En er waren momenten waarop zij onderweg naar de keuken of tijdens haar spaarzame wandelingetjes in de achtertuin soms minutenlang stil bleef staan: ze was onderweg, ja, dat wist ze nog wel, maar waarheen ook al weer?
Moppie kwam uit een nest van vier en we kozen haar omdat ze zulke prachtige hagelwitte haren op haar borst had in de vorm van een omgekeerde driehoek, die in een punt verdween ergens tussen haar voorpoten. Die blouse, zoals Yvon dat noemde, vormde een scherp contrast met de lange zwarte haren die de rest van haar lichaam sierden.
Het gaf haar een gedistingeerd uiterlijk en daar gedroeg zij zich ook naar: een dame van stand. Ze mocht dan het resultaat zijn van een vluchtige verbintenis tussen een echte Pers en een huis-tuin-en-keuken kat – een ‘halve Pers’ zoals haar oorspronkelijke eigenaresse het noemde – maar mevrouw had wel degelijk ‘katsones’.
Verfijnde smaak
Zo moest ze niets hebben van gewoon kattenvoer, dat was te ordinair. Het moest minstens een blikje Purina zijn en dan ook nog alleen bepaalde smaken (geen tonijn, bah!). Graag in kleine porties verspreid over de hele dag. Bij voorkeur op die tijdstippen dat het mevrouw beliefde. Dat betekende zelfs in de laatste maanden van haar leven nog minstens acht keer per dag. Alsof ze dacht: ‘Ik neem het er nog even lekker van!’
Nu zult u misschien zeggen, je laat je toch niet door een kat haar wil opleggen?
Alleen mensen die geen kat hebben, stellen zo’n vraag. Moppie kon namelijk heel dwingend miauwen. En als je niet meteen reageerde op haar roep om eten, dan kwam ze naar je toegelopen en ging je doordringend zitten aanstaren. Probeer daar maar eens stoïcijns onder te blijven.
Het maakte haar daarbij niet uit of wij net naar een spannende scène van House of Cards of The Handmaid’s Tale zaten te kijken, in gesprek waren met gasten of aan het werk: nee, mevrouw moest eten en wel nu!
Gordiaanse knopen
Perzen hebben langere haren dan gewone katten, zo ook halve Perzen. Vanwege die lange zwarte haren moest zij minstens twee keer per jaar naar de kapper, anders kreeg zij Gordiaanse knopen die met geen kam meer vielen te ontwarren.
Mevrouw moest dan ook zeker één keer per dag uitgebreid gekamd worden. Denk niet dat zij daar dankbaar voor was. Integendeel, het kwam Yvon regelmatig op gegrom te staan en als het mevrouw te gortig werd kon je een knauw krijgen!
Van dat kammen, kwam het niet altijd. Twee werkende baasjes hebben, als ze thuis komen, wel andere dingen aan hun hoofd dan het kammen van de kat.
Studio Sport
Moppie was ook geen aanhankelijke kat. Bij je op schoot komen liggen, was er niet bij. Ze maakte één uitzondering op die regel en dat was tijdens de uitzendingen van Studio Sport op zondagavond!
Als ik in de luie stoel klaar zat om de verrichtingen van de Eredivisieclubs te gaan bekijken, sprong zij bij mij op schoot en nestelde zich behaaglijk op mijn schoot.
Vraag mij niet waarom nou juist tijdens dat televisieprogramma, want ze had nauwelijks aandacht voor wat er op het beeldscherm plaatsvond. Zodra de slottune van het programma klonk, sprong ze ook onmiddellijk weer van mijn schoot. Jarenlang heeft ze die typische gewoonte aangehouden, totdat ze te oud werd om nog te springen.
In de laatste jaren heb ik nog wel eens getracht om haar op te pakken als het programma begon met de woorden ‘Kom, gaan we samen lekker Studio Sport kijken’, maar dat werkte niet. Ze begon tegen te stribbelen en ik kreeg van Yvon te horen dat ik haar tegen haar wil vasthield. Dat moet je net zo min als met mensen ook niet met dieren doen.
Gewoontes
Over gewoontes gesproken: lange tijd had Moppie geen vaste slaapplek. Zoals veel katten ging ze regelmatig op de stapel wasgoed liggen die net uit de droger was gehaald. En als je niet snel je witte overhemden en T-shirts weghaalde, kon je daarna aan de slag om je kleding te ontharen.
Een opengeslagen krant vormde voor haar ook altijd een uitnodiging om er languit op te gaan liggen. Maakte niet uit dat je die op dat moment aan het lezen was.
Een paar jaar geleden kwam Yvon met een kussentje thuis, dat strategisch werd geplaatst op een kleine verhoging vlak bij de centrale verwarming. Dat werd haar vaste slaapplek.
Naarmate het kussentje langer in gebruik was, werd het nogal groezelig. Toen Yvon het weghaalde en verving door een ander soortgelijk kussentje, moest ze er niets van hebben. Ze moest haar eigen kussentje weer terug, die met die panterprint. Zo gezegd, zo gedaan.
Het kussentje werd wel om de zoveel tijd gestofzuigd en gewassen, maar dat maakte haar allemaal niet uit. Als het maar dat kussentje was en geen ander.
Kattenfluisteraar
Van vreemden moest zij niets hebben. Er golden twee uitzonderingen: beiden mannen. Ja, mevrouw had zo haar voorkeuren…
Eigenlijk telt onze zoon niet mee, omdat hij met haar is opgegroeid zolang hij nog thuis woonde.
Maar de vriend van onze buurvrouw vormde een echte uitzondering. Wij noemden hem ‘de kattenfluisteraar’, omdat hij er in slaagde om haar te ontdoen van een aantal zware haarknopen, zonder dat mevrouw kennelijk bezwaar maakte. Hij vertelde – want wij mochten er niet bij zijn – dat hij haar zachtjes scheerde, terwijl zij in zijn gespierde armen lag.
Een paar jaar geleden hebben we haar naar een dierenkliniek meegenomen, toen ze weer eens vol met haarknopen zat. Daar werd ze dan in een muf ruikend glazen lokaal – waar even tevoren een schapendoes getrimd was – door twee potige tantes in bedwang gehouden, terwijl ze werd geschoren. Zowel op de heen- als op de terugreis miauwde ze zo klagelijk, dat we besloten haar daar nooit meer naartoe te brengen.
Vandaar ‘de kattenfluisteraar’.
Nieuwe kat
‘Hebben jullie al een nieuwe kat?’, vroeg laatst iemand aan Yvon.
‘Nee’, luidde haar antwoord, ‘Voorlopig moeten wij daar niet aan denken. De herinnering is nog te vers.’
Moppie was een kat met unieke karaktertrekken en als je bijna 22 jaar met een kat hebt samengeleefd, dan neem je niet zo gauw een ander.
Dat doe je met een mens toch ook niet?