Mijn alvleesklier is in staking. Ik had tot voor kort geen idee waar die precies zat en waar ie voor was, maar ongeveer een maand geleden raakte de mijne ontstoken en sindsdien verpest het werkschuwe exemplaar mijn leven.
Voedsel is mijn grootste vijand geworden. Je alvleesklier produceert een uitermate agressief sap dat bestaat uit enzymen die helpen bij de spijsvertering. Het is de bedoeling dat deze spijsverteringsenzymen geloosd worden in de twaalfvingerige darm, maar een ontstoken alvleesklier laat dit sap te vroeg vrij.
Het komt in de alvleesklier zelf terecht, die daardoor deels wordt weggevreten en dat voelt net zo naar als dat het klinkt. Het zorgt voor helse krampen, kortademigheid, zweetaanvallen en hartkloppingen. De pijn was zo verschrikkelijk dat ik dacht dat ik dood ging.
Een ontstoken alvleesklier gaat pijn doen zodra hij aan het werk moet, dus dat moet vermeden worden. Drinken (water!) ging de eerste dagen nauwelijks. Van meer dan twee slokken werd ik kotsmisselijk en bij drie kwamen de krampen weer terug.
De meeste mensen met een ontstoken alvleesklier liggen de eerste dagen in het ziekenhuis aan een infuus zodat ze niet uitdrogen, maar ik was met een receptje naar huis gestuurd en lag bij 38 graden in mijn slaapkamer weg te zweten.
Een half weggevreten alvleesklier heeft maanden nodig om te helen. In die tijd mag ik niks eten of drinken waar mijn werkweigeraar van over de rooie gaat. Alcohol. Vet. Suiker. Caffeine. Koolzuur. Noten. Alles wat niet volkoren is. Pikante kruiden.
‘Hou een veganistisch dieet aan’, adviseert een bevriende arts. ‘Maar dan zonder suiker en vet.’ Veganisten eten geen vlees, zuivel, eieren of andere dierlijke producten. Toen ik nog jong en idealistisch was ben ik ooit een jaar veganist geweest en ik kan je vertellen dat suiker en vet precies die twee dingen zijn die een veganistisch dieet draaglijk maken.
Voorlopig kan mijn lichaam niet meer verdragen dan soep, sap en gesopte soja-crackers, maar ik haat mijn verplichte dieet nu al intens. Ik eet graag en veel. Vegetarisch, maar verder ben ik een vergaarbak.
Thuis schep ik twee keer op, als er dan nog over is verhuist het naar de koelkast voor de lunch van de volgende dag, want ik ben deugdelijk Zeeuws opgevoed. In mijn tas zit altijd wat te snacken en zodra ik ’s ochtends wakker ben loop ik op de automatische piloot naar de keuken om wat te eten naar binnen te schuiven. Je kunt niet met mij in een restaurant zitten zonder dat ik iets van je bord wegsnaai.
Dagelijkse rituelen zijn verstoord. De krant lezen met een bakje koffie: mag niet meer. Gezellig samen ontbijten met vers brood, falafel en tahini? Nee, nee en nee. ’s Avonds na het werk op het balkon relaxen met een gin-tonic? Dat is toch anders met een glas water.
Uit eten gaan kan niet meer. Zelfs in het cafe zitten is problematisch. Alcohol mag ik niet. Ach, dan drink je een colaatje. Maar ik mag ook geen koolzuurhoudende drankjes. Nou, een sapje dan? Daar gooien ze hier in Egypte standaard een kilo suiker in. Doe mij maar een flesje water. Gezellig!
Mijn bankrekening huilt. Ik heb nauwelijks energie dus werken is lastig. Als freelancer betekent dat dat er geen geld binnenkomt, en mijn nieuwe dieet is schreeuwend duur. Ik moet naar een supermarkt buiten het centrum om teveel geld uit te geven aan allerlei geïmporteerde yuppen-onzin waar de gemiddelde Egyptenaar nog nooit van heeft gehoord. Soja-drank, roggebrood, tofu, volkoren pasta en vetvrije bouillon.
Bovendien moet ik met de taxi om boodschappen, want fietsen zit er voorlopig niet in. Als ik de zes trappen af ben gelopen om bij mijn fiets uit te komen heb ik al een middagslaapje nodig.
Wees voorzichtig op je alvleesklier. Het is niet leuk als hij er opeens geen zin meer in heeft.