Het banden-dilemma van de Formule 1

Wat voor rol spelen de banden in de Formule 1? Waarom moeten de teams zo vaak ’pitten’? Hoe gevaarlijk zijn de banden en waarom slijten ze zo hard? Het rubber speelt een hoofdrol in de huidige Formule 1. Coureurs zouden het liefst een band zien die 300 kilometer mee kan. Kunnen ze tenminste gewoon racen.

De Formule 1-bolides worden sinds 2011 voorzien van banden van het Italiaanse merk Pirelli. Daarvoor was Bridgestone de leverancier, daarvoor woedde er een bandenoorlog tussen Michelin en Bridgestone en weer daarvoor leverde alleen het Amerikaanse merk Goodyear het rubber. Maar is Pirelli ook de beste keus? Nee. Het was de énige keus. Als Pirelli zich morgen zou terugtrekken staan de extreme bolides op blokken aan de start.

Er zijn veel fabrieksgeheimen in de Formule 1. Ook rond de banden en vooral de politiek daarachter. De teams zouden een zwijgplicht hebben rond het contract met Pirelli, coureurs zouden zich niet negatief mogen uitlaten over de banden. Sebastian Vettel doorbrak vorig jaar het stilzwijgen na een klapband tijdens de Grand Prix van België. Het werd hem niet in dank afgenomen.

In de Formule 1 wordt over banden gesproken, zoals in Nederland over het weer. Er is altijd wat. En dat is merkwaardig in een sport die hoogwaardige technologie op alle fronten heeft omarmd. Je kunt de pits niet inlopen of je bent verbijsterd over de wijze waarop de teams in elk detail tijdwinst zien. Een minuscuul extra vleugeltje op de neus die een bijna onmeetbaar verschil maakt is het resultaat van dagenlang windtunnel-werk. De motoren van Mercedes, Ferrari, Renault en Honda zijn technologische hoogstandjes. Maar de banden? Vrijwel de gehele paddock is het over eens dat rijden met één merk niet goed is voor de sport.

Compound

Dit jaar heeft Pirelli, om de strijd spannender te maken, een nieuwe compound toegevoegd aan het gamma van vier: de ultrasoft-tyre. (die overigens bij de Grand Prix van China komend weekeinde niet wordt gebruikt). Schoorvoetend gingen de teams akkoord. Ze zagen de zon wat schijnen, want de nieuwe banden gaan dan wel korter mee, maar zijn wel een stuk sneller. Dus: meer tactiek, meer strategie, meer discussie en meer strijd op de baan.

Ondertussen weten ze wel, dat al die maatregelen cosmetisch zijn. Kijk een teambaas of coureur in zijn hart en hij zal zeggen: geef mij een band die 300 kilometer mee kan, dan kunnen we tenminste racen.

Die band bestaat. Michelin – technologisch het meest innovatief, kan hem maken, als ze zou willen.

’De Formule 1 moet eens besluiten of het een geloofwaardige sport wil blijven, of een demonstratie zoals het worstelen in de Verenigde Staten; een circus dat met talloze oneigenlijke hulpmiddelen spannend wordt gehouden.’ Dat zegt bandentechneut Kees van de Grint, de man die als adviseur voor Bridgestone, Michael Schumacher bijstond en vier wereldkampioenschappen op rij meemaakte.

Hij hekelt de kunstgrepen waarmee de races worden opgepimpt, zoals bijvoorbeeld de invoering van het DRS-systeem; een techniek waarbij een wagen door de achtervleugels open te zetten, tijdelijk meer snelheid krijgt om een voorganger te kunnen passeren. ’Het is allemaal kunstmatig. Een trucje om de illusie te geven dat er strijd is en er kan worden ingehaald. Maar wat is er op tegen om een voorganger verdedigend te laten rijden? Dat is toch het echte racen? Zo is het toch ooit bedoeld?

Van de Grint is kart-man in hart en nieren. Hij schreef het boek ‚’Alles over 50 jaar skelteren’ fungeerde als de monteur van de Nederlandse wereldkampioen Peter de Bruijn, Hij bezat, voordat een enorme brand zijn garage annex werkruimte in 2013 in de as legde, een unieke verzameling karts. Met karts kun je, zo zegt hij, nog puur racen.

’Al die verschillende samenstellingen (compounds) worden alleen maar bedacht om aandacht te krijgen. Als Pirelli niet steeds iets nieuwe verzint, dan valt er niet meer over te schrijven, waarmee publicitair geen winst meer geboekt kan worden. Dat is ook en van de redenen waarom Bridgestone het in 2010 voor gezien hield. Over de banden werd nooit meer geschreven, alleen in de negatieve zin, als er weer eens eentje klapte.’

Van 2001 tot en met 2004 zat Bridgestone samen met Michelin in de Formule 1. Nog altijd kijken coureurs als Massa en Hamilton met plezier terug op die tijd. Max Verstappen, die er toen nog niet bij was, zou het ook toejuichen als er meer fabrikanten het rubber zouden leveren.
Wereldkampioen Lewis Hamilton zei er vorige jaar dit over: ’Ik kan me voorstellen dat de ene bandenfabrikant de andere motiveert. Daarmee gaat ook de technologie vooruit en dat is waar de sport om draait.’

Mijn gekozen waardering € -

F 1 columnist, schrijver van 'Max' Het ongeautoriseerde verhaal van de jongste Grand Prix-winnaar ooit; F 1 2016: Van Melbourne tot Abu Dhabi; Spyker langs de Afgrond.