Aapjes kijken is van alle tijden. Al sinds de oerdagen van de fotografie reisden ontdekkingsreizigers naar de rafelranden der aarde om de inboorlingen op hun daguerreo glasplaten vast te leggen. Hollanders deden enthousiast mee in ons Indië. Daarbij speculerend of die wilderlingen uit het oerwoud nou meer mens of meer aap waren. Racisme met een wetenschappelijk sausje. In het aankomende Holland Festival wijdt de Zuid-Afrikaanse theatermaker Brett Bailey zijn stuk Third World Bunfight aan deze praktijken. Zie:
Prauw
Koos Breukel en Roy Villevoye laten zien hoe het anders kan: aapjes kijken met respect. De twee fotografen reizen af naar het gehucht Tí in Nieuw-Guinea. Een dorpje met 120 zielen midden in een onontgonnen moerasgebied ter grootte van Nederland. Het kost zeven dagen reizen vanuit Amsterdam, waarvan de laatste drie stroomopwaarts in een prauw. Eenmaal in het dorp maakte het tweetal portretten van alle inwoners.
Die leven voornamelijk van de jacht, maar daar zie je weinig van op de foto’s. Wel dorpelingen in een totaal isolement zonder elektronische apparatuur of andere verbindingen met de buitenwereld. Ook het fenomeen fotografie kennen de Tí-mannen en vrouwen amper. Met als gevolg dat ze moeilijk te betrappen zijn op ijdelheid, op onze bijna instinctieve neiging om onszelf zo fraai mogelijk te laten vastleggen. Foto’s zijn bruikbaar bij de voorvaderverering, meer niet.
Oorlel
Mooi van de expositie in fotomuseum Foam is de totaal tegengestelde stijl van Breukel & Villevoy. Koos Breukel is misschien wel onze bekendste portretfotograaf, die in stemmig zwartwit alles en iedereen in Nederland heeft vastgelegd. In Tí heeft hij een tijdelijke studio ingericht, waar hij (in kleur) Yufina Sebái, Daud Pungé en vele anderen vastlegt. Het zijn ‘echte Breukels’, portretten met extreem klein dieptebereik. Hier is het neustopje scherp, daar een oorlel. Een centimeter verder en je bent al uit focus. Het geeft een dromerige kwaliteit aan de portretten.
From the series Tí, Tí, early morning, 2013 © Koos Breukel & Roy Villevoye / Courtesy the artists, Motive Gallery and Van Zoetendaal Collections
Arsenal
Roy Villevoye koos voor een plek bij de rivier, in de open lucht. Daar zet hij hele families neer. Althans, dat vermoed je, afgaande op de namen. Sowieso is iedereen familie van elkaar, want er komen slechts drie familienamen langs: Sebái, Gibán en Pungé. Bij Villevoye iets meer context, maar ook daar toont zich in de zelf opgelegde beperking de meester. Opvallend bij zijn foto’s is hoe ook in het afgelegen Tí de buitenwereld binnendringt. Diverse Ti-mannen en –jongens lopen in voetbalshirts rond. Fly Emirates Arsenal, Chelsea, Barcelona, Pirelli Inter Milan en het Franse nationale elftal: ze hebben allemaal deze uithoek bereikt. Je kunt nog zo ver reizen, koning voetbal ontloop je niet.
Breukel en Villevoy hebben een ijzersterk groepsportret gemaakt van een onbekende samenleving. Door bij alle foto’s de individuele namen der bewoners te melden, breken ze definitief met het aapjes kijken van hun voorgangers.
Koos Breukel & Roy Villevoye: Tí, www.foam.nl t/m 19 juni
Brett Bailey: Third World Bunfight, Holland Festival, 16 t/m 26 juni