De oprichter van de Amsterdamse onderneming Rockstart is nog maar net begonnen met zijn verhaal of enkele jongens komen een groot zwart tafelblad binnenbrengen. “We zijn net voor de vijfde keer in twee jaar verhuisd”, legt Oscar Kneppers uit. Rockstart, dat andere ondernemers helpt tijdens hun opstartfase, begon in een kantoorruimte van 24 vierkante meter. Inmiddels gebruikt het bedrijf 800 vierkante meter aan de centrale Vijzelstraat en Kneppers is alweer op zoek naar een grotere locatie. In de binnenstad – voor minder doet hij het niet.
Het Amsterdamse stadshart bruist van de internetbedrijfjes, maar ook net buiten het centrum, in het opkomende Amsterdam-Noord aan de overkant van het IJ en in de Houthaven, zijn verschillende ondernemingen te vinden die digitale diensten aanbieden. In dat laatste gebied zijn zelfs op een recente zaterdag enkele schilders bezig een van de nieuwe gebouwen een lik verf te geven. Projectontwikkelaars hebben ook al een voorkeur voor wie er in de nieuwe panden moeten gaan werken: ze adverteren met bedrijfsruimte “voor creatieve ondernemers”. Daar lijkt steeds meer behoefte aan.
Startups
Het gebrek aan beschikbare banen in loondienst voor hogeropgeleiden zorgt er voor dat het opzetten van een eigen onderneming de afgelopen jaren aantrekkelijker is geworden. En dankzij de digitale revolutie is dat nog nooit zo gemakkelijk geweest.
Maar omdat een succes voor een 'startup' niet gegarandeerd is, kunnen ondernemers met een goed idee hulp krijgen. De deelnemers aan het programma Rockstart Accelerator, een onderdeel van het bedrijf Rockstart, worden intensief begeleid tijdens de opstartfase. Bij het ontwikkelen van hun internetdiensten krijgen ze kantoorruimte en een mentor toegewezen. Na een half jaar sluiten ze hun 'klasje' af met een reis naar Silicon Valley in Californië.
Silicon Valley staat nog altijd bekend als het Hollywood voor digitale diensten, maar ook in Amsterdam kunnen succesverhalen ontstaan. Zo is Booking.com, marktleider voor online hotelboekingen, in 1996 in Amsterdam begonnen, waar nog steeds het hoofdkantoor staat. Volgens het gemeentelijke Bureau Onderzoek en Statistiek waren er vorig jaar 46.819 mensen werkzaam in de gehele ICT-sector in Amsterdam. Vier jaar eerder waren dat er nog maar 40.221.
Ook het aantal softwarebedrijven dat per jaar begint, groeit. In 2008 schreven 195 Amsterdamse softwareondernemingen zich in bij de Kamer van Koophandel; vorig jaar al 287. Ruim 60 procent van de bijna 4.300 Nederlandse bedrijven die software ontwikkelen en produceren, zijn in Amsterdam gevestigd.
Appsterdam
Vooral de ontwikkeling van applicaties voor smartphones – 'apps' – neemt een vlucht. Sommigen vinden de Nederlandse hoofdstad zelfs “de beste plek ter wereld” om apps te ontwikkelen en noemen haar 'Appsterdam'.
De belichaming van dat enthousiasme is oud-Apple-medewerker Mike Lee, de oprichter van een gelijknamige stichting. Op 20 april vierde hij met ongeveer honderd mensen de tweede verjaardag van stichting Appsterdam in de zeventiende-eeuwse Zuiderkerk. “Ik vertrok bij Apple voor een reis rond de wereld, met het plan om de beste plek ter wereld te vinden om als appmaker te werken. Die vond ik in Amsterdam”, vertelt de Amerikaan Lee zijn gehoor. Olga Paraskevopoulou doet namens de stichting onderzoek naar bedrijven die apps ontwikkelen, en telde er tot nu toe 340, waarvan 165 in Amsterdam.
Wat maakt Amsterdam zo aantrekkelijk voor appmakers en andere internetondernemers? In een gesprek enkele dagen voor het Appsterdam-feestje noemt Mike Lee een aantal factoren. “Het is geen grote stad. Als ik met iemand wil overleggen, kan ik wandelen of fietsen en er in een half uur zijn”, aldus Lee. “Het is een gezellige stad. De kosten voor levensonderhoud zijn in termen van prijs-kwaliteitverhouding bijzonder billijk. En iedereen spreekt hier Engels!” Berlijn viel onder meer af vanwege de taal. “Als je in Duitsland wilt werken, moet je allerlei formulieren in het Duits invullen. Hier kon dat in het Engels, de taal van de technologiesector.”
De voertaal in het kantoor van Rockstart aan de Vijzelstraat is Engels, zegt oprichter Oscar Kneppers. “Op sommige dagen lopen hier zeventien nationaliteiten rond. Mensen wonen graag in Amsterdam vanwege de menselijke maat. En creatieve mensen helemaal, die zijn gevoeliger voor waar ze wonen.” Meer dan werknemers van andere sectoren hebben 'creatievelingen' een inspirerende omgeving nodig.
Diversiteit
Volgens Jos Gadet, hoofdplanoloog bij de gemeentelijke organisatie Dienst Ruimtelijke Ordening, is diversiteit het toverwoord. “Nieuwe ideeën ontstaan in omgevingen waar veel verschillende mensen zijn. Amsterdam is een tolerante stad. Je voelt je er direct thuis, juist doordat er zoveel verschillende soorten mensen zijn.”
Wat ook belangrijk is, is wat de 'open cultuur' wordt genoemd. Zonder een bereidheid om kennis te delen, zou een project als Rockstart niet slagen. Het hele idee erachter is dat de opstartende ondernemers elkaar helpen. “Mensen uit de corporate wereld vragen of je eerst een geheimhoudingscontract wil tekenen voordat ze met je samenwerken. Nee! Alleen als je open bent, kun je blijven pivotten”, zegt Kneppers, waarmee hij doelt op het principe van startups om snel en flexibel te reageren als behoeftes anders blijken te zijn.
'Bottom-up'
Naast een open cultuur heeft de stad ook een egalitaire cultuur. In een toespraak op het feestje van Appsterdam noemde de Amsterdamse wethouder Economische Zaken Carolien Gehrels haar stad een “bottom-up city”. Na afloop licht de wethouder dat in een gesprek toe. “Mensen zijn in Amsterdam meer gelijk. Parijs en Londen zijn toch meer top-down steden. We zijn open-minded en direct”, meent Gehrels.
Inderdaad staan Nederlanders bekend om hun directheid en nieuwsgierigheid. Binnen Nederland geldt dat voor Amsterdammers nog weer ietsje meer. Amsterdammers zijn informeel en dat is vooral aantrekkelijk in de startupcultuur, zegt Kneppers. “Vousvoyeren schept een afstand. Hier zou je iemand niet aanspreken met Herr Doktor.”
Naast de immateriele voordelen, zijn er ook fysieke elementen die Amsterdam aantrekkelijk maken voor de internationaal georiënteerde ondernemingen. Vanaf de luchthaven Schiphol kun je binnen twintig minuten in het centrum van de stad zijn. “Vergelijk dat eens met Heathrow, Charles de Gaulle of het vliegveld van Berlijn”, zegt wethouder Gehrels.
Snel internet
Ook qua internettoegang doet Nederland het bijzonder goed. Volgens Eurostat (2011) heeft 94 procent van de Nederlandse huishoudens een internetaansluiting – ver boven het EU-gemiddelde van 73 procent. En met een gemiddelde snelheid van 31,18 megabit per seconde zijn er slechts negen landen waar internet sneller is dan in Nederland, volgens de website Net Index. Behalve Andorra, Luxemburg en Litouwen staan er verder alleen Aziatische landen in de toptien.
Veel van bovengenoemde fysieke factoren zijn repliceerbaar in andere steden. Maar een reputatie van ondernemerschap en tolerantie heeft Amsterdam al eeuwen. Begin zeventiende eeuw werd de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) de eerste naamloze vennootschap ter wereld. Tijdens die Gouden Eeuw was Amsterdam een van de belangrijkste handelscentra ter wereld.
Die reputatie werkt ook als een self-fulfilling prophecy. Soort zoekt soort. Omdat mensen denken dat Amsterdam een goede plek is om je als app-ontwikkelaar te vestigen, wordt het dat ook. “Als Amerikanen aan Amsterdam denken, dan denken ze aan vrijheid”, zegt Mike Lee van Appsterdam. “Bij Berlijn denken Amerikanen aan Hitler. Is dat eerlijk? Nee, maar zo zit het wel.”
Berlijn
Toch is Berlijn een “geduchte concurrent” voor Amsterdam als ICT-spil, zegt stadsgeograaf Jos Gadet. Dat komt vanwege de lastige woningmarkt in Amsterdam. Het lukt veel mensen niet om in Amsterdam een betaalbare woning te vinden. In Berlijn is dat makkelijker. Gadet: “De gemeente staat voor twee cruciale vraagstukken: hoe haal je talent naar Amsterdam en hoe krijg je de woningmarkt weer op gang, zodat dat talent hier kan blijven.” De creatieve industrie is een van de belangrijkste pijlers van de Amsterdamse economie, en juist die creatievelingen willen in de buurt van het stadshart wonen.
Berlijn bewijst al een aantal jaar dat het ook een behoorlijke aantrekkingskracht heeft, ook op Nederlanders. De Nederlanders Edial en Floris Dekker vertrokken vijf jaar geleden naar Berlijn en hebben dáár eind 2011 de populaire webdienst Gidsy opgericht.