Het is alleen niet helemaal ‘des Ajax’, zonder vleugels voetballen, maar dat hoef ik jou niet uit te leggen. Want als iemand een soort hogere wiskunde heeft gemaakt van het 4-3-3-systeem dan ben jij het wel.
En toch maakte jij er gisteravond in een variabel systeem van, 5-3-2 bij balverlies en 3-5-2 bij balbezit, zo laat het zich het best omschrijven. En ga nou niet zeggen dat Tete en Dijks de vleugels goed bezet hielden want dat deden ze juist niet.
Een Ajax zonder vleugels, het zou ondenkbaar zijn geweest onder voorganger De Boer. Maar jij zei: “Als ploeg moet je meerdere systemen kunnen spelen.” Na de fluwelen revolutie wacht Ajax nu dus een totale facelift. Het moet allemaal kunnen in de wereld van Peter Bosz.
Makkelijker gezegd dan gedaan, analyseerde Bert van Marwijk. “Trainers kunnen misschien meerdere systemen spelen, maar spelers niet.” Je zag het aan het onzekere spel van nieuwkomer Heiko Westermann, die veel onrust veroorzaakte.
Ook de andere spelers waren bevangen door onzekerheid, zeker in de eerste helft. De laatste keer dat Ajax met twee spitsen speelde moet ergens halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn geweest, vermoed ik, vandaar die bibbers.
Laten we tegen Sparta maar weer 4-3-3 spelen, zei de goudeerlijke aanvoerder Davy Klaassen na afloop, de man die Ajax hoogstpersoonlijk naar de laatste voorronde loodste. “Zo zijn we opgeleid.”
Met Vriendelijke SportGroeten,
@MJvdHeuvel