Een CLAP (Lokaal Comité voor de Opslag en Productie) is een buurtcomité dat de distributie van het voedsel onder de bewoners regelt. De regering beschouwt de schaarste als een door de winkeleigenaren en hun leveranciers gecreëerd probleem om de prijzen te verhogen. Ze zet dus de CLAP’s in om te voorkomen dat mensen voor de winkel in de rij moeten gaan staan. De bevolking krijgt van de CLAP’s een pakket met producten tegen de lage prijs, die de regering heeft vastgesteld. De oppositie bestrijdt de zienswijze van de regering en zegt dat de schaarste die er op dit moment in Venezuela heerst komt omdat er te weinig wordt geïmporteerd door geldgebrek van de regering. Venezuela is grotendeels afhankelijk van import om zijn bevolking te voeden.
Wie er ook gelijk heeft, de nood van de bevolking wordt alleen maar hoger. Voedsel wordt schaarser en de mensen kunnen het niet meer betalen. Alle producten waar de regering prijzen voor heeft vastgesteld worden op de zwarte markt tegen een veelvoud verkocht. Alleen mensen met hoge inkomens kunnen dat betalen, de anderen moeten in de rij staan en weten niet of ze met iets in hun tas naar huis gaan. Onder de armsten heerst er al een tijdje honger en dat breidt zich uit naar de midden-inkomens. De Venezolaanse bolívar is niets meer waard, dus de mensen hebben hun inkomen in rook zien opgaan. Alleen wie toegang heeft tot dollars buiten de zwarte markt, waar de koers voor Venezolanen zeer onvoordelig is, kan redelijk probleemloos door het leven gaan. Dat is maar een paar procent van de bevolking. Nu moeten de CLAP’s dus verlichting brengen voor de mensen die het eten op de zwarte markt niet kunnen betalen.
Geen anti-revolutionairen
Vice-president Aristóbulo Istúriz liet duidelijk merken dat de CLAP’s niet alleen bedoeld zijn om honger te bestrijden, maar ook om de positie van de regering te versterken: “Onze taak is dat ieder huishouden weet wie het volk verdedigt en wie het aanvalt”, zei hij tegen de krant El Universal, een van de grootste van het land. “Het verkopen van producten op de zwarte markt (tegen een veel hogere prijs, WU) schaadt de revolutie. De rijen voor de winkels schaden de revolutie. De schaarste schaadt de revolutie”, aldus Istúriz. Zijn partijgenote Erika Farías, gouverneur van de staat Cojedes in het midwesten van het land, ging nog een stapje verder: “We kunnen niet toestaan dat de bourgeoisie (lees: oppositie, WU) deel uitmaakt van de CLAP’s. Er kunnen geen anti-revolutionairen in.” Volgens deze gouverneur moeten de CLAP’s de mensen van deur tot deur bezoeken en ervan overtuigen dat de regering de goede weg is, in ruil voor eten.
Venezolanen die met de CLAP’s te maken hebben en die de regering niet steunen, klagen dat ze geen voedselpakket van de CLAP in hun buurt krijgen of dat er dingen uit de pakketten worden gehaald voor buren die wél voor de regering zijn. “De oppositie laten ze tot het laatst en als het pakket een pak melk heeft halen ze dat eruit”, zei een vrouw tegen de website Efecto Cocuyo in de hoofdstad Caracas. Een buurtbewoner klaagde dat bewoners alleen lid van de CLAP’s kunnen worden als ze lid zijn van de chavistische comités in zijn wijk. Maar ook de CLAP’s hebben niet altijd de hoeveelheid die is vereist om een hele wijk te voorzien. Soms worden de pakketten verloot. Het is dus niet zo dat de regering met de CLAP’s de schaarste kan oplossen, ze kan wél de schaarste verdelen en zorgen dat haar aanhang sneller aan eten komt dan haar tegenstanders.
Knokken om de macht
Dagelijks zijn er nu protesten tegen de voedselcrisis en dagelijks worden er vrachtwagens van leveranciers van winkels en supermarkten geplunderd. Een van de redenen voor de plunderingen is dat de mensen willen voorkomen dat het voedsel in handen van de CLAP’s komt. Ook steeds meer artsen en verpleegkundigen gaan de straat op om te protesteren, want in de ziekenhuizen sterven patiënten wegens gebrek aan medicijnen of kapotte apparatuur.
Ondertussen blijven de linkse regering van president Nicolás Maduro en de oppositie, verenigd in de MUD, Ronde Tafel voor Democratische Eenheid, als kemphanen tegenover elkaar staan, sinds de oppositie de parlementsverkiezingen op 6 december 2015 verpletterend heeft gewonnen. Er dus geen zicht op een oplossing voor de mensonwaardige toestand waarin Venezuela zich bevindt. Er wordt in Venezuela niet bestuurd, er wordt geknokt om de macht.
De oppositie heeft 1,8 miljoen handtekeningen verzameld om een refererendum te kunnen houden waarin het volk ja of nee zegt tegen de vraag of president Maduro moet vertrekken. Er waren niet meer dan 200.000 handtekeningen nodig, dus de oppositie ontving brede steun voor haar referendum. De Kiesraad, voor het merendeel bestaand uit regeringsgezinde leden, doet er nu ellenlang over om te bepalen of die handtekening rechtsgeldig zijn. Ongeveer 500.000 handtekeningen zijn ongeldig verklaard, volgens de oppositie om onzin-redenen.
Het duurt allemaal zo lang dat de MUD bang is dat het referendum niet meer dit jaar gehouden kan worden. Dat heeft belangrijke gevolgen. Als het referendum nog dit jaar wordt gehouden en de bevolking tegen de regering stemt, moet de hele regering aftreden. Als het referendum in 2017 wordt gehouden en de regering wordt weggestemd, moet alleen president Maduro aftreden en neemt vice-president Istúriz het over tot de verkiezingen in 2018.
Leopoldo López vrij
Veel analisten in Venezuela zijn het erover eens dat de regering en de oppositie alleen uit de impasse kunnen komen met onderhandelingen. De enige manier om die te voeren lijkt met buitenlandse hulp. Ex–premier Rodrígo Zapatero van Spanje en ex–presidenten MartínTorrijos van Panama en Lionel Fernández van de Dominicaanse Republiek zijn bezig te proberen de partijen tot elkaar te krijgen, maar dat lijkt geen succes te worden, omdat de oppositie vindt dat ze te veel pro-regering zijn. De oppositiegezinde website Caracas Chronicles zei een primeur te hebben over een voorstel dat Zapatero een van de belangrijkste oppositieleiders deed: Leopoldo López. López zit een gevangenisstraf van bijna 14 jaar uit wegens aanzetten tot geweld, een proces dat door veel mensenrechtenorganisaties aan de kaak is gesteld. Het was opmerkelijk dat Zapatero López mocht bezoeken, iets wat geen enkele (buitenlandse) hoogwaardigheidsbekleder tot nu toe is gelukt. Zijn voorstel moet dus bij de regering in goede aarde zijn gevallen. Volgens Caracas Chronicles hield het in dat López en andere politieke gevangenen vrij zouden komen in ruil voor het referendum in 2017 en een samenstelling van het Hooggerechtshof die gunstiger is voor de oppositie. Op dit moment bestaat dat Hof voor het merendeel uit regeringsgezinde magistraten vrijwel alle voorstellen van de Nationale Assemblee met haar oppositiemeerderheid naar de prullenbak heeft verwezen.
López weigerde het voorstel en gaf te kennen dat het referendum de hoogste prioriteit heeft en moet worden gehouden in 2016. Vooralsnog lijkt de hele MUD zich hier achter te scharen. Ook de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) doet pogingen om de impasse te doorbreken, maar stelt zich harder op. Venezuela loopt het risico uit de organisatie gezet te worden als de regering geen concessies doet. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken John Kerry heeft gezegd dat zijn regering er voorstander van is dat het referendum in 2016 wordt gehouden. Maar hij heeft ook gezegd niet te willen dat Venezuela uit de OAS wordt gezet. De vraag is of de gezamenlijke inspanning van Zapatero, Torrijos en Fernández samen met de OAS de zaak in beweging kunnen krijgen. Er is niet veel tijd meer en het aantal incidenten met wapens en de plunderingen nemen toe.
De wanhoop en de woede van de mensen wordt alleen maar groter. En dat, leert de geschiedenis, doet regeringen vallen.