Wondereiland krijgt na Chapala ook orkaan Megh nog over zich heen

Het toch al zo geplaagde Jemen is het eerste land dat binnen een week twee orkanen moet verwerken terwijl het al zeven maanden in oorlog is met zichzelf, daarbij aangemoedigd en gesteund door buurlanden en grootmachten. En dan nu ook nog orkaanstormen over wondereiland Soqotra, die koraalriffen op het strand werpen en duizend jaar oude drakenbloedbomen ontwortelen.

Afgelopen dinsdagochtend 3 november heel vroeg bereikte orkaan Chapala het vasteland van Jemen, nabij de Zuid-Arabische havenstad Mukalla. De eerste berichten en filmpjes druppelen eerst, maar stromen later binnen. In die van maandagavond zien we jongens nog speels wegrennen voor de hoge golven die Chapala voorafgaan en niet veel later -volgens twitterberichten althans- de halve boulevard meezuigen.

Vrijdag 31 oktober -middenop de Indische oceaan- krijgt Chapala nog het -eennahoogste- etiket 4 en worden deskundigen lyrisch over kracht en opbouw van wat ze betitelen als een voor deze streken unieke orkaan. Zondag zwakt Chapala af naar een 3, dinsdagochtend komt het aan land als orkaan categorie 1. Kort erna is Chapala zo getemperd in kracht dat de gewezen orkaan verder door het leven moet als naamloze tropische storm, die evengoed heel veel wind en regen brengt.

Woensdagochtend filmpjes van mensen die aanvankelijk geamuseerd toekijken hoe de weg verandert in rivier. Maar ook van mannen die aan portieren rukken om inzittenden te redden uit drijvende auto’s, in de kolkende watermassa’s die de straten van Mukalla hebben veroverd. Dat is een halfjaar nadat ‘aan Al Qaeda geliëerde groepen’ zoals dat heet, Mukalla innemen, in samenspraak met een alliantie van lokale stammen.

Twitterberichten hebben het aanvankelijk over honderdduizend mensen die vluchten voor Chapala en over een regenval van veertig inches. Dat is een meter. Twitteraars echoën elkaars cijfers, maar die blijven onbevestigd door mensen die daadwerkelijk meten. Pas donderdagavond komt Unosat met een kaartje wat volgens computermodellen gevallen zou kunnen zijn. Jemen is in oorlog, reëele cijfers ontbreken.

Aan water groot gebrek, vooral in dit deel van Jemen. Maar als het met de veronderstelde honderden millimeters tegelijk op de harde, kale en bergachtige bodem neerslaat betekent dat vooral overstromingen. Donderdag druppelen pas berichten en foto’s van weggevaagde dorpjes door. Voor hulp zijn de Jemenieten aangewezen op elkaar, vanwege de oorlog zijn multinationale hulpdiensten nagenoeg afwezig. Ook vanuit het nabije, maar nog geïsoleerder gelegen puntje van Afrika -het Somalische Puntland- druppelen overigens berichten door over ravages.

Mukalla was nog vrij ver verwijderd van het oog van de storm. Nog verder verwijderd is Wadi Hadramawt, waar de steden Sayun en Shibam lang geleden door Unesco werden uitgeroepen tot werelderfgoed, vanwege de monumentaal hoge huizen, opgetrokken uit leem. We zien op het kaartje van Unosat wel de nodige regen vallen op dit ‘Manhattan van de woestijn’, maar alarmerende berichten blijven uit.

Twitter als nieuwsbron

Ook nul berichten -in elk geval niet openbaar- vanuit het oog van de storm: het stadje Bir ‘Ali en gas- en olieterminal Balhaf. In Balhaf liggen Saoedische troepen gelegerd en staat -of stond- een blinkend buizenstelsel, om de in het achterland gewonnen LPG in schepen te gieten en Jemen daarmee te voorzien van broodnodige inkomsten.

Intussen gaat de oorlog in Jemen gewoon door. We lezen berichten over wapendroppings her en der in het land, over de veldslag die woedt in de al maanden belegerde stad Taïz, de derde stad van Jemen, op de denkbeeldige grens tussen Noord- en Zuid-Jemen. We lezen berichten over Eritreërs en Colombianen die als legionairs vechten aan de zijde van de sunnitische coalitie, geleid door Saoedie-Arabie en de Verenigde Arabische Emiraten, die de vorige regering terug aan de macht wil.

Saoedische vliegtuigen gaan door met het werpen van bommen op hoofdstad Sana’a, waarvandaan sinds maart een alliantie van Houthies -als je ze ergens mee moet vergelijken dan met een shiietische variant op de Talibaan- en een consortium rond voormalig president Ali Abdallah Saleh de scepter zwaaien. Omar al Sagghier -in zijn UNDP-kantoor in Sana’a- vindt het woensdag eigenlijk vrij rustig. Vorige week nog viel er een bom op een wapendepot in de buurt, met het nodige vuurwerk tot gevolg.

Lastig, vindt Sagghier, vooral het gebrek aan energie. Stroom uit het stopcontact is er al tijden niet meer, maar ook brandstof voor de generatoren is tegenwoordig onbetaalbaar. Op elke spreekwoordelijk straathoek van Jemen vindt je van ousher handelaren in qat -een mild stimulerend struikje. Naast de bosjes qat staan tegenwoordig ook blikken diesel. ‘Five dollars a liter!’

Gehavend droomeiland. Maar hoe gehavend?

Ik bel met Al Sagghier om te informeren naar de schade op Soqotra, het droomeiland in de Indische oceaan waar het oog van orkaan Chapala al in de vroege ochtend van zondag rakelings langsvloog. Sinds maart is Soqotra net als vroeger het halve jaar -of zo lang de moesson waait- onbereikbaar, wegens gebrek aan geschikte havens. Saoedie-Arabië en de coalitie heersen over een no fly-zone, lijnvluchten zijn opgedroogd.

Dat is in een enkel opzicht een voordeel: de kwetsbare natuur wordt niet meer overlopen door toeristen. Vanwege het isolement van het eiland -het ligt vierhonderd kilometers verwijderd van vasteland Jemen, meet grofweg honderdvijftig bij veertig kilometer- is de flora uniek en het landschap buitenaards. Wie op Soqotra komt waant zich in sciencefictionland. Je loopt over roestige hoogvlaktes, kling, klang onder je voeten. Om je heen bomen die verzonnen lijken. Biologen van over de hele wereld zijn zuinig op Soqotra, via de VN en aanverwante organisaties stroomt een bescheiden aantal conservatie-dollars het eiland op.

Het slechte nieuws is dat orkaan Chapala een heel aantal van die bomen -drakenbloedbomen van soms wel duizend jaar oud- heeft ontworteld. Overvloedige regenval heeft grote stukken land doen verdwijnen, melden Salem Hawash en Abdalgamil Mohammed, van het Environmental Protection Agency (EPA) op Socotra. Hoeveel precies weet niemand, want ook wegen en bruggen zijn weggeslagen. ‘Ons team is onderweg en zal een aantal dagen wegblijven. Hun rapport zullen we volgende week met je delen.’

Ik herinner me een wandeling van noord naar zuid, een kilometer of vijfendertig dwars over de vijftienhonderdmeter hoge Hagghierbergen. Boven logeerden we in de stal van een geit, iets anders was er niet. Haar beschutte, warme stal zal er nog wel staan. De volgende ochtend daalden we langzaam af via maanlandschappen die soms de adem benamen. Daarna passeerden we steeds talrijker hutjes, opgetrokken uit natuursteen, hout, leem en golfplaten. Die zullen toch niet meer overeind staan, vraag ik Omar Al Sagghier.

Economische klap

Omar denkt dat het meevalt, allijkt hij hij het te hebben over stenen huizen op Nujid, de laagvlakte aan de zuidkust. ‘Enkelmuurse huisjes hebben het begeven, dubbelmuurse huisjes staan nog. Ik heb net gebeld met mijn contact in Nujid, ook de zonnepanelen die we hebben gefinancierd liggen nog vast op de daken.’

Mensen zijn op tijd gewaarschuwd, hebben een veilig heenkomen kunnen zoeken, legt Omar uit. Dieren niet, een flink deel van de op Soqotra zo talrijke geiten zal zijn gesneuveld. Dat mag fijn zijn voor de kwestbare flora, voor de Soqotri is het de zoveelste economische klap.

Was het toerisme al een tijdje opgedroogd, nu zijn behalve veeteelt ook visserij en landbouw zwaar getroffen. Dankzij de waarschuwingen was geen visser op zee, van hun vissersbootjes is weinig meer over. Dadelpalmen omgewaaid en ontworteld, groententuintjes weggestroomd. Illustratief is een foto die telkens geretweet wordt, van een jongetje met een gered lammetje in de armen. Eendracht en vatsberadenheid van de ongeveer vijftigduizend Soqotri -het eiland is eigenlijk een groot dorp- zijn groot, zegt Omar. ‘Iedereen helpt. Van groot tot klein.’

Ecologische dreun

Dan bel ik met Salem Dahiq, plaatselijk vertegenwoordiger van een Duitse ontwikkelingsorganisatie. Hij is op het vliegveld, waar de Soqotri de sultan van Oman en de Emir van Dubai prijzen, want die hebben ieder een vliegtuig met hulpgoederen gestuurd. Ik vraag Dahiq welke cijfers uit de media kloppen: tachtig of tweehonderzesenzeventig huizen kapot, veel beschadigd, drie doden. ‘Nobody dead,’ zegt Dahiq, moeilijk te verstaan. ‘Nobody dead.’

Ik vraag Salem Hawash naar Ahmad Adib, op wiens campsite ik logeerde als we niet op expeditie waren: een verzameling hutjes op het strand, klamboes, maanlicht, kabbelende golfjes en scharrelende krabbetjes. In de grote hut kookte Ahmad samen met vrouw -achter een houten wand- de heerlijkste visgerechten. Grote porties, er moest wel overblijven voor de rest van het gezin. De hele familie is op tijd weggekomen, meldt Haweesh, maar van de campsite is niets meer over. ‘Er waren golven van vier, vijf meter. Alles is weg.’

Delen van de achter de campsite gelegen boomgaard zijn ook verzwolgen door golven en wind, maar de botanische tuin van de familie Adib -ruim landinwaarts- is grotendeels gespaard is gebleven, zelfs de plastic kas staat nog overeind. Dat is goed nieuws, want de mini-drakenbloedboompjes en mini-woestijnrozen van de familie Adib moeten de gesneuvelde exemplaren de komende jaren wel vervangen. Ze waren toch al hard nodig, de antieke bomen op Soqotra hebben dankzij de geiten al zoveel moeite jonge aanwas voort te brengen.

Ik hoor van Omar Al Sagghier dat de met Nederlands ontwikkelingsgeld gebouwde kademuur in het dorpje Qadhab de slagregens en overstromingen heeft doorstaan, de wadi dwars door het dorp is daardoor niet buiten zijn oevers getreden, heeft geen huizen verzwolgen.

Na orkaan Chapala ook orkaan Megh nog

Verder is alles langs de noordkust gesloopt door Chapala. De enig bruikbare haven is onbuikbaar geworden. Soqotra is al jaren een baken van rust temidden oorlogen en Arabische lente’s, maar hoeft niet per se nog dieper het isolement is. Er druppelen flarden berichten door. Aan de westkust -bij Qalansiyah- is een vrachtschip op het strand geworpen. Een halve dadelplantage is omgewaaid. ‘Maar dadelpalmen zijn niet endemisch. En zijn te vervangen,’ nuanceert Allan Forest van de Edinburgse Botanical Gardens, sinds de Britse koloniale tijd verbonden aan Soqotra.

Erger vinden botanici en marine biologen dat grote delen van het koraalrif op de strand liggen, naast  zeesterren, slakken en andere organismen die alleen in de zeeën rond Soqotra voorkomen. ‘Terwijl de zee al overbevist wordt. Dus dat heeft een enorme impact, ‘zegt Kay van Damme, bioloog te Gent, en voorzitter van de Friends of Soqotra.

Het wordt vrijdag, nieuwe berichten drogen op. Behalve dan het bericht dat er een nieuwe depressie groeit op de Indische oceaan, zo krachtig dat die een naam krijgt: Megh. Zaterdag blijkt Megh ontwikkeld tot orkaankracht 2, zondagochtend zelfs tot 3. Serieuzer nog is dat Megh rechtstreeks aankoerst op Soqotra, kort erna over Puntland zal razen, om dinsdagochtend nabij Jemens tweede stad Aden aan land te komen.

‘Soqotri zijn gewend aan stormen,’ reageert Van Damme uit Gent. ‘Alleen was Chapala extreem. Maar we zullen de waarschuwing doorsturen!’

Lees ook over Soqotra:
Wondereiland zonder dinosaurussen
Geit vs Drakenbloedboom
Droge voeten op Soqotra

 

Mijn gekozen waardering € -

Een actualiteit staat zelden op zichzelf, die komt voort uit context. Daarom reist Anthon Keuchenius (1964) graag rond, ongeveer tussen Heuvelrug en Jemen, om die context in tekst en beeld te brengen. Liefst ruim voor- of nadat die actualiteit zich voordoet. Of waar anderen hem laten liggen.