Morgen zondag 17 april beslist het Braziliaanse Huis van Afgevaardigden of president Dilma Rousseff aan impeachment moet worden onderworpen of niet. Er is een tweederde meerderheid hiervoor nodig en het spant erom of die wordt gehaald. Mocht het Huis voorstemmen, dan verandert er vooralsnog niets. De president blijft aan en de Senaat moet ook over het voorstel stemmen. Als ze ook hier verliest, heeft de Senaat 180 dagen om een eindoordeel te vellen. In de tussentijd wordt haar presidentschap opgeschort.
Voor de Braziliaanse bevolking is het een bloedstollend weekend. De voorstanders van impeachment zijn de Arbeiderspartij van de linkse Rousseff en haar populaire voorganger Lula meer dan zat na veertien jaar regeren. Ze willen dat er een economisch klimaat wordt gecreëerd dat vriendelijker is voor investeerders, een klimaat waarin het zakenleven beter kan gedijen, met onder andere minder bureaucratie en een overzichtelijker belastingstelsel. Lula en Dilma, zoals Rousseff door de Brazilianen wordt genoemd, hebben de nadruk gelegd op armoedebestrijding en hebben daar ook belangrijke resultaten mee geboekt. Circa dertig miljoen Brazilianen zijn uit de armoede geklommen.
De tegenstanders van impeachment zijn van mening dat de impeachment onrechtmatig is, omdat de argumentatie is dat de president boekhoudkundige truuks heeft gebruikt om de begroting sluitend te maken. “Dat doen ze allemaal”, zo zeggen velen.
De echte reden, zo vinden Dilma’s supporters, is dat rechts de politieke macht wil grijpen en de onderzoeken naar corruptie die nu gaande zijn wil frustreren.
Corrupt lijken vrijwel alle hoofdrolspelers in de Braziliaanse politiek. Tegen zo’n tweehonderd mensen lopen onderzoeken. De voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, Eduardo Cunha, die het impeachment-proces leidt, wordt beschuldigd van het aannemen van steekpenningen en het verbergen van dat illegaal verkregen geld op Zwitserse bankrekeningen.
Cunha’s partijgenoot vice-president Michel Temer, die Rousseff opvolgt als ze inderdaad het veld moet ruimen, wordt ervan beschuldigd betrokken te zijn bij de benoeming van nu gevangen directieleden van het staatsoliebedrijf Petrobras. Ook de belangrijkste oppositieleider, Aécio Neves ligt onder vuur, evenals senaatsvoorzitter Renan Calheiro, partijgenoot van Cunha en Temer.
De enige die vooralsnog schone handen heeft, en in ieder geval niet aan zelfverrijking lijkt te hebben gedaan, is nu precies Dilma Rousseff. Maar ze is een zwakke president en is niet in staat is gebleken om de hoge populariteit van haar voorganger Lula te handhaven. Hun Arbeiderspartij ligt onder vuur, ook bij hun eigen aanhang. Corruptie en vriendjespolitiek zijn de sleutelwoorden. Toen Lula na liefst drie keer proberen eindelijk de verkiezingen won, bleek zijn partij er net zulke dubieuze praktijken op na te houden als de rechtse oppositie.
Maar dat is nu geen reden om Dilma Rousseff naar huis te sturen, zeggen de tegenstanders van impeachment. Aan corruptie hebben alle grote politieke partijen zich schuldig gemaakt, dus het is nu geen argument.
De strijd gaat volgens velen gewoon tussen links en rechts. Rechts heeft met het falende economische beleid van de regering Rousseff een goede aanleiding gevonden.
Maar links vreest dat de democratie op het spel staat en roert zich flink met grote acties onder andere in Rio en Salvador. “Er komt geen coup”, is de slogan. De democratie is nog maar dertig jaar oud in Brazilië. Het land zuchtte onder een dictatuur van 1964 tot 1985.
Onder de voorstanders van impeachment zijn aanzienlijk veel mensen die roepen om een terugkeer van de militairen om orde op zaken te stellen.
Orde op zaken moet er zeker worden gesteld in Brazilië, maar als president Rousseff wordt weggestemd, is dat helemaal geen garantie dat dat gaat gebeuren. Degenen die azen op de macht hebben hun handen vuil gemaakt en hebben de afgelopen jaren ook niet laten zien dat ze de politieke visie hebben om het land in betere banen te leiden.
Beter is het idee van Rousseff om, als ze politiek overleeft, een regering van nationale eenheid te vormen die als allereerste prioriteit heeft het land economisch weer op koers te krijgen. Intussen is het van het grootste belang dat de onderzoeken naar corruptie, de operatie Wasstraat, doorgaan. Dat lijkt onder Rousseff beter gegarandeerd dan onder degenen die uit zijn op haar val.