#Hashtag Bopo (*Body Positivity, red) ik kan het inmiddels niet meer zien. Tegenwoordig durf ik bijna niet meer op instagram te kijken, omdat ik dan direct op virtuele wijze om mijn oren wordt geslagen met de posts van de vrouwen die ik een jaar of wat eerder nog zelf, uit eigen vrije wil, ben gaan volgen.
Omdat ik mezelf ervan probeerde te overtuigen dat ik blij was met mijn lichaam en bij hen wilde horen. Het zijn allemaal vrouwen die een ongegeneerd maatje meer hebben, of zelfs een tiental maten ‘meer’ dan die van de standaard paspop.
Ik heb er alles aan gedaan. Wat zeg ik? Ik heb er een regelrechte levensmissie van gemaakt. Dagelijkse affirmaties voor de spiegel, waarbij ik hardop tegen mezelf zei dat ik ‘mooi was zoals ik was’. Mindful yoga klasjes, expres een strakke jurk aantrekken zodat ik mijn ‘curves’ zoals ik ze – heel body positief – noemde, goed liet uitkomen…het hielp allemaal niets. Hoe graag ik het ook zou willen: Ik houd niet van het lichaam dat ik op dit moment heb. En die curves? Kom op, laten we gewoon eerlijk zijn. Het zijn gewoon vetrollen. Zo.
Maar goed, als ik dat dus hardop zou zeggen, vrees ik te worden gelyncht door de body positivity movement. Die is tegenwoordig namelijk overal. Of ik nu door mijn Facebook feed scroll, een tijdschrift lees of me laaf aan mijn dagelijkse portie riooljournalistiek op Huffington Post…. het is er altijd, in meer of mindere mate. Soms in de vorm van een inspirerende quote, soms is het een artikel, een cartoon of een foto op Instagram, maar allemaal verkondigen ze dezelfde boodschap: dat elk lichaam mooi is op, en dat je van je eigen lichaam moet houden.
Wil je een bikini body? Pak een bikini en trek ‘m aan. ‘Every inch of you is perfect from the bottom to the top’ zingt Meghan Trainor. En echt, ik zou willen dat ik dat ook kon vinden. Maar hoe hard ik het ook probeer, het lukt me niet.
Ik was een mollig kind en dat vond ik nooit leuk. Vergeleken met mijn vriendinnetjes die als tere, lichtvoetige elfjes door het leven zweefden, voelde ik me een soort lompe Shrek. Het feit dat ik super onhandig was en het door mij felbegeerde balletpakje me op een aangeklede leverworst deed lijken, deed ook geen wonderen voor mijn zelfvertrouwen. Maar toen ik in de puberteit kwam en mijn ‘puppyvet’ zo ongeveer van de ene op de andere dag weg smolt, vond ik mezelf voor het eerst mooi.
En ik was niet de enige. Ineens kreeg ik volop aandacht van de jongens die me eerder niet zagen staan. Ik kan wel zeggen dat ik daar flink van heb geprofiteerd, maar toen ik op mijn tweeëntwintigste mijn vriend Xander tegenkwam was dat het einde van een – hoe zal ik het eens netjes uitdrukken….’lichtzinnig’ tijdperk.
Xander en ik werden straalverliefd en woonden binnen no time samen. En als je verliefd bent en samenwoont, dan wil je maar een ding: ‘Netflixen’ op de bank, haha. Alleen werd dat Netflixen als excuus om de hele avond te vozen, al snel echt gezellig een filmpje kijken. En daar hoort natuurlijk een bakje chips bij. Een schaaltje borrelnootjes. Een kommetje ijs. En vooruit, soms gewoon een hele camembert.
Je voelt hem al aankomen: binnen de kortste keren was mijn gestroomlijnde figuur een herinnering waar ik met een steek van verlangen aan terugdacht.
Xander leek het niet veel uit te maken, maar ik keek met lede ogen naar de strakke outfitjes die ik al snel echt niet meer kon dragen. Uiteindelijk deed ik wat halfslachtige lijnpogingen, maar ik jojode altijd zo weer terug. En op een gegeven moment vond ik het wel best.
Ik ben altijd het type geweest van: ‘Beter te dik in je kist dan een feestje gemist.’ Althans, dat dacht ik. Dus ik maakte mezelf wijs dat het hebben van maat 42-44 heel normaal was. Ondanks dat ik mezelf weer net zo voelde als vroeger: Lompe Leo tussen haar elfachtige vriendinnetjes.
Daarom zocht ik rolmodellen aan wie ik me kon spiegelen. ‘Als je maar goed verzorgd bent en lekker ruikt, ben je net zo mooi als toen je nog slank was’ zei ik tegen mezelf. En ik bleef het zeggen, zelfs toen ik maat 44 steeds moeilijker dicht kreeg en zelfs een keer schoorvoetend met een H&M’tje in maat 46 thuiskwam. Maar ach, die maten daar kloppen nu eenmaal voor geen meter, zei ik tegen mezelf. Daarna knipte ik wel snel het labeltje uit mijn broek.
Op instagram ging ik vrouwen volgen als Ashley Graham, Rebel Wilson, Tess Holliday en Adele en ook een aantal Nederlandse #BoPo instagrammers die ik liever niet bij naam noem, omdat ik niemand wil kwetsen. Maar elke keer als ik een comment las, of soms zelf ook schreef, als ‘Wat ben je mooi!’ onder een foto van een drillerige buik en lappen overtollig vlees die over een veel te klein broekje golfden, voelde ik me een hypocriet en een leugenaar.
Want hoe hard ik ook mijn best doe, ik vind vet gewoon niet mooi. Niet bij een ander, en niet bij mezelf. Ik verdenk mensen die zo juichend reageren op een foto van een overduidelijk ongezond dik persoon ook echt van allerlei psychische hangups. Want zeg nu zelf: het is toch gewoon veel mooier als iemand niet al die overtollige rollen heeft?
Ik zeg trouwens niet dat dikke mensen per definitie lelijk zijn. De vrouwen die ik hierboven noemde vind ik stuk voor stuk knap. Maar ja…ik zou ze nog knapper vinden met minder vet.
Eerlijk gezegd vind ik het gewoon zonde dat ze niet de beste versie van zichzelf zijn. Net zoals ik. Ik weet hoe ik eruit kan zien, en ik mis het elke dag. Net zoals ik mis dat mensen naar me kijken op straat. Want echt, ik ben sinds ik die maat 44 grens over ben gegaan, praktisch onzichtbaar.
Maar als ik dat tegen mijn vriendinnen zeg worden ze bijna kwaad. Zeker de vriendinnen die zelf ook een maatje meer hebben, want zij zien het alsof ik hen in een moeite door ook veroordeel. En misschien hebben ze daar ook wel gelijk in.
Wat ik lastig vind is dat je tegenwoordig niet langer lijkt te mogen zeggen dat je niet blij bent met je uiterlijk. Altijd is er wel iemand die zich gekwetst of aangesproken voelt, en daardoor zeg ik dus maar niets meer. Wat ik ook niet durf te zeggen, is dat Xander eerlijk heeft toegegeven dat hij me mooier vond met wat minder kilo’s.
Hoewel het me best even stak toen hij dat zo ronduit zei, werd ik niet boos. Ik had hem er zelf namelijk heel direct naar gevraagd, en hij zei er direct achteraan dat hij me altijd aantrekkelijk vond en dat dat vooral school in mijn karakter. Wanneer ik me voorstel dat ik dit tegen mijn vriendinnen zou zeggen, krijg ik al verkrampte nekspieren. Ze zouden hem waarschijnlijk levend willen villen en mij kwalijk nemen dat ik zo’n fat shaming zwijn niet aan de kant zou zetten. Daarom zeg ik niets, en doe ik alsof ik vrede heb met mijn maat 46. Maar ik wil nog steeds niets liever dan afvallen.
Afstand doen van een negatief zelfbeeld is veel gecompliceerder dan voor de spiegel een stel affirmaties opzeggen, of het posten van een foto van jezelf in lingerie met een rits ‘empowering’ hashtags. Misschien voel ik me juist nog wel mislukter omdat ik word veronderstelt van mijn lichaam te houden, en het me maar niet lukt. Niet in deze vorm. Ik denk dat het heel goed zou zijn als de body positivity- beweging meer ruimte zou bieden voor het delen van onzekerheden en frustraties, iets waar nu wel een taboe op lijkt te rusten.
Laat ik heel duidelijk zijn: ik veroordeel niemand. Als jij ‘Big & Beautiful’ bent, en je voelt dat zelf ook echt zo, dan ben ik je grootste supporter. Kan jou het schelen dat ik dan denk: ‘Zonde.’ Schoonheid ligt nog altijd volledig besloten in het oog van de toeschouwer, en wie ben ik nou helemaal?
Maar voor mij is het anders. Voor mij betekent echte liefde voor mijn lichaam dat ik het moet veranderen. Dus heb ik nu, bij wijze van laatste en ultieme poging, een diëtist en een personal trainer in de arm genomen. Ook al kost vooral die laatste me mijn vakantiegeld van dit jaar. Ik lig toch niet lekker in de zon, met deze ‘voor mij toch liever geen- bikini body.’
Ik doe mezelf hier een groter plezier mee dan twee weken Ibiza. Omdat ik me dan weer sexy-er voel voor mijn vriend, fitter als ik opsta, maar vooral omdat ik mezelf gewoon – heel ordinair – een stuk mooier vind in een minirokje maat 36, dan in een tent maat 46.’