Ga er maar aan staan. Een voorstelling maken over het leven van een diva die over je schouders meekijkt en roept:‘Ik ben toch nog niet dood?’. Die met zoon en kleinkinderen naar de première komt kijken of het goed is. Een show over een springlevend Jordanees theaterbeest dat niet op haar mondje is gevallen. Die carnavalskrakers scoorde als Lou d’r legt een lijster in de la, meedeed aan legendarische shows als ’t Schaep met de 5 poten, die pionierde met one-womanshows maar die ook doodleuk haar publiek te Sneek in de pauze in de steek liet als ze geen zin meer had.
Privacy
Desondanks hebben cabaretiers Sanne Wallis de Vries en Paul Groot (o.a. bekend van Koefnoen) zich in dit angstige avontuur gestort. Gevraagd door componist/pianist Martin van Dijk, de vaste begeleider van Adèle Bloemendaal en door tekstschrijver Jan Boerstoel. ‘Het blijft ‘lastig als je een voorstelling maakt over iemand die nog leeft,’ vertelt Paul Groot in het Amsterdamse hotel Americain. ‘We willen haar privacy respecteren maar toch iets over haar leven vertellen. Dus hebben we vooral geput uit de interviews die ze zelf heeft gegeven.’
Koud en autoritair
‘In het begin wilde Paul haar snappen’, vult Sanne Wallis de Vries aan. ‘Als hij iemand speelt wil hij haar doorgronden, begrijpen waarom ze haar beslissingen nam. Soms lukte dat niet, dat kon hij niet uitstaan. Ik heb daar minder problemen mee. Adèle is een vat vol tegenstrijdigheden. Zo is zij gewoon. Ik heb me verwonderd over de rücksichtsloze manier waarop zij haar leven heeft geleid. Adèle durfde harde beslissingen te nemen en helemaal voor zichzelf te kiezen. Op het koude en autoritaire af. Geen probleem hoor, zo zou ik zelf af en toe ook willen zijn.’
Hongerwinter
Het gelegenheidsduo heeft net een fotoshoot met de diva achter de rug in de Hortus Botanicus. Wallis de Vries: ‘Ze is nog leuker dan ik dacht. Ik moest heel oprecht lachen, Adèle kan ontzettend geestig zijn’. Paul Groot: ‘Ze heeft zelf nog zo’n dikke pret. Bij de lunch moest er worteltaart komen."‘Ik maak hem lekkerder, die kruidnagel hoeft niet, ik mis citroen." Maar ze at hem helemaal op. Heeft te maken met de Hongerwinter, verontschuldigde ze zich.’
Androgyn
Zowel Paul als Sanne spelen aspecten van Adèles persoonlijkheid. Wallis de Vries: ‘Ze heeft zowel dat mannelijke als het supervrouwelijke in zich. Ze lijkt soms net een travestiet. Ze heeft ook mannenpakken gedragen, net als Marlene Dietrich. Misschien moet je haar androgyn noemen.’ Groot: ‘Ze kon ook behoorlijk agressief zijn. Als tijdens het repeteren een regisseur iets van haar wilde dat haar niet aanstond, vloog ze hem naar de keel.’
Die stem is een valkuil: even het typetje Adèle doen
Vette schaterlach
Wie over Adèle praat, ontkomt niet aan de verleiding haar unieke stemgeluid na te doen. En die vette schaterlach, door Douschka Meijsing ooit omschreven als het starten van een koude Volkswagen-motor. ‘Die stem is een valkuil,’ waarschuwt Groot. ‘Even het typetje Adèle doen. Daar moeten we niet op leunen. Iemand nadoen hoeft niet altijd een persiflage te zijn. Gelukkig zijn er al die speciaal voor haar geschreven prachtige liedteksten. Zoals De Bokken en de Schapen, dat komt nog steeds aan als een mokerslag in de zaal. Het gaat erover wat jij zou doen als er een dictator was. Nog steeds een relevante tekst.’
Kop in het zand
Het was niet allemaal rozengeur en maneschijn in Bloemendaals lange carrière. Zeker in haar solotijd was ze berucht omdat ze regelmatig voorstellingen op het laatste moment cancelde. Wallis de Vries: ‘Ze had er vaak echt geen zin in. Ik zag haar in het oude De La Mar in '96 en dacht, die heeft haar beste tijd gehad. Leunend tegen de piano met een spiekbriefje. Het spatte er niet vanaf dat ze op dat podium wilde staan.’ Groot: ‘Ik denk af en toe ook wel eens dat ik in de pauze naar huis wil, maar dat zou ik nooit durven in het echt. Zij verdween naar een buitenlands strand, wachten tot de mensen niet meer kwaad op haar waren. Gewoon kop in het zand.’
Verdwijnen in lava
Wallis de Vries: ‘Het heeft met spanning te maken. Soms heb ik een enorme tegenzin, vooral als ik me vermoeid voel. Dan word ik bang dat ik het niet red, dan wil ik naar mijn moeder, heb ik heimwee naar huis. Ik kon toch zo goed leren, waarom sta ik hier? Eenmaal op het podium heb ik daar geen last meer van.’ Heel gek, vind Paul Groot: ‘Voorafgaand aan de voorstelling is het theater een vijandige plek, na afloop je beste vriend. Af en toe heb ik nachtmerries dat het podium openscheurt en ik verdwijn in de lava.
Wat hebben we toch een heerlijk vak, Paul
Of dat ik geen tekst meer weet, dat ik me nergens meer kan verstoppen.’ Wallis de Vries droomt ook wel eens ‘dat je op een onmogelijke plek moet optreden, in een sloot en tegen de voetzolen van de mensen van de eerste rij aankijkt. Dat soort dromen. Wat hebben we toch een heerlijk vak, Paul.’
Paul Groot & Sanne Wallis de Vries: Adèle – Een dubbelportret van Adèle Bloemendaal, www.adelebloemendaal.nl, reprise t/m 18 januari
Bron: De Persdienst