Een gesprek met Daniël Arends (33) loopt altijd anders dan je verwacht. De man, die door collega’s als Theo Maassen en Hans Teeuwen wordt bestempeld als ‘het grootste cabaretbeest van zijn generatie’ en die in 2006 Cameretten won, beantwoordt elke vraag met een tegenvraag. Niet om moeilijk te doen – Arends is en blijft immer de charme zelve – maar in zijn hoofd maalt het altijd, op het uitputtende af.
Humberto Tan
Rookt de interviewer sigaren? Daniël wil een nieuwe hobby bij het whisky drinken, maar die Cubaanse Cohiba van laatst op vakantie in Portugal viel wel erg zwaar op de maagd. De suggestie dat hij beter een Dominicaan kan roken, wordt in dank aanvaard.
Zien we straks Humberto Tan nog? We spreken elkaar in hotel Americain, waar diens Late Show wordt opgenomen. ‘Maak je geen zorgen, die stoort ons niet. Als je hem negeert, druipt hij meestal wel af’.
En weet de journalist nog hoe Daniëls (door de pers bejubelde) voorstelling De zachte heelmeester begon? Na een lange zomer moet hij een fragment op de Amsterdamse Uitmarkt spelen, en hij is de openingsscène vergeten. Iets met bamboestokken en een Javaanse vechtdans, Pencak Silat.
Drammen
Nee, dat is niet quasinonchalant, maar echte bezorgdheid over hoe hij zich voor een zaal vol met mensen weer gaat redden. ‘Cabaretkijkers verwachten dat alles precies klopt, rekenen op perfectie. Maar ik vind losse draadjes juist interessanter. Sommige dingen worden beter als je slordig bent. Jammer dat ik nog steeds zo’n krampachtige houding heb, om gegarandeerde kwaliteit te willen leveren. Bezoekers verwachten een rode draad, een betoog. Maar ik ben niet zo’n drammer. Wij Indonesiërs willen de blanke meester niet met onze levenslessen lastig vallen.’
Rijstkakker
Een gesprek met Daniël Arends is niet compleet zonder een verwijzing naar zijn adoptieverleden. Als peuter werd hij met zijn halfzus door zijn Indonesische ouders aan een weeshuis in Jakarta afgestaan. Daniël groeide later in Bussum op als ‘rijstkakker uit het Gooi’, compleet met hockeystick. ‘Ik weet niet of ik ooit een show zal maken, zonder mijn verleden te noemen. Ik wou dat ik er nooit over begonnen was, dat ik gewoon een cabaretier met een bruin kleurtje was. Misschien was het beter geweest alles over mijn adoptie in mijn debuutvoorstelling te proppen, dan had ik nu de handen vrij gehad.’
Cabaretkijkers verwachten dat alles precies klopt, rekenen op perfectie
Whisky
Dat debuut, Joko 79, kreeg al enthousiaste reacties. Maar vooral het vervolg, Geen excuses, haalde prijzen binnen en leverde hem de bijnaam ‘Nietzsche van het Nederlandse cabaret’ op. Toch is hij nog steeds vooral bekend onder cabaretliefhebbers en niet bij het grote publiek. Een bewuste keuze. ‘Ik wil mijn publieke image vrij klein houden. Mensen aantrekken, met wie ik een glas whisky kan drinken in de kroeg. Niet te dom of te jong. Jammer dat je je publiek niet kunt filteren. Als ze alleen maar op je bekende kop afkomen, wordt het al snel minder. Daarom zie je mij nooit in allerlei spelprogramma’s of Koefnoen of zo. Allemaal ruis die maar afleidt. Ik wil al mijn tijd en energie steken in een betere cabaretier worden, en een beter mens. Door zelden op televisie te komen, kan ik maar één keer Groningen uitverkopen, niet een hele week.’
http://www.youtube.com/watch?v=1L5uLeN4RnQ&feature=youtu.be
Paul de Leeuw
Toch gaat 5 december de filmkomedie BROs before HOs in première, waarin Arends en Tim Haars twee broers spelen, die op hetzelfde meisje verliefd worden: Sylvia Hoeks. Wordt Daniël niet de nieuwe Paul de Leeuw, die dankzij Tante Annie, Oom Bob en zijn films ook ‘fout’ publiek naar zijn theatervoorstellingen kreeg? ‘Dat weet ik niet. Gaan we zien. Het is altijd moeilijk een balans te vinden tussen sellout en een serieus imago. Dit is een vrij platte comedy, van de makers van New Kids. De volgende stap zou zijn om te kijken of ik zonder grappen of grollen op het podium overleef. Ben ik eigenlijk een acteur of een muzikant? Intuïtief denk ik dat ik als cabaretier het best tot mijn recht kom. Misschien dat ik over dertig jaar als een soort Jack Nicholson alleen maar mezelf speelt en daar vet voor betaald word. Terwijl het toch nep is, want privé ben ik totaal anders. Dat is de magie van het theater. Hoe nepperiger, hoe beter.’
Onenightstand
Het zou overdreven zijn om te stellen dat De zachte heelmeester over Arends’ jeugd en afkomst gaat. Maar waarover dan wel? Politiek incorrecte grappen over dikke vrouwen komen voorbij, de nooit eindigende stroom meningen in talkshows en social media. Maar Arends spaart zichzelf niet, als de foute man met de onenightstands, ‘de dikke Wibi Sourjadi’, de Indonesiër die elk conflict uit de weg gaat en behaagziek zijn publiek netjes naar het einde leidt. Zie ook Arends in eerdere show, ook over dikke mensen.
Björk
‘De zachte heelmeester grijpt terug op een interview met de zangeres Björk en David Attenborough, over de relatie tussen muziek en natuur. David legt haar uit, dat in het vogelrijk één regel geldt: hoe eenvoudiger de vogel eruit ziet, hoe ingewikkelder de melodie die hij zingt. En vice versa. Uiteindelijk hoop ik dat ik als artiest mezelf zo’n mooie vogel vindt, dat ik alleen maar een eenvoudige melodie nodig heb. Niets meer. Geen fratsen.’
Pas nu besef ik dat mensen goede bedoelingen hebben
Adoptiekind
Deze show bewijst dat Daniël Arends geen standaard stand-up comedian meer is (hij begon bij Comedy Train van Raoul Heertje), maar een theatermaker die durft rare stiltes te laten vallen. ‘Als mens worstel ik met vragen of ik goed genoeg ben, waar ik mijn zelfvertrouwen vandaan moet halen. Ben ik die fraaie bird? Kan ik een goede vader zijn voor mijn kinderen? Tegelijk ken ik mijn kwaliteiten als artiest. Ongeacht wat anderen van me vinden. Ik voel dat ik daar in het theater mag staan. Pas nu besef ik dat mensen goede bedoelingen hebben. Als adoptiekind ga je altijd van het worst case scenario uit, wil je iedereen pleasen. Maar mensen komen niet naar het theater om eens lekker die Arends te fucken. Ik mag op mijn bek gaan, zij staan klaar om me te redden met hun bevrijdende lach.’ Opgewekt verlaat hij hotel Americain, op zoek naar zijn eerste Dominicaanse sigaar.
Daniël Arend, De zachte heelmeester, http://www.bunkertheaterzaken.nl/daniel_arends/de_zachte_heelmeester/