“Alles wijst erop dat ik het nog mee ga maken dat het basisinkomen in Brazilië wordt ingevoerd”, zei econonoom en leider van het basisinkomen-netwerk Eduardo Suplicy (78) op 13 april in een interview met de krant Folha de São Paulo. De coronacrisis was toen ruim een maand oud in zijn land.
In 2004 al, in de jaren van de veel geprezen en verguisde president Lula, de oprichter van Suplicy’s linkse Arbeiderspartij, had Suplicy een wetsvoorstel ingediend voor een basisinkomen. Het werd aangenomen in het congres, maar het werd nooit uitgevoerd. Lula voerde wél nog datzelfde jaar zijn paradepaardje Bolsa Família in, een subsidieprogramma voor de armsten in Brazilië. Suplicy, nu gemeenteraadslid in Brazilië’s grootste stad São Paulo, werd in die tijd voor een koppige dromer versleten, maar nu heeft hij economen van allerlei pluimage aan zijn kant. Tegen Folha noemde hij het basisinkomen “een efficiënt middel om het recht om te overleven te garanderen aan een zo groot mogelijk aantal personen”. Zo kom je tot een eerlijker samenleving, concludeerde hij.
Idee van Friedman
Het netwerk dat Suplicy leidt is nadrukkelijk niet aan een politieke partij verbonden. Veelbetekenend in Brazilië, waar de radicaal-rechtse president Jair Bolsonaro links sedert zijn verkiezingscampagne in 2018 de oorlog heeft verklaard en waar de polarisatie alleen maar is gegroeid.
Het basisinkomen wordt geassocieerd met links, maar het was niemand minder dan de godfather van het neoliberalisme, de Amerikaanse econoom Milton Friedman, die het idee voor een basisinkomen lanceerde. Hij noemde het in zijn boek Capitalism and Freedom uit 1962 een negatieve inkomstenbelasting. Friedman sneerde over de overheid dat die te groot was en een meester in plaats van een dienaar. De oplossing: zo klein mogelijk maken. Hij had vijf argumenten voor het basisinkomen: mensen moeten de vrijheid hebben om geld te besteden zoals zij dat willen. Je moet ze niet als kinderen behandelen, je moet hun verantwoordelijkheidsgevoel versterken; bureaucratie verminderen. Er zijn veel afdelingen die bepaalde programma’s voor minder bedeelden beheren en daar gaat veel geld naartoe, dat te weinig bij de doelgroep terechtkomt; werk stimuleren: je raakt je basisinkomen niet kwijt als je werk vindt, je mag meer verdienen zonder boete, dus je kunt je kansen gebruiken zonder vrees om je basisinkomen kwijt te raken; gelijkheid: mensen worden behandeld als mensen en worden niet onderverdeeld in zij die betalen en zij die ontvangen; en de mooiste: het is niet communistisch. Je mag winst maken, zo veel je wilt. Waarom is het dan niet al lang ingevoerd? “Omdat regeringen nooit leren”, zei Friedman er zelf over.
Binnen een maand een nood-basisinkomen
Nu het coronavirus ook in Brazilië veel slachtoffers maakt –254.220 geregistreerde gevallen en 16.792 doden, stond de teller op 18 mei, in een situatie waarin weinig wordt getest – is de discussie over het basisinkomen opeens urgent geworden en Suplicy en zijn netwerk hebben de aandacht van de media. Naar eigen zeggen is hij sindsdien al in 65 lives geweest.
Het heeft ook zijn weerslag in de politiek gehad. Binnen een maand werd in het Congres een wet opgetuigd die erin voorzag dat de economisch zwaksten een bedrag van, afhankelijk van de gezinssituatie, tussen de 100 en 200 euro per maand kan ontvangen. In beginsel is dat voor een periode van drie maanden, maar omdat de crisis dan zeker niet voorbij zal zijn, gaan er al veel stemmen op om de periode te verlengen.
Het idee is om het basisinkomen uiteindelijk voor onbepaalde tijd in te voeren en niet inkomensafhankelijk te maken, zoals Suplicy ook al in 2004 beoogde.
Tatiana Roque, vice-voorzitter van het Braziliaanse Netwerk voor een Basisinkomen, formuleerde het tijdens een gesprek met econome Monica de Bolle, bekend ijveraarster voor het basisinkomen, aldus: “We willen nu proberen het noodprogramma stapsgewijs uit te breiden. Om te beginnen verlengen met een of twee jaar, want de pandemie gaat minstens ook zo lang duren. We willen een basisinkomen voor kinderen. (In Nederland zouden we dat kinderbijslag noemen, WU). En daarna uitbreiden tot de jongeren. Zij hebben tijd nodig om zich beter te scholen. Jongeren hebben vaak geen idee over hun toekomst. Een basisinkomen geeft rust om na te denken en een opleiding te volgen. Je hebt niet de druk van bullshit job om te overleven. Jongeren in de hogere klasse kunnen al van idee veranderen en een andere studie gaan volgen als ze dat willen. De arme kan dat niet. We kunnen hem met het basisinkomen een beetje meer ruimte en hoop geven.”
Niet eerlijk
Voor de huidige tijdelijke regeling komen alleen informele werkers in aanmerking. Maar veel mensen met een vaste werkgever zijn ook arm, betoogt Roque. Het is niet eerlijk dat zij buiten de boot vallen. Het basisinkomen stimuleert de plaatselijke economie in de wijken en kan mede worden gefinancierd door een korting op de loonbelasting wegens kinderen af te schaffen en te vervangen door het basisinkomen. De rijken worden hoger aangeslagen in hun belastingen om te helpen het basisinkomen mogelijk te maken.
Volgens het Braziliaanse Netwerk voor het Basisinkomen is het heel belangrijk dat het geen subsidieregeling is. “Mensen worden gestigmatiseerd door subsidieregelingen als Bolsa Família”, aldus Tatiana Roque. “Die werkt niet, die produceert niet, wordt er dan gezegd, maar we moeten er een universeel recht voor elke burger van maken. Zo kan het ook niet misbruikt worden door politieke partijen om de stem van de armen aan zich te binden.”
De zeven beroepen die het meeste werk genereren in Brazilië, zoals verkoper caissière, administratief medewerker worden steeds meer overbodig door de automatisering. Door het thuiswerken in verband met het besmettingsgevaar door het virus, wordt die trend alleen maar versterkt. Kleine ondernemers bijvoorbeeld gaan niet meer naar kantoor en werken thuis en gaan zich serieus afvragen of ze dat niet beter kunnen blijven doen. Dus hebben ze geen secretaresse en schoonmaker meer nodig, “Volledige werkgelegenheid zal er niet meer zijn met deze veranderende arbeidsmarkt. Dus we moeten sociale zekerheid losmaken van het hebben van werk”, zegt Roque. “De toegankelijkheid van werk wordt anders, er zal meer opleiding nodig zijn. Daarom is ook de focus op kind en jeugd belangrijk.”
Bezuigingsmaatregelen in de ijskast
En dan nu de rauwe werkelijkheid: de regering Bolsonaro trad in januari 2019 aan met een heel andere agenda: bezuinigen op overheidsuitgaven, privatiseren, het dure pensioenstelsel hervormen en het investeringsklimaat verbeteren. Van alle wensen is alleen de hervorming van het pensioenstelsel uitgekomen. Brazilianen moeten voortaan langer doorwerken en krijgen minder pensioen uitgekeerd dan onder het oude stelsel.
Maar sinds de uitbraak van het coronavirus zijn de bezuinigingsmaatregelen in de ijskast gezet en is er om te beginnen 282 miljard real (ruim 45 miljard euro) uitgetrokken voor steun aan banken en bedrijfsleven en lagere overheden.
In de Senaat circuleert inmiddels een wetsvoorstel van senator Randolfe Rodrigues van de oppositiepartij Netwerk Duurzaamheid om het nood-basisinkomen dat sinds april bestaat permanent te maken, de tweede fase in het stappenplan van het Braziliaanse Netwerk voor een Basisinkomen. Hij heeft volgens in linkse kringen gerespecteerd columnist Leonardo Sakamoto een onverwachte medestander: president Jair Bolsonaro zelf, afgeschilderd als een moordenaar, omdat hij te weinig doet om het virus te bestrijden, die in dit voorstel een kans kan zien om zijn populariteit te vergroten.
De gemeente Maricá in de deelstaat Rio de Janeiro heeft al een permanent basisinkomen voor de armste bevolking. Ik schreef er voor Trouw dit verhaal over.