Mensen doen religie. Met hun zintuigen wel te verstaan. Dat deden ze altijd al en dat zullen ze blijven doen. Zeker het ‘blijven’ heeft wetenschapsclub NWO goed begrepen, want ze gunt haar prestigieuze Spinozapremie voor het eerst aan een religiewetenschapper. Een ongelovige en eigenlijk een cultureel antropoloog, dat dan weer wel. Maar Birgit Meyer verdiende haar sporen met uitgebreid onderzoek naar geleefde religie in Ghana. Ze kijkt dus in het bijzonder naar de ervaring en expressie, het doen, ervan. En dat spreekt in het belevingstijdperk ongetwijfeld meer tot de verbeelding dan de bestudering van een abstractie.
De jury was vooral gecharmeerd van haar interdisciplinaire aanpak. Ze schroomt niet om opvattingen uit mediastudies, filosofie, religiewetenschappen en antropologie aan elkaar te rijgen. Deze voortvarendheid levert spannende inzichten op over zintuiglijke prikkels en de emotionele kracht van religieuze beelden.
Lichaam
Hoewel zelf atheïst, prijs ik het juryoordeel en kijk ik uit naar de resultaten. Juist omdat Meyer aan de slag gaat met concrete zaken. Met ons lichaam ervaren we beelden, objecten en klanken en hebben daarbij zo onze rituelen. In religie worden deze gecultiveerd om een brug naar een andere werkelijkheid te slaan. Dat doe je dus met je zintuigen.
Magisch
Samen met een collega, ook religiewetenschapper, probeer ik zoiets in Vézelay. Deze Franse pleisterplaats is een goudmijn aan eeuwenoude, spirituele overblijfselen met een bijna magische uitwerking. We onderzoeken in gezelschap van andere geïnteresseerden wat we daar als ongelovigen nog mee kunnen. Want religiositeit is wat ons betreft niet voorbehouden aan degenen die wél overtuigd zijn van een bovennatuurlijke entiteit. Maar dat is weer een andere discussie.
Religie is volgens Meyer zo aantrekkelijk omdat ze de zintuigen prikkelt. Deze prikkeling roept emoties op. Kunst heeft ook zo’n effect. Je wordt geraakt, je beleeft iets. Die andere werkelijkheid? Ik denk aan het kaarsje dat ik opstak voor een collega die veel te jong uit het leven stapte. Niet omdat ik geloofde haar zo nog te bereiken. Het was ‘slechts’ een geruststellend ritueel dat inwerkte op mijn gemoedstoestand.
Geloof bijzaak
Filosoof en atheïst Ger Groot zei het al: een religieus leven begint met het ritueel en alles wat daarbij van pas komt. Geloof is bijzaak. Eerst de handeling, dan pas het idee. Het lichaam ervaart en geeft het hoofd vervolgens de kans om erover na te denken. Dan kun je dus op het idee van een opperwezen komen. Of niet. Die rituelen, zegt Groot, gebruiken we om de tomeloze tijd te structureren. Denk aan de indeling in seizoenen en jaren met bijbehorende riten. Een kwestie van betekenis geven. Welke, is van ondergeschikt belang.
We doen religie, met of zonder God. Of noem het spiritualiteit. Of verhalen. Want illusie of niet, die andere werkelijkheid laten we toch niet aan onze neus voorbij gaan?
Meer lezen over de manier waarop we betekenis geven? Meld je hier aan.