De documenten van WikiLeaks maken duidelijk dat Berlusconi bespioneerd werd door Amerika van 2008 tot en met 2011 en vooral rond de tijd waarin zijn premierschap eindigde. Dit bevestigt voor veel Italianen, en met name voor de partij Forza Italia van Berlusconi, dat de democratisch gekozen Berlusconi op 12 november 2011 onvrijwillig opstapte om ruimte te maken voor Monti, die van 2005 tot 2011 op de loonlijst stond van de machtigste Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs.
De partij Forza Italia wil een parlementaire enquête naar de kwestie en spreekt van een complot. Ook premier Matteo Renzi wil dat de onderste steen boven komt en heeft toegzegd op alle niveau’s om uitleg te zullen vragen.
Knallen als een champagnekurk
Uit de door WikiLeaks gelekte documenten, blijkt dat de National Security Agency (NSA) een speciale elite eenheid, de Special Collection Service, heeft ingezet om Berlusconi en zijn naaste adviseurs af te luisteren. Het gaat onder meer om een ‘top secret’ gesprek in Brussel waar Berlusconi op 22 oktober 2011 ernstig onder druk wordt gezet door Merkel en Sarkozy om zware maatregelen te nemen om de Italiaanse staatsschuld te verkleinen. De WikiLeaks documenten bevatten gedetailleerde zinnen uit de onderschepte gesprekken van de hoofdrolspelers: zo zegt Sarkozy tegen Berlusconi dat zijn beweringen over het solide Italiaanse banksysteem in theorie waar kunnen zijn, maar dat de Italiaanse financiële instellingen snel “in de lucht kunnen knallen als een champagnekurk” en dat “woorden niet meer genoeg zijn” en dat Berlusconi “nu beslissingen moet nemen”.
Veel Italianen herinneren zich nog de persconferentie een dag later, op 23 oktober, van Merkel en Sarkozy waar een Franse journalist vraagt of zij vertrouwen hebben in Berlusconi en Italië, waarop Merkel en Sarkozy elkaar aankijken en hun best doen om niet in lachen uit te barsten, de hele zaal met journalisten lacht mee. Als Sarkozy zich herstelt heeft, antwoordt hij quasi diplomatiek dat ze vertrouwen hebben in ‘de gezamenlijke Italiaanse politieke en financiële instituties’.
Uit de, door de NSA afgetapte, telefoontaps van Berlusconi’s persoonlijk adviseur Valentini blijkt dat Merkel en Sakozy niet alleen staan: nog een dag later later, op 24 oktober, dringt de voorzitter van de Europese Raad, Herman van Rompey er bij Italië op aan om maatregelen te nemen om de indruk te verminderen bij de landen van de Europese Unie dat Italië gebukt gaat onder een enorme staatsschuld, op een moment dat zijn economie weinig dynamiek laat zien en er sprake is van een lage productiviteit.
Bespioneren van bevriende naties
Door computeranalist en klokkenluider Edward Snowden was al in 2013 bekend gemaakt dat de NSA gesprekken heeft afgeluisterd van onder meer Merkel en de Franse president François Hollande. Zij hebben zich daar indertijd persoonlijk over beklaagd bij de Amerikaanse president Barack Obama en betitelden het afluisteren als onacceptabel.
Zonder specifiek in te willen gaan op de zaak van de NSA versus Berlusconi, licht Mark Toner, de woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, het Amerikaanse beleid toe: “De Amerikaanse president is helder over het feit dat, tenzij er een duidelijk motief van nationale veiligheid is, we geen communicatie controleren van presidenten en regeringen van bevriende naties. We zijn partners en blijven hecht samenwerken met Italië om de collectieve veiligheid van onze beide landen en van onze inwoners te beschermen”.
Laura Boldrini, voorzitter van het Italiaanse parlement denkt daar anders over: “Het is zeer ernstig, wat er naar voren komt uit de files van Wikileaks: de voormalige regeringsleider van Italië die wordt afgeluisterd door de Amerikaanse inlichtingendienst. Een onacceptabele daad van spionage, die een zware schaduw werpt op de verhouding tussen bevriende naties…”
Pierfernando Casini, voorzitter van de commissie voor Buitenlandse Zaken: “Richting de Amerikanen is het noodzakelijk om helder te zijn: vrienden luisteren elkaar niet af en moeten elkaar respecteren.”
Nicolò Ghedini, sinds jaar en dag de advocaat van Berlusconi, zegt te overwegen aangifte te doen van het delict politieke spionage. En Matteo Salvini van de Lega Nord zegt van de Amerikanen te willen weten “waarom Italië sinds 2011 geen democratisch gekozen regering meer heeft.”
Het Goldman Sachs Project
Op 1 november 2011, vlak voor de val van Berlusconi op 12 november, werd Mario Draghi, voormalig topman van de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs, benoemd tot president van de Europese Centrale Bank (ECB). Vóór 1 november was Draghi president van de Italiaanse Centrale Bank en in die functie niet in staat om de Italiaanse financiën op orde te krijgen, wel werd hij geschikt bevonden om de Europese Centrale Bank te gaan leiden. Berlusconi daarentegen werd de financiële situatie van Italië dusdanig aangerekend dat hij als democratisch gekozen premier een stap terug moest doen voor een andere topman van Goldman Sachs: Mario Monti.
Ook in Griekenland speelde Goldman Sachs een grote rol bij de wisseling van de wacht. De voormalige handelaar in derivaten Greg Smith beschrijft in zijn boek Why I left Goldman Sachs dat zijn bank achter de complexe derivaten zat die aan Italië en Griekenland werden verkocht om de hoogte van hun staatsschulden te kunnen verbergen. Ten tijde van de controversiële derivaten deals met Goldman was Draghi derhalve president van de Italiaanse Centrale Bank en Lucas Papademos was president van de Griekse Centrale Bank. De ongekozen technocraat Papademos werd op 10 november 2011 geïnstalleerd als premier van Griekenland, enkele dagen voor de installatie van Monti als premier van Italië op 16 november. Petros Christodoulou, ook een voormalige bankier van Goldman Sachs, werd directeur van de dienst die de Griekse staatsschulden beheert.
De lijst met voormalige topmensen van Goldman Sachs op topplekken bij de Amerikaanse en Europese overheid is lang. De Britse krant The Independent noemt dit het Goldman Sachs Project. Het Project bestaat eruit een dusdanig vergaande uitwisseling van mensen en geld te creëren, dat het onmogelijk wordt om het verschil te zien tussen het publieke belang en en het belang van Goldman Sachs. De zakenbank biedt toppolitici met een groot netwerk die een regering verlaten een zeer goed betaald adviseurschap aan, maar dat is maar de helft van het Project. De andere helft bestaat eruit om Goldman bankiers richting regeringen te sturen, aldus The Independent.
Nogal wat banken en accountantskantoren hebben de kunst van Goldman Sachs afgekeken, ook in Nederland zijn er bekende voorbeelden. Oud-minister van Financiën Gerrit Zalm, is sinds 2008 topman bij ABN AMRO. Oud-minister van Financiën Wouter Bos werd partner bij KPMG en voormalig premier Jan-Peter Balkenende is partner bij Ernst & Young, waar hij een veelvoud verdient van de ‘Balkenendenorm’.
Scheiding tussen bank en politiek
Berlusconi kwam in de periode voorafgaand aan zijn aftreden als premier van Italië in november 2011 van het ene schandaal in het andere terecht en er was veel kritiek op zijn functioneren. Maar hoe je het ook wendt of keert: hij was een democratisch gekozen premier van een Westers land. Door hem plaats te laten maken, al dan niet gedwongen, voor een senior adviseur van Goldman Sachs, zijn de basisregels van de democratie met voeten getreden.
Vanwege de vergaande belangenverstrengeling van de bankensector en de politiek is het wellicht tijd om op internationaal niveau afspraken te maken over machtenscheiding. Afspraken die vergelijkbaar zijn met de gangbare machtenscheiding in een rechtsstaat tussen de wetgevende en de rechterlijke macht: om belangenverstrengeling te voorkomen zou een politicus geen rechter mogen worden en een rechter geen politicus. In het verlengde hiervan zou ook een bankier geen politicus mogen worden en een politicus geen bankier, zowel om de democratische rechtsstaat te beschermen als om een nieuwe financiële crisis als in 2008 te voorkomen.
De individuele belangen van landen, politici en bankiers zijn vanzelfsprekend enorm groot, zoals ook weer blijkt uit de Panama Papers: op allerlei ondoorzichtige manieren wordt geld weggesluisd door machtige personen die uit zijn op persoonlijk gewin. Internationale afspraken over machtenscheiding, bijvoorbeeld in een convenant, zullen dan ook zeker niet makkelijk realiseerbaar zijn. Maar dat gold indertijd ook voor internationale klimaatafspraken, toch realiseren steeds meer mensen zich dat ze er eenvoudigweg niet onderuit kunnen: als we allemaal voor ons eigen hachje gaan, gaan we allemaal ten onder. Iets vergelijkbaars speelt hier ook, want een bankencrisis als in 2008 kan zich ieder moment weer voordoen en de bankensector blijft de democratische rechtsstaat aantasten.
Op het vlak van klimaatafspraken gaat het steeds beter, wellicht kan dat in de toekomst ook bereikt worden voor de scheiding van politiek en bankensector, zodat het ‘not done’ wordt om topbankiers en premiers van plaats te laten wisselen.