Wandelaars zijn vaak verrast, zegt Marlies van Loon van Stichting Landschapsbeheer Gelderland. 'Geregeld krijgen we reacties als "Ik woon hier al mijn halve leven en ik kom nu op plaatsen waar ik nog nooit ben geweest" of "Van deze plek wist ik niet eens". Veel wandelaars vinden het leuk om eens letterlijk van het gebaande pad af te kunnen en over oude tussendoortjes te lopen.'
De bakermat van de klompenpaden ligt in de Utrechtse en Gelderse Vallei. Het Schutpad bij Leusden was in 2002 de eerste wandelroute, het Oudenhorsterpad en het Dashorsterpad bij Woudenberg en het Snorrenhoefpad bij Achterveld (gemeente Leusden) volgden snel daarna. Van Loon: 'Veel historische tracés, oude kerkenpaden bijvoorbeeld, zijn in de loop der tijd door onder andere ruilverkaveling verdwenen. Door die paadjes van weleer te herstellen, geven we wandelaars een indruk hoe het landschap vroeger was opgebouwd. De klompenpaden maken het platteland beleefbaar.'
Stijgende lijn
Streekbewoners bewust maken van de cultuurhistorie en de natuur van de eigen omgeving was de opzet van de klompenpaden. 'Al lopend kun je het verschil tussen het ene en het andere gebied ervaren. De klompenpaden zijn niet ontwikkeld voor de grote etalage om toeristen van heinde en ver te trekken, ze zijn wel een succes', zegt Van Loon. 'We halen een gemiddelde van zeven- tot negenduizend wandelaars per pad per jaar.'
De verkoop van de routefolders van de afzonderlijke paden vertoont volgens Van Loon een stijgende lijn. 'Sinds twee jaar is er ook een gratis klompenpaden-app met filmpjes, geluidsfragmenten en historische documenten. Een leuke bijkomstigheid is dat tevens de lokale economie wordt versterkt. Boeren beginnen langs de klompenpaden nevenactiviteiten als een terras of een rustpunt.'
Onmisbaar
Stichting Landschapsbeheer Gelderland en Landschap Erfgoed Utrecht ontwikkelen de paden samen met vrijwilligers uit de streek. 'Die mensen zijn echt onmisbaar', aldus Van Loon. 'De paden bestaan bij de gratie van de inzet en het enthousiasme van vrijwilligers. Samen met bewoners bepalen we de route. Verhalen en oude kaarten komen dan op tafel en de vrijwilligers gaan ook mee om met grondeigenaren te overleggen. Als een klompenpad eenmaal is gerealiseerd, is het meestal niet moeilijk om mensen te vinden die geregeld de route nalopen om knelpunten te signaleren, het pad schoonhouden en kleine onderhoudsklussen doen.'
De gemarkeerde, gratis toegankelijke, grotendeels onverharde klompenpaden hebben verschillende initiatiefnemers: een gemeente, een vrijwilligersgroep, een historische vereniging, een groepje boeren, een agrarische natuurvereniging. De conceptroute moet soms worden bijgesteld omdat een boer of een landgoedeigenaar niet wil meewerken. 'Ze zien liever geen mensen over hun terrein lopen, omdat ze bang zijn voor afval, vernieling of verstoring. Niet zelden kunnen we later een pad verfraaien doordat bijvoorbeeld een grondeigenaar die aanvankelijk niet mee wilde doen alsnog het vertrouwen krijgt dat wandelen en agrarisch grondgebruik samen kunnen gaan.'
Bijzondere verhalen
De wandelpaden – tezamen ondertussen duizend kilometer lang – zijn nu ook onderwerp van een boek en een expositie. Publicist Wim Huijser uit Wageningen, wandelaar en cultuurkenner, liep de eerste 50 klompenpaden, hier en daar vergezeld van fotograaf Willem van Leuveren uit Scherpenzeel, beeldend kunstenaar Jan Hiensch uit Voorthuizen, dichter Aad Eerland uit Zoetermeer of ‘landschapskok’ Christian Weij uit Bennekom. Hun ervaringen zijn samengebracht in het boek ’50 klompenpaden’, verschenen bij uitgeverij Blauwdruk in Wageningen, en een expositie die deze week nog te zien is in Museum Nairac in Barneveld en vanaf medio juli in streekmuseum Vredegoed in Tienhoven.
'Een wandeling over een klompenpad brengt je in contact met het landleven en de natuur, maar ook met bijzondere verhalen van een plek', zegt Huijser, die over elk klompenpad een column schreef. 'Je komt op heel verrassende plaatsen. Ik had het idee dat ik met name de Veluwe heel goed ken, door de klompenpaden kwam ik op plekken waar ik anders met auto of fiets met een boog omheen rijd.'
Niet alleen de natuur boeit Huijser. 'Voor de verhalen zoek ik ook naar plaatsen waar de geschiedenis tastbaar is: de kastelen, de landgoederen, de boerderijen, de mensen in het gebied. Ik mag graag wat ‘steen’ passeren waar een naam aan gegeven is en geschiedenis aan hangt.' Huijsers favoriete klompenpad is het acht kilometer lange Oldenallerpad bij Putten. 'Het mooist zijn de klompenpaden waarop je zo min mogelijk asfalt onder je voeten hebt. Dat is daar absoluut het geval. Het is er bovendien heel gevarieerd, je komt door diverse soorten landschap.'
Vrijheid
Studio- en industriefotograaf Van Leuveren heeft sinds 2004 een internetsite met foto’s van klompenpaden. 'Die landschapsfoto’s maak ik graag. Ze zijn even wat anders dan de architectuur- en interieurfoto’s die bij mijn beroep horen. Via de site laat ik de mensen, ook ouderen die zo’n wandeling zelf niet meer kunnen maken, over mijn schouder meekijken.’
De klompenpaden in eigen omgeving spreken Van Leuveren erg aan. 'Rondom Scherpenzeel, Renswoude en Woudenberg. Die lopen helemaal door het boerenland, met nauwelijks een verhard gedeelte.' Ook het Molenbeeksepad bij Wolfheze en Renkum loopt Van Leuveren graag. 'Het is een stevige wandeling van zestien kilometer, heel afwisselend, over heide, langs beekjes, door bos, langs een boerderij met Afrikaanse kunst.'
Bij voorkeur gaat Van Leuveren ’s morgens vroeg op pad, altijd met de camera bij de hand, 'om de reflectie van het moment vast te leggen'. 'De vrijheid, een stukje wereld even alleen hebben, dat is het mooie van de klompenpaden. Maar toch ook het ontmoeten van mensen, mede-wandelaars of een boer die een praatje met je maakt in een dialect dat je soms amper kunt verstaan.'
Dichter Eerland en kunstenaar Hiensch (iconen in lood) pakten hun beleving van enkele klompenpaden in een paar treffende woorden of één beeld. Kok Weij biedt bij sommige routes streekgerechten met ingrediënten die onderweg geplukt kunnen worden, zoals pinksterbloemen op het Harsloërpad bij Wageningen en Bennekom of zevenblad op het Doesburgemolenpad bij Ede.
Netwerk
Landschapsbeheer Gelderland en Landschap Erfgoed Utrecht verzorgen dit jaar voor het eerst wandelingen onder begeleiding van een vrijwillige gids. De twee organisaties willen verder zoveel mogelijk een aaneengesloten netwerk van klompenpaden realiseren. Van Loon: 'Wandelaars kunnen dan uiteindelijk een aantal klompenpaden combineren en zelfs meerdaagse tochten maken. In de Gelderse Vallei zijn we daarmee al behoorlijk gevorderd.'
Internet: http://www.klompenpaden.nl