'Heb jij toevallig een kleine schroevendraaier bij je?' Ayman Ramadan (34) houdt een bril omhoog waar een van de pootjes van afgevallen is. 'Is van een vriendin,' legt hij uit. 'Als ik haar bril maak, dan is zij mij weer een gunst verschuldigd en daar kan ik dan iemand anders weer mee helpen.' Het is de levensfilosofie van Ramadan in een notendop. Voor wat hoort wat. Een instelling die hem jarenlang hielp overleven als dakloze in Cairo.
Geboren in een dorpje op het platteland net buiten Cairo, trok Ramadan op zijn zestiende naar de grote stad. 'Ik had geen zin in huisje, boompje, beestje.' Maar het leven in de stad valt tegen. 'Ik had me verkeken op hoe duur alles zou zijn. Toen ik aankwam, kwam ik erachter dat ik niet genoeg geld had om een kamer te huren, dus sliep ik op straat.'
Hij vindt werk als beveiliger. Het geld dat hij verdient stuurt hij naar zijn ouders, die geen idee hebben dat hun zoon op straat leeft. 'Ik hing aan de telefoon verhalen aan ze op over hoe mooi mijn appartement en hoe leuk mijn leven in de stad was,' herinnert Ramadan zich. In werkelijkheid slaapt hij ‘s nachts in parkeergarages of minibusjes. 'In ruil voor een slaapplaats maakte ik dan zo’n busje schoon, of een paar geparkeerde auto’s in een garage.' Geld voor eten scharrelt hij bij elkaar door af te wassen in restaurants of boodschappen voor mensen te doen. Ramadan weet op deze manier een paar jaar te overleven in de miljoenenstad.
'Ik sloeg hem met een stoel'
'Op een dag raakte ik op straat slaags met mijn baas. Hij weigerde me uit te betalen. Het ging om iets van twintig euro, voor mij destijds een godsvermogen. Een toevallige voorbijganger bemoeide zich ermee, en ik sloeg hem met een stoel omdat hij in de weg stond. Toen hij hoorde om hoe weinig geld het ging zei hij: ‘Kom voor mij werken, ik betaal je beter en geef je gratis onderdak.’'
Ramadan komt terecht bij de Townhouse Gallery, een expositieruimte waar de toevallige voorbijganger eigenaar van is. Ramadan werkt er als bewaker en manusje van alles. Hij is zo’n beetje 24 uur per dag in de galerie aanwezig en dat heeft effect.
'Ik zag al die kunstenaars hier in- en uitlopen en dacht ‘Dat kan ik ook’.' In eerste instantie begint hij met het namaken van andermans kunst. 'Dan probeerde ik een standbeeld dat bij ons tentoongesteld stond zo precies mogelijk te kopiëren. ‘Hey Ayman,’ zeiden mijn collega’s dan, ‘dat is jatwerk. Verzin zelf iets.’ En zo begon ik mijn eigen kunst te maken.'
In 2001 houdt hij in Townhouse zijn eerste expositie, Hallucination Superstition, metalen sculpturen over folkloristisch bijgeloof. Zijn werk valt in de smaak en er volgen meerdere shows bij zijn werkgever.
Rijksacademie
Vijf jaar later wordt hij uitgenodigd voor een expositie in Zweden en krijgt hij een beurs om in San Francisco een fotografieopleiding te gaan doen. Daarna volgen residenties in Denemarken, Roemenië en Amsterdam (Mediamatic en de Rijksacademie). Hij verdeelt zijn tijd nu tussen Amsterdam en Cairo.
Het leven als kunstenaar is geen vetpot, maar na jaren op straat is Ramadan inventief genoeg om zijn hoofd boven water te houden. 'Ik ben nu even terug in Cairo, onder andere om mijn auto te verkopen,' legt hij uit. 'Van dat geld kan ik dan weer een tijdje vooruit in Amsterdam.' Hij benadrukt dat hij een enorme mazzelaar is. 'Ik vind zo vaak geld op straat in Amsterdam! Of volle pakjes sigaretten. Die verpats ik voor twintig cent per sigaret en daar koop ik dan een kop koffie van.'
In de paar uur dat ik buiten bij Townhouse met Ramadan thee zit te drinken komen aan de lopende band mensen naar hem toe die zijn hulp nodig hebben: zo regelt hij voor een Nederlandse fotografe een cameraman, helpt hij een Duitse journalist aan Egyptische mediacontacten en brengt hij een Egyptische vriend in contact met een babysitter. 'Ik heb hem ook aan zijn vriendin geholpen,' grapt hij erbij. Tussen de bedrijven door boekt hij twee nieuwe shows voor zichzelf: een in Italië en een in Texas.
Gratis bewaker
'Kijk, hier sliep ik vaak,' zegt Ramadan als we een rondje door de buurt lopen, wijzend op een mini-garagebox die uitpuilt van de rommel. Het is de opslag van een de automonteurs die de straat tot hun werkplaats hebben omgedoopt. 'Ik was zijn gratis bewaker en sliep onder het bureau op de grond. Ligt toch beter dan opgevouwen op de bank van een minibusje.'
De eigenaar van de garagebox zit in een steegje aan een autobumper te knutselen. Ramadan gaat er bij zitten en knutselt een paar minuten mee. Hij laat hem de kapotte bril zien. 'Heb jij iets om dit mee te maken?', vraagt hij de automonteur. De man schudt van nee, maar stuurt zijn zoontje er op uit om een schroevendraaier en schroefje te vinden.
Ramadan laat me de rest van de buurt zien. Om de zoveel meter staat hij stil om een praatje te maken met iemand. 'Al deze mensen hebben mij jarenlang geholpen toen ik nog op straat leefde. Zonder hen had ik het nooit gered.'
'Het gaat allemaal om vertrouwen. Als je betrouwbaar bent gaan er deuren voor je open,' legt Ramadan uit. 'Mensen testen je. Laten ergens een pak geld liggen om te kijken of je van ze steelt. Liep ik met 3.000 Egyptische pond in mijn zak rond, omdat ik bang was dat iemand anders het zou stelen en ik dan de schuld zou krijgen. Was ik de hele dag bloednerveus dat ik het geld zou verliezen! Maar uiteindelijk win je zo het vertrouwen van mensen.'
Seks faciliteren
Ramadan heeft nooit uit prullenbakken hoeven eten of om geld moeten bedelen. Als ik hem vraag of hij zijn lichaam ooit verkocht heeft voor geld trekt hij een vies gezicht. 'Nee, gelukkig niet.' Maar de kunstenaar blijft een handelaar. 'Ik heb wel seks, euh, gefaciliteerd,' drukt hij het diplomatiek uit. 'Tussen mannen. Je weet wel, er komt een rijke Amerikaanse zakenman naar Cairo, die wil hier een beetje ontspannen, en dan heb je vrienden die wat geld willen verdienen… Ik bracht die mensen dan tegen een kleine vergoeding met elkaar in contact.'
In drugs heeft hij nooit gehandeld. 'Veel te gevaarlijk,' klinkt het beslist. In downtown Cairo rollen jongeren tegenwoordig hun joints open en bloot op straat, maar voor de revolutie was dit ondenkbaar. 'Dan was ik handenvol geld kwijt geweest aan het afkopen van de politie.'
Ik vraag Ramadan of hij zijn levensverhaal zelf niet bizar vindt. 'Ik had niet gedacht dat ik ooit kunstenaar zou zijn. Dat is voor een Egyptisch jongetje van het platteland geen realistisch toekomstbeeld. Ik dacht altijd dat ik buschauffeur zou worden, net als mijn vader.'