Bedrijven ontdekken slums als afzetmarkt

Steeds meer bedrijven beseffen dat ook de miljoenen arme Afrikanen voor hen een interessante afzetmarkt kunnen vormen. Maar hoe bereiken ze hen? In Nairobi hebben ze daar iets op gevonden. Het Keniaanse National Oil laat zijn kleine 3 kg gasflessen door jeugdgroepen in de sloppenwijken verkopen.

‘Veel mensen in de slums koken nog op houtskool, slechte kwaliteit lampenolie, hout of zelfs afval. Ze weten niet hoe slecht dit voor hun ogen en luchtwegen is’, vertelt Wiliam Njuguna (29) van de Brotherhood Foundation, de eerste jeugdgroep met wie National Oil nu samenwerkt. Sinds februari heeft de groep 424 gasflessen verkocht voor 2910 Keniaanse shilling (25 euro) per stuk. Zelf houden de jongeren er 120 shilling (1 euro) per fles aan over. ‘Het is nog niet veel, maar toch een klein inkomen’, stelt Njuguna.

Eerder een criminele jeugdbende

Bovenop de gasfles kan eenvoudig een brander worden bevestigd en het fungeert tevens als gaslamp. ‘Het eten is er veel sneller op klaar waardoor het goedkoper is dan houtskool’, vertelt één van de klanten. Van te voren trainde National Oil de jongeren in verkooptechnieken en het gebruiken en aansluiten van de flessen. De jongeren zorgen ook voor het hervullen van de cilinders. Dit verloopt echter nog niet geheel naar wens aangezien het vulpunt op vele kilometers afstand ligt en de jongeren van openbaar vervoer afhankelijk zijn. 'Maar National Oil is van plan dichterbij een vulpunt te gaan aanleggen', weet Njuguna.

 
De Brotherhood Foundation was eerder een criminele jeugdbende. ‘Sommige van ons pleegden gewapende overvallen op auto’s en winkels en verkochten drugs, simpelweg om te overleven’, vertelt Njuguna. Maar omdat hier zoveel leden bij omkwamen, besloot de groep te stoppen en op een andere manier geld te gaan verdienen. ‘We begonnen afval in te zamelen en van autobanden sandalen te maken.’ Jeugdwerker Mike Wamaya bracht ze vervolgens in contact met National Oil. 

‘Jeugdgroepen kunnen een brug slaan naar de sloppenwijkbewoners’

‘In de sloppenwijken hebben maar weinig mensen een tv waardoor de meeste reclames hen niet bereiken’, legt Wamaya uit. Volgens de 28-jarige Keniaan kunnen bedrijven daarom beter – in plaats van reclamespotjes maken – naar de gemeenschap toekomen om hen te overtuigen dat hun producten veilig en goed voor de mensen zijn. ‘De bedrijven hebben de middelen maar niet de contacten. De jeugdgroepen hebben de contacten maar niet de middelen. Zij kunnen een brug slaan naar de sloppenwijkbewoners.’

Wamaya vertelt hoe bijvoorbeeld veel sloppenwijkbewoners neptandpasta gebruiken, die veel goedkoper is dan de bekende merken. ‘De mensen weten niet hoe slecht de gebruikte chemicaliën voor hun tanden zijn.’ De Keniaan gelooft dat jeugdgroepen de bewoners kunnen uitleggen hoe gevaarlijk de neptandpasta is en de weliswaar duurdere merktandpasta veel beter voor hun gebit is. ‘De bewoners zullen dit alleen aannemen van mensen die ze kennen en vertrouwen.’

‘Ontwikkelingsorganisaties komen en gaan weer’

Ook de leden van de Brotherhood Foundation zijn enthousiast over samenwerken met het bedrijfsleven. ‘Bij een ontwikkelingsorganisatie komt er geld maar stopt weer. Het laat je met lege handen achter. Terwijl wij willen werken en een vast inkomen voor onze groep willen genereren.’

Mijn gekozen waardering € -

Andrea Dijkstra is freelance journalist en cultureel antropoloog. Met fotograafŒ Jeroen van Loon trekt ze sinds juni 2011 voor onbepaalde tijd per auto door Afrika, waar ze schrijft over de achtergronden van oorlog, corruptie en deŒ ontwikkelingssector en ook over opkomende economieen, jonge creatievelingen en haar persoonlijke ervaringen.