende ouder alimentatie betaalt, zelfs als hij of zij een groot deel van de zorg voor de kinderen op zich neemt. Wellicht kunnen beide Kamerleden ervoor zorgen dat de wet kindregelingen ook aan de moderne tijd wordt aangepast? 

Mijn gekozen waardering € -

Ik schrijf voor kranten en tijdschriften, werk voor het Jeugdjournaal én ga regelmatig weer naar school. Mijn drijfveer: passie voor de journalistiek en het leven.