Het is ruim anderhalf jaar geleden dat Pater Frans werd vermoord, in zijn klooster in Homs, Syrië. Zoals dat daar hoort, werd Frans meteen de volgende dag begraven. In Nederland volgde veertien dagen later een herdenkingsdienst. Daaruit is een bloemlezing van teksten van en over Pater Frans voortgekomen. Het boekje (115 pag.) zag pas onlangs het licht en draagt de titel: Frans van der Lugt SJ, waarbij de afkorting staat voor Sociëteit van Jezus, of in het Latijn: Societas Iesu.
Want Frans was een jezuïet. Hoe dat zo kwam, lezen we in eigen werk, als Van der Lugt zichzelf portretteert als puber van wie al snel ‘het studieschip strandt’, ook omdat ‘de hoogst amusante kanten van de maatschappij’ worden ontdekt. We zien zelfs een Frans die het amoureuze pad opgaat. Totdat het geloof steeds harder roept. ‘Toen de feesten hun onschuld verloren, begon ik hun leegte te ervaren’, schrijft Frans, die zoekt en zoekt en dan ‘hard wordt neergeslagen’, door zijn God. ‘Dit was, geloof ik, hard nodig vanwege mijn zelfgenoegzaamheid. Leidende functies hebben mij niet bepaald nederig gemaakt, maar eerder burgerlijk en wat dies meer zij.’
Burgerlijk werd Frans nooit, eerder belichaamde hij het non-conformisme. Maar hij bleef wel een leider, eigenlijk overal waar hij kwam. Al vrij vroeg was dat Syrië, waar hij zijn hart verpandde aan land en mensen. En talloze avonturen beleefde, te voet, per fiets of in zijn VW-busje.
Ik snak eigenlijk naar een biografie waarin juist die avonturen beschreven staan, want Frans was een avontuurlijk man. Ik wil daarin lezen hoe hij de ontvoerde kinderen van een Nederlandse moeder terug de grens over smokkelt, te voet natuurlijk. Ik wil lezen hoe hij -als bankierszoon- geld bijeensprokkelt voor zijn project ‘Al Ard’. En dan nog de naar schatting duizend avonturen van Frans die ik niet ken. Liefst ga ik zelf op zoek naar die avonturen. Mocht er een uitgever zijn die daar brood in ziet, ik ken Syrië heel aardig, logeerde ooit bij Frans en neem met weinig genoegen.
Het non-conformisme en de neiging dingen informeel te regelen klinkt ook terug in een van de twee Arabische bijdragen aan dit veel te dunne boekje: die van jezuïet Tony Homsy, die Frans’ tomeloze energie zelf ervoer. En dan met name op de lange wandeltochten, die Frans beroemd maakten tot in de uithoeken van Syrie, want juist daar wilde hij wandelen. Homsy: ‘Het is heel vervelend voor een jong mens om moe te worden van een trektocht, terwijl een zeventigjarige priester onvermoeid vooraan blijf lopen. Mensen praten nog steeds over zijn neiging om naast de weg te lopen.’ Het moest altijd vooruit, en liefst anders.
Grafkisten
Maar dan wordt het 2011, begint de oorlog en rijdt Frans vluchtelingen en soms ook grafkisten heen en weer in zijn VW-busje uit 1976, voorbij frontlinies en langs roadblocks, ‘met goedkeuring van beide legers’. Frans ergert zich aan de ‘zwart-witbeschrijvingen’ waarin journalisten vervallen. ‘Het goede en het kwade zijn bij hen niet met elkaar verweven, maar worden uit elkaar getrokken. Ze demoniseren de een, en verheerlijken de ander.’
Toch voelt ook Frans bijna de neiging partij te kiezen, als de christelijke gemeenschap telkens verder de hoek wordt ingedrukt door het vrije Syrische leger, voor hem een wolf in schaapskleren. Gelukkig zoeken vervolgens moslimvluchtelingen -onder wie een soort collega- hun toevlucht in zijn klooster. Ze blijken ‘heel praktisch’, doen de was, houden het klooster draaiend, maken zelfs de kerk schoon voor een dienst. Frans vraagt de imam tijdens de dienst een tekst uit de koran voor te lezen: ‘Dit deed hij met veel enthousiasme, en zowaar kwam hij ook nog met een mooie preek voor de dag, over broederschap. En toen wilden de meesten communiceren. De vrouw van de imam kwam er ook aan. Toen gingen al mijn dogmatische neigingen (voorzover ik die had of ooit heb gehad) de mist in.’
Frans van der Lugt SJ (1938-2014); Bruggenbouwer en martelaar in Syrië. Samengesteld door Paul Bergheyn SJ; Valkhof Pers ISBN9789056254490