De enige psychiater in Sierra Leone: ‘We zijn hier allemaal geestelijk ziek’

Dr. Nahim is de enige psychiater in Sierra Leone, een getraumatiseerd land met 6 miljoen inwoners. Maar zijn harde behandelingsmethoden zijn achterhaald, vinden westerse organisaties. Zullen die het uiteindelijk winnen of blijven ze te ‘westers’ om wortel te schieten? Tekst Janneke Juffermans en Babah Tarawally

Dr. Nahim? Ja, natuurlijk ken ik die, wie kent hem niet, zegt een taxichauffeur in Freetown, Sierra Leone, terwijl hij zich een weg probeert te banen door brommers, andere ­auto’s en overstekende mensen met spullen op hun hoofd. ‘Het is de beste psychiater van het land. Hij is ook de enige die zich bekommert om mensen die echt arm zijn en in de ellende zitten. Een heel goede man.’ Om vervolgens te lachen: ‘Ik heb hem nooit ontmoet, nee. Natuurlijk niet, met mij is niks aan de hand.’

Het is een veel voorkomende reactie op de vraag naar dr. Nahim. Iedereen in Freetown weet wie hij is, maar weinig mensen kennen hem persoonlijk. Hij is de enige psychiater in een land van 6 miljoen inwoners.

Sierra Leones recente geschiedenis is heftig. Het land kende een bloedige burgeroorlog van 1991 tot 2002. Net toen het land begon te herstellen en de economie flink begon te groeien, werd het samen met buurlanden Guinee en Liberia zwaar getroffen door het zeer besmettelijke en meestal dodelijke ebolavirus. Volgens schattingen van de WHO kampt ongeveer 3% van de mensheid met zware psychische problematiek en 10% met milde of matige. In Sierra Leone liggen die cijfers veel hoger: in 2002, net na de burgeroorlog, onderzocht het ministerie van Gezondheid het aantal mensen met een zware psychische stoornis en kwam op 12%.

De 70-jarige dr. Nahim is al acht jaar met pensioen, maar nog steeds actief als consultant van Kissi, het enige psychiatrisch ziekenhuis van Sierra Leone dat door de overheid wordt gefinancierd. Hij komt er nog drie keer per week. Bovendien heeft hij zijn eigen praktijk. Zeg je ‘psychiatrie’ in Sierra Leone, dan zeg je dr. Nahim. Althans, zo is het jaren geweest. Nahim wordt gesteund en geprezen door de meerderheid van de bevolking, die hem nog steeds beschouwt als de enige dokter die zich bekommert om de zwaar geestelijk zieken. Maar dr. Nahims gewoonte om patiënten te ketenen en zware medicijnen toe te dienen maken hem omstreden, hoewel deze methoden in heel West-Afrika gebruikelijk zijn. Vooral westerse organisaties verafschuwen zijn praktijken. Hij wil het alleen doen, op zijn eigen manier, hij wil zijn eigen koers varen en niet meegaan met nieuwe ontwikkelingen in de psychische zorg en wordt gezien als het grootste struikelblok voor de verbetering van de psychische zorg in Sierra Leone. ‘Nahim sedeert mensen hevig,’ zegt de Nederlandse psycholoog Paul Sterk. ‘En hij ketent ze vast. Patiënten zitten er soms jaren. Het is verschrikkelijk hoe hij met ze omgaat.’ Sterk spant zich al jaren in om de praktijken van dr. Nahim te bestrijden en te laten zien dat er alternatieven zijn.

De-escalerend werken

De Nederlandse ngo Global Initiative on Psychiatry en de Duitse ngo CBM begonnen in 2010 het door de EU gefinancierde programma organisatie Enabling Access to Mental Health(EAMH). Ze trainden twintig verpleegkundigen in psychische zorg, en psychosociaal werkers die patiënten tijdens en na hun behandeling begeleiden, vertelt Carmen Valle, coördinator van het programma. De verpleegkundigen leren heel andere methoden dan die van dr. Nahim. ‘Ze leren de-escalerend te werken,’ vertelt Valle. ‘Als iemand paranoïde is en hij wordt vastgeketend, dan versterk je de psychose. Immers, je bevestigt waar hij bang voor is. De-escalerend werken betekent iemand eerst eens tot rust laten komen zonder hem geweld aan te doen.’

The Connaught Hospital, het grootste overheidsziekenhuis, zette onder invloed van het programma een psychiatrische unit op waar enkele van deze verpleegkundigen werken. Bovendien zijn in alle veertien districtsziekenhuizen psychiatrische afdelingen geopend waar ze aan de slag zijn. Om alle nieuwe initiatieven te coördineren, organiseert EAMH jaarlijks een conferentie over de toekomst van de psychische zorg in Sierra Leone. Dr. Nahim schittert op deze conferenties telkens opnieuw door afwezigheid, hoewel hij wel wordt uitgenodigd. Dr. Muana, de directeur van Kissi Mental Home, komt wel. De vraag waarom de psychiater afwezig is, wordt door hem vaag beantwoord: ‘De psychiater leeft in zijn eigen wereld.’
Die eigen wereld bestaat onder meer uit zijn privépraktijk in het centrum van Freetown. De dokter houdt kantoor in een geel gebouw met twee verdiepingen aan een drukke straat. Op de eerste verdieping hangt een bord met zijn naam en academische titels: Dr. E. A. Nahim: (COR) MD. (UKR) DPM. MRCPsych. (UK) FWACP.

De kamer is muf en donker. Dr. Nahim speelt achter zijn bureau wat met zijn pen. Hij lijkt te mijmeren en niks concreets te doen, hoewel in de wachtkamer mensen (patiënten?) televisie kijken. Op zijn bureau flessen medicijnen en een thermometer. Tegen de muur een kastje volgestouwd met cd’s. ‘Ik luister graag naar klassieke muziek.’ Zijn stem klinkt rustig en vriendelijk. ‘Na de onafhankelijkheid van Sierra Leone in 1967 nam het land de psychiatrische inrichting over van de Britten. Kissi Mental Home was het enige psychiatrisch ziekenhuis in heel Afrika. In 1981 begon ik er als psychiater.’

Dr. Nahim heeft zijn buik vol van de westerlingen die zijn methoden bekritiseren. Als die kwestie aan het eind van het interview aan de orde komt, schieten zijn ogen vuur en wordt zijn stem fel. ‘Ik word zo moe van die discussie over mensenrechten. In het Westen zetten jullie psychisch zieke patiënten in elektronisch geïsoleerde cellen. Alsof dat niet in strijd is met de mensenrechten. We kunnen ons hier geen luxe permitteren. Ik heb hier niet de mankracht en de capaciteit.’
‘In het Westen isoleren we mensen inderdaad,’ zegt Jos Poelmann, voorzitter van Global Initiative on Psychiatry, in Sierra Leone om het programma van EAMH te evalueren. ‘Maar dat mag nooit langer dan 48 uur en moet worden gemeld aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg die controleert of de isolatie tijdig is geëindigd.’

Slechte geesten, zwarte magie

Tijdens het interview lacht dr. Nahim regelmatig. Half grappend, half serieus: ‘Weet je, eigenlijk is iedereen een beetje gek. De mate waarin verschilt.’ Hij wijst naar zichzelf: ‘Ik ben voor 5% gek en de fotograaf voor 10% en jullie voor 15%. Leven betekent enigszins gek zijn. De enigen die normaal zijn, zijn de doden.’

Hij legt uit dat psychiatrie overal in de wereld hetzelfde is, de methoden van behandeling en de medicijnen zijn universeel en, zo zegt hij, niet wezenlijk veranderd sinds hij begon als psychiater. Nahim werd tussen 1977 en 1981 opgeleid in het Maudsley Hospital met een beurs van de Britse overheid, vertelt hij. Maudsley is het grootste Britse trainingsinstituut op het gebied van psychische gezondheid. Eind jaren zeventig was de tijd waarin in het Westen de antipsychiatrie in opkomst was, een stroming die meer gelijkheid tussen patiënt en psychiater nastreefde en dwangbuizen, zware medicatie en opnames probeerde te beperken. Maar deze veranderingen waren toen nog geen gemeengoed. De invloed ervan is in Kissi hospital in elk geval niet terug te vinden. Dr. Nahim legt uit dat 95% van de patiënten naar traditionele genezers gaat. Slechts 5%, de zwaarste gevallen, komen naar hem toe, vaak nadat hun familie of de gemeenschap de kans op genezing heeft opgegeven.

‘De traditionele en religieuze genezers doen erg goed werk,’ zegt hij. Ze nemen patiënten van hem over waarvoor hij geen capaciteit heeft. ‘Sierra Leoners geloven dat de oorzaak van een psychische stoornis in de samenleving ligt, niet in het hoofd van de patiënt. Hekserij, grigri, slechte geesten en zwarte magie zijn de boosdoeners.’ Hijzelf ziet andere oorzaken: drugs, zoals marihuana, heroïne, cocaïne en alcohol. ‘90% van de psychiatrische stoornissen wordt erdoor veroorzaakt.’ Bovendien is er volgens hem een kleine stijging van psychiatrische stoornissen na zware calamiteiten als oorlog, overstroming of ebola. ‘Iedereen heeft een probleem in Sierra Leone. We zijn allemaal geestelijk ziek,’ zegt hij glimlachend.

Bij de vraag waarom hij niet naar de conferentie kwam, raakt hij weer geïrriteerd: ‘Daar heb ik geen tijd voor. Ik heb serieus werk te doen. Wat is de zin van zo’n conferentie? Het levert helemaal niets op!’ Dr. Nahim was jarenlang de enige autoriteit op het gebied van psychiatrie in Sierra Leone. Die positie wordt nu bestreden. Wellicht komt daar de irritatie vandaan.
Ondertussen is de enige aanwijsbare patiënt van de ochtend gearriveerd. Een jonge magere man komt met geboeide handen en aan elke kant een agent het gebouw binnen. Zijn blik staat dof en hij maakt een sombere indruk. Dr. Nahim glimlacht. ‘Het is een gevangenispatiënt. Ik moet beoordelen of hij toerekeningsvatbaar was tijdens het plegen van zijn vergrijp.’

Geketend op bed

In de oostelijke, arme wijk waar Kissi Mental Home is gevestigd, wonen ongeveer 200.000 mensen in kleine eigengemaakte huizen. In de inrichting zelf wonen 150 patiënten in een ruimte zo groot als een voetbalveld. De weg naar het ziekenhuis is geasfalteerd, in tegenstelling tot de omringende straatjes en steegjes vol kuilen. Het allereerste psychiatrisch ziekenhuis van West Afrika is 187 jaar oud. Het gebouw, dat in de burgeroorlog werd verwoest, is door de overheid hersteld en ziet er mooi uit. Het is geel geverfd, met goed onderhouden tuinen en een aangenaam rustige sfeer. Het ziekenhuis heeft in tegenstelling tot de rest van de wijk schoon drinkwater en elektriciteit.

De Britse klinisch psycholoog dr. David Winter, schrijver van het boek Trauma, Survival and Resiliency in War Zones. The Psychological Impact of War in Sierra Leone and Beyond, bezoekt het ziekenhuis al tien jaar. Hij herinnert zich nog goed wat hij er de eerste keer aantrof. ‘De omstandigheden waren erger dan nu; 75% van de mensen was geketend en de meesten zaten aan de muur vast. De hygiënische omstandigheden waren verschrikkelijk. Een patiënt gaf me een brief. Er stond in dat ze als dieren behandeld werden, er was geen water, de patiënten moesten hun eigen urine drinken. Ook was er geen elektriciteit, ’s nachts was het stikdonker. De staf was bang en durfde ’s nachts het ziekenhuis niet in. Ze tekenden het registratieboek en maakten vervolgens rechtsomkeert. De behandeling bestond uit enorme doses tranquillizers. Dr. Nahim vertelde me dat hij een hoeveelheid gaf die een westers persoon zou doden, omdat de Afrikaanse constitutie anders was.’
Inmiddels gaat het volgens Winter beter. Hij bezoekt het ziekenhuis elk jaar en de laatste keer was volgens hem nog maar 33% van de patiënten geketend. Jos Poelmann bezocht de kliniek recentelijk in de avonduren en zag 90% van de patiënten geketend op bed. ‘Het kan zijn omdat het tegen de avond liep dat het er zoveel waren, het was zes uur en het werd donker.’

Een zieke geest

Bij de ingang zit Sulaiman Quraishi (28) op een leunstoel. Hij glimlacht verwelkomend en introduceert zichzelf. Zijn gedrag doet vermoeden dat hij een receptionist is, maar hij draagt een ketting – hij is patiënt. Een deel van de ketting heeft hij in zijn handen om het gewicht niet te hoeven slepen. ‘Jullie komen voor dr. Nahim? Ik wijs jullie zijn kantoor,’ glimlacht hij. ‘Maar eerst jullie handen wassen, graag.’ Hoewel ebola inmiddels zo goed als geweken is, is dit een overblijfsel van het virus. Volgens Paul Sterk heeft de ebolacrisis het ziekenhuis goed gedaan. ‘Sindsdien is de hygiëne enorm verbeterd. Mensen liggen niet meer in hun urine.’

Dr. Nahim zit achter een lege tafel met zijn pen te spelen. ‘Kun je twee andere patiënten halen, zodat de bezoekers een indruk krijgen van mijn werk? vraagt hij Quraishi. Die is in een oogwenk terug met in zijn kielzog twee patiënten, van wie één met een ketting om zijn enkel. We zien alleen patiënten die met een losse ketting lopen. ‘Om te voorkomen dat ze wegrennen en om hen herkenbaar te maken op straat,’ legt dr. Nahim uit. Dr. Nahim maant hen om naast hem te komen staan. ‘Vertel wie jullie zijn.’ En vervolgens: ‘Het is niet moeilijk vast te stellen dat ze psychisch ziek zijn. Stel vragen en je merkt het vanzelf.’ De patiënten kijken met respect naar hem. Quraishi noemt hem ‘Papa’, de gebruikelijke aanspreektitel voor oudere mannen. Hij is de meest heldere en spraakzame van de drie. Hij vertelt dat zijn oom hem hier heeft gebracht omdat hij hem geld schuldig was. Volgens dr. Nahim heeft hij een drugsprobleem. Quraishi ontkent ooit marihuana te hebben gerookt, maar op de vraag hoe het voelt om het te roken zegt hij: ‘Dan voel ik me rustig.’ Dr. Nahim glimlacht. Ook Sylvester Alie (25) heeft een ketting om zijn voet. Hij formuleert moeizaam. Het lijkt erop dat hij veel medicatie krijgt. Hij staart en zijn ogen staan dof. Hij zit al acht maanden in Kissi. Volgens dr. Nahim mag hij naar huis zodra zijn familie hem komt halen. Als Alie zegt dat hij niet gek is, reageert Nahim met de opmerking dat alleen een zieke geest die toegeeft dat hij ziek is, dat niet is. ‘Hij is hier niet al acht maanden, hoor. Het is de tweede keer binnen acht maanden dat zijn familie hem heeft teruggebracht,’ aldus Nahim.

Volgens Valle en Sterk zitten patiënten hier soms jaren. Zoals A.B. Amara. Hij draagt geen ketting, maar woont al sinds 2004 in Kissi. Hij heeft geen familie of die wil niets met hem te maken hebben. Bezoek krijgt hij nooit. Hij lacht vriendelijk en spreekt warrig en eindeloos.

De slaapzalen zijn schoon en goed verzorgd. Toiletten en watervoorziening doen het goed. De meeste patiënten liggen op bed of zitten te staren. Hun koffers en tassen staan naast de bedden. Ze spreken nauwelijks, lijken te vermoeid om een groet te beantwoorden. Dr. Nahim geeft zijn patiënten medicijnen, bevestigt hij, ‘om hen rustig te houden’.

Met elkaar op de vuist

Dr. Nahim is erg, maar het kan nog erger, denken Sterk en Winter. Pastoor Morie Ngobeh richtte dertig jaar geleden de City of Rest op, een christelijke inrichting voor drugsverslaafden en psychisch zieken in Freetown. ‘Zijn methode is nog meer omstreden dan die van dr. Nahim,’ aldus Sterk. ‘Pastoor Ngobeh gebruikt net als dr. Nahim kettingen en zware medicijnen, maar bidt ook om demonen uit zijn patiënten te verjagen.’

Ngobehs missie is om via Jezus Christus mensen die worstelen met verslaving of een psychische ziekte te genezen. Dr. Winter: ‘Hij ketent mensen nog meer dan dr. Nahim.’ Ergens begrijpt dr. Winter waarom: ‘Een Sierra Leonees spreekwoord zegt: als een gek schreeuwt, zal een gek hem begrijpen. Met andere woorden: als je je verplaatst in iemand die gek is, ben je het zelf ook een beetje. Dat verklaart het ketenen. Op deze manier brengen mensen een duidelijke scheiding aan tussen gekken en zichzelf.’ Pastoor Ngobeh is niet bang, want weet zich beschermd door God. ‘Omdat God mij heeft geroepen om dit te doen, word ik niet gek en kan ik er voor deze mensen zijn. Ik ben hun magistraat en hun advocaat; zelfs als ze me nodig hebben om middernacht ben ik er voor hen.’

City of Rest ligt buiten de hoofdstad Freetown aan de rand van Grafton, een rustig buitenwijk met veel bos en heuvels. Ngobeh noemt zijn patiënten gasten, hoewel ze opgesloten zitten achter een hoog hek en een grote metalen poort en niet naar buiten kunnen. 39 gasten slenteren een grote zaal binnen in the City of Rest en gaan op de stoelen en banken zitten. Een paar van hen zeggen spreuken en leuzen op of gebaren in de lucht. Er is ruzie tussen twee gasten en ze gaan bijna met elkaar op de vuist. Pastoor Ngobeh roept een van hen naar voren, zet zijn hand op zijn hoofd en duwt hem naar beneden. De pastoor bidt voor hem, vraagt de demon die bezit van hem heeft genomen om hem met rust te laten en laat hem de volgende worden herhalen: ‘I am a good man, I am filled with love, Jesus is my saviour.’

Is een isoleercel humaner?

De Nederlandse orthopedagoge Heleen Yoder-Van den Brink werkte zeven jaar in de City of Rest samen met pastoor Ngobeh. ‘Ik had in ­Sierra Leone een kleine ontwikkelingsorganisatie en raakte min of meer bevriend met een vrouw met schizofrenie die op straat leefde,’ vertelt ze. ‘Ze kon nergens terecht en ik zocht een plek voor haar. Via via stuitte ik op de City of Rest. De vrouw kon er worden opgenomen en de pastoor vroeg me of ik wilde helpen om de City of Rest verder te professionaliseren.’

Dat bleek een heel ingewikkelde taak. ‘Ik probeerde het personeel meer naar individuele verschillen te laten kijken en niet iedereen dezelfde behandeling te geven van vastketenen en sederen. Maar dat kostte heel veel moeite. In Sierra Leone gaat het ook al jaren zo, dat verandert niet van de ene op de andere dag.’ Ze hield het vol door haar eigen geloof. ‘Ik geloofde dat ik daar moest zijn en dat God me een taak had gegeven.’ Net als pastoor Ngobeh, dus. ‘Ja. Maar hoe je ook over hem denkt, je moet ook bedenken: veel mensen kijken niet eens om naar psychiatrische patiënten in Sierra Leone. Dat deed hij wel.’ In de zeven jaar dat ze er werkte, kwamen er wel eens westerse bezoekers. ‘Die zeiden dan: dat ketenen is verschrikkelijk, is een isoleercel niet humaner?’ vertelt Yoder-Van den Brink. ‘Maar alleen zijn is voor een Sierra Leoner het ergste wat er is. Ik vraag me soms oprecht af wat humaner is. Vastgeketend zijn, maar wel contact hebben met anderen, of in een isoleercel worden geplaatst.’ Yoder-Van den Brink stopte een jaar geleden en verhuisde naar de VS. ‘Ik had het idee dat ik alles gegeven had wat ik te bieden had. Uiteindelijk is het toch aan de mensen in Sierra Leone of ze op de oude voet verder gaan of nieuwe wegen bewandelen.’

Tijd verknoeien

Het lijken twee gescheiden werelden, die van dr. Nahim en pastoor Ngobeh en de westerse initiatieven om de psychiatrie te veranderen naar eigen maatstaven. Dat gaat dan ook niet altijd goed, weet Winter. Hij geeft een voorbeeld: ‘Altijd als er een ramp is, komen er westerlingen een land binnen om posttraumatische stres te behandelen, maar dat is een van de minst voorkomende reacties op trauma. Herstel met hulp van omgeving komt veel vaker voor. Dat zou versterkt moeten worden. Help mensen om te herstellen met hulp van familie en dring geen westerse visies op.’

Winter citeert de Sierra Leonese schrijfster Aminata Kamara: ‘You call this a disorder my friend, we call it life.’ ‘Sierra Leoners kijken anders naar het leven,’ zegt hij. Hij benadrukt de veerkracht en bereidheid tot vergeving die hij overal in het land aantreft. Veel patiënten die hij spreekt verklaren hun ziekte ook anders dan in westerse landen. ‘Ze wijten hun ziekte aan het gebruik van middelen, maar vooral ook aan een gebrek aan steun en liefde van hun familie.’ Een ander verschil zijn de classificatiesystemen. ‘Traditional healers bijvoorbeeld, bij wie mensen vaak in eerste instantie terechtkomen, gebruiken een heel ander classificatiesysteem dan de DSM IV die in het Westen gebruikelijk is. De zusters die EAMH getraind heeft, moeten tussen deze twee werkelijkheden door laveren.’

Maar ondanks de erkenning van deze verschillende visies op psychische gezondheid gaan het ketenen en sederen ook dr. Winter te ver. Hij besloot in te grijpen toen hij in 2005 merkte dat de staf in Kissi niet getraind was. ‘Ik herinner me een tienerjongen in Kissi wiens vader overleden was tijdens de oorlog. Ik vroeg een staflid waarom hij aan de ketting lag. Die zei: “Dat doen we vanwege de medicijnen. Als we hem die geven, gaat hij door het lint.” Mijn voor de hand liggende vraag was: “Waarom geeft u dan medicatie?” Maar de man keek me aan alsof ik van Mars kwam.’

Getroffen door de grote afstand tussen staf en patiënten hoopte Winter dat het hem zou lukken om meer begrip voor patiënten te kweken bij de staf. ‘We brachten enkelen van hen naar Engeland om ze op te leiden en trainde een groot deel in Sierra Leone zelf. Maar toen ik een evaluatieformulier terugkreeg waarop stond: “We hebben veel geleerd, we moeten de kettingen nog langer maken”, realiseerde ik me dat ik mijn tijd aan het verknoeien was. Vervolgens adopteerden we met ons team allemaal een van de zalen. Ik kreeg de zaal met de meeste geketende patiënten. Niet wetend wat te doen, vroeg ik de patiënten wat hun verlichting kon brengen. Ze wilden muziek. We brachten cassetterecorders en mensen gingen dansen, ondanks hun kettingen. Ik overtuigde de staf ­ervan sommigen te ontketenen en de medewerkers dansten mee. Zo probeerden we hen de menselijkheid van de patiënten te laten zien. Maar het blijft lastig om zaken duurzaam te veranderen. Niemand praatte met de patiënten over hun gevoelens. We begonnen een therapeutisch centrum op het terrein. De bedoeling was dat hier counseling zou worden gegeven. Maar inmiddels is het in onbruik geraakt.’

Meelevende kant

Kan de hulp aan psychiatrische patiënten duurzaam veranderen? Het is een vraag die ook Valle zich stelt. Ze verlaat het land en het EAMH-programma wordt overgelaten aan de Sierra Leoners die zij met de organisatie heeft getraind. De verpleegsters die het programma heeft afgeleverd, werken overal behalve in Kissi, want ‘dr. Nahim wil onze verpleegkundigen niet, daar verzet hij zich tegen,’ aldus Valle.

Bovendien heeft EAMH traditional healers en dorpsleiders getraind in hoe ze kunnen omgaan met psychische problemen in de dorpen, zodat verwijzingen minder snel nodig zijn. EAMH werkte hierin samen met de universiteit van Makeni, die ook psychiatrisch verpleegkundigen opleidt. Poelmann, die het programma evalueerde, is er zeer enthousiast over. ‘De plaatselijke bevolking en de plaatselijke gebruiken werden ingezet om “op eigen kracht” verder samen te werken met de geestelijke gezondheidszorg. Ik denk dat dit beklijft.’

Professor Joseph Turay, directeur van de universiteit van Makeni en betrokken bij de training van psychiatrisch verpleegkundigen daar, heeft ook goede hoop op verbetering. Zowel de burgeroorlog als ebola hebben het land ook iets gebracht, denkt hij. Door de psychische problemen die bij meer mensen voorkwamen en door de aandacht van de ingevlogen hulpverleners voor die psychische problemen is er volgens hem een discussie op gang gekomen. Hij ziet vergelijkbare veranderingen in Liberia en Nigeria, landen waar op conferenties regelmatig ideeën mee worden uitgewisseld. Bovendien wordt in Kenia een opvolger voor dr. Nahim getraind: dr. Jallo. Of hij echt een frisse wind zal brengen, is de vraag. Valle heeft er vertrouwen in, Winter is sceptisch: ‘Dr. Nahim is lastig op te volgen. Het moet een sterke persoonlijkheid met magie zijn die zich kan inzetten voor psychische gezondheidszorg. Er is nog steeds veel weerstand.’

Maar ook de overheid is welwillend. Die kondigde recentelijk een nieuwe strategie aan op het gebied van geestelijke gezondheidszorg. De bedoeling is om in samenwerking met de WHO meer verpleegkundigen en artsen te trainen op het gebied van psychische hulp en de treatment gap te verkleinen. Maar het blijft lastig als zoveel andere problemen in het land ook schreeuwen om aandacht en geld. Daarom is dr. Nahim niet alleen maar een boeman, vindt Winter: ‘Hij heeft zich heel lang in zijn eentje hard gemaakt voor mensen met een psychische stoornis. Hij is gebleven tijdens de oorlog. Hij kijkt op zijn eigen manier naar psychiatrie en het is tijd voor andere benaderingen. Maar hij verdient ook enig krediet. Ik heb soms een heel meelevende kant van hem gezien.’ Als het aan Dr Nahim zelf ligt, is hij voorlopig nog niet weg: ‘Als ik stop, ga ik me vervelen. Ik ga door tot ik sterf.’

Dit artikel kwam tot stand met behulp van een fonds van de Postcodeloterij, beheerd door Free Press Unlimited, met als doel om de samenwerking tussen Nederlandse en Afrikaanse journalisten te stimuleren.

Mijn gekozen waardering € -

Janneke Juffermans schrijft over Afrika, mensenrechten en buitenlandbeleid. En soms over iets heel anders.