Ze noemen zich Femke en Coen de Hoog. Gefingeerde namen, om nabije anderen te beschermen tegen herkenning. Coen is de auteur van het deels autobiografische boek Eleison, dat bij baseerde op hun beider jeugdervaringen en de latere gevolgen voor hun gezin en hun vriendenkring.
‘Eigenlijk begon het schrijven als een vorm van zelftherapie,’ zegt Femke. ‘Het werd voor Coen op een gegeven moment een must, om greep te krijgen op het proces. Ik ben een prater, maar Coen moet dingen opschrijven.’
Coen: ‘Ons leven werd zo’n rollercoaster en de verhalen waren zo overweldigend, dat dit de enige manier was om het hoofd boven water te houden: wat gebeurt hier nou eigenlijk allemaal?’
Uiteindelijk viel de beslissing om er een boek van te maken, gezien de maatschappelijke relevantie van hun geschiedenis. Eleison gaat over veel voorkomende gebeurtenissen en patronen, die tegelijk vaak worden verzwegen. Toch is het geen een-op-een-sleutelroman geworden, benadrukt Coen: ‘Alle onderliggende mechanismen zijn echt, maar we hebben veel gefictionaliseerd. Want we hebben dierbare mensen in onze omgeving die we niet willen namen and shamen.’
Charismatisch
De globale verhaallijn: Femke en Coen leren elkaar tijdens hun studietijd kennen. Ze horen bij dezelfde kerkgemeenschap, die in het boek De Fontein heet. Coen is enig kind en verloor al jong zijn beide ouders. Wel heeft hij zijn moeder tot zijn twaalfde gekend als een warme, liefdevolle vrouw.
Femke komt uit een welgesteld gezin van ogenschijnlijk leuke, charismatische mensen. Vader vervult met verve zijn taak als oudste binnen De Fontein. Helaas: thuis heeft hij kort lontje en tijdens driftbuien wordt hij regelmatig fysiek. De sfeer binnen het gezin is quasi-amicaal, met een grondtoon van voortdurende ergernis en angst. Femkes oudere broer Machiel permitteert zich stiekem vrijheden bij zijn zusje die als ‘seksueel experimenteren’ worden aangeduid, een eufemisme waarachter jaren van stille seksuele terreur schuilgaan. Femke acht zichzelf medeschuldig aan dit misbruik, want ze zou zich niet genoeg hebben verzet.
‘In alle eerlijkheid: het echte verhaal is nog een stuk heftiger dan wat je hebt gelezen,’ zegt Coen nu. ‘Maar de uitgever zei: “Joh, dit wordt te complex. Het kan ongeloofwaardig overkomen.” Daarom hebben we geprobeerd om het bevattelijker te maken voor de lezer, door de meest bizarre wendingen weg te laten.’
Femke: ‘Als we het volledige verhaal zouden aanbieden als script voor een soap, zouden ze zeggen: nee sorry, dit is niet aannemelijk voor de kijkers.’
Trauma’s
De niet onderkende trauma’s van mishandeling en misbruik werken door in Femkes relatie met Coen en in haar moederschap. De kerkgemeenschap speelt hierbij een complicerende rol. Wanneer de bom barst en uiteindelijk bekend wordt wat er allemaal gebeurde in Femkes jeugd, gaan de schuldigen braaf door het stof, daarbij goedbedoelende gemeenteleden manipulerend.
Vervolgens wordt er een dringend beroep gedaan op Femkes vergevingsgezindheid. Femke laat zich aanvankelijk overreden. Als Coen daarin niet kan en wil meegaan, tonen de voorganger en oudsten zich bedroefd over zijn onverzoenlijke houding. Ze leggen tevens de oorzaak bij hém, want Coen was immers al vroeg wees? Dan projecteert hij nu natuurlijk zijn eigen onverwerkte jeugdtrauma op Femke …!
Coen: ‘Het negeren of bagatelliseren van seksueel misbruik en geweld is een algemeen maatschappelijk probleem. Maar binnen zo’n hechte kerkgemeenschap wordt het uitvergroot, doordat het geestelijke aspect erbij komt. Mensen menen jou wel even te kunnen vertellen hoe God erover denkt. En dan zijn er nog de omstanders die zwijgen.’
Van die angst kom ik waarschijnlijk nooit helemaal af. Helaas is dat voor veel mensen een teken dat ik tekort schiet in mijn vertrouwen op de Heer. – Femke
Femke: ‘Ik heb enorm geworsteld met het begrip ‘vergeving’. Tot iemand mij iets zei wat ik als heel bevrijdend heb ervaren: “Vergeven is loslaten en het probleem terugleggen bij degene het heeft veroorzaakt. Het betekent niet per definitie dat je de relatie moet herstellen; die kan alleen hersteld worden als degene die jij vergeeft beseft wat het jou heeft gekóst om hem te vergeven.” Nou, mijn broer heeft daarvan geen flauw idee. Mijn vader doet zijn best, maar snapt er ook geen jota van. Dus ik heb mijn boosheid losgelaten en hem in die zin wel vergeven. Maar wat sommige christenen dan van je verwachten, ja zelfs bijna eisen, is dat je die relatie herstelt. En dat is onmogelijk zolang je tot in het diepst van je ziel gekwetst alleen gelaten bent.’
Schrikreacties
Coen: ‘Femke leeft nog dagelijks in die pijn. Bij harde geluiden, bijvoorbeeld als een kind met de lepel tegen het bord tikt, dissocieert ze al en is ze even weg. Valt er een bord kapot, dan raakt ze in blinde paniek; dan schreeuwt ze het uit en is een paar seconden niet meer te bereiken. Als ik onverwacht even een arm om haar schouders leg, zie ik een flits van angst in haar ogen. Zulke schrikreacties blijven heel lang bestaan als je vanaf je vroegste jeugd zoveel klappen en schoppen hebt gehad.
Toen we trouwden, wist ik niet wat een trauma eigenlijk inhoudt. Het is bij maar heel weinig mensen bekend dat je lichaam ervaringen tientallen jaren kan opslaan en dat het trauma na lange tijd pas naar buiten komt. Het gangbare idee is: je hebt een trauma, je gaat naar een hulpverlener en dan wordt het beter. Eventueel probeer je nog een tweede vorm van hulpverlening. Maar als het bij de derde therapie nóg niet over is, dan ligt het echt wel aan jou. Of anders heb je een onderliggende persoonlijkheidsstoornis.’
Femke: ‘Ik heb een leuke baan en een leuk gezin, dus iedereen heeft iets van: waar doe je nou moeilijk over? Als ik praat over PTSS [post-traumatische stress-stoornis, MC], is vaak de reactie: “Maar heb je dan een oorlog meegemaakt?” Wat mensen niet beseffen, is dat je de angst van je moeder al voelt als je nog in de baarmoeder zit. Het gekke is: op een paar ogenblikken na is mijn leven nooit echt in gevaar geweest. Maar voor mij als kind voelde het altijd wél zo. En die angst zit helemaal in mij gebakken; daar kom ik waarschijnlijk nooit helemaal vanaf. Helaas is dit voor veel mensen uit de evangelische hoek een teken dat mijn geloof niet sterk genoeg is, dat ik tekortschiet in mijn vertrouwen op de Heer.’
Vaderbeeld
Dat ervaart ze als pijnlijk en kwetsend: ‘Na alle mishandeling is mijn vaderbeeld niet zo best, dus het beeld van God de Vader vind ik al moeilijk. En als je dan ook nog te horen krijgt dat je het niet goed doet… Iemand die ons heel dierbaar is, zei: “Ja, maar je kunt het verleden niet de schuld blíjven geven. Je moet God aan de slag laten gaan!” Toch kan ik uit eigen ervaring zeggen: zo simpel werkt het niet. Het is niet zo dat, als je je hart aan de Heer geeft, Hij al je problemen als sneeuw voor de zon laat verdwijnen.’
Het gangbare idee is: je hebt een trauma, je gaat naar een hulpverlener en dan wordt het beter. Maar als het bij de derde therapie nóg niet over is, dan ligt het echt wel aan jou. – Coen
Coen: ‘In het boek laat ik me ergens ontvallen: “Niets is zo gevaarlijk als een christen die gelooft dat God je leven zal veranderen.” Ik was twaalf toen mijn moeder stervende was. Ik heb God gesmeekt of Hij mijn moeder in leven wilde houden. Ze zeggen: je moet geloven als een kind. Nou, ik wás een kind. En ik geloofde het! Ik was heilig overtuigd dat God mijn moeder zou laten leven. Maar ze ging toch dood. Ja, natuurlijk geloven wij wel dat God zo af en toe een wonder doet. Maar laten we alsjeblieft accepteren dat de dood ook bij het leven hoort…’
Femke: ‘… en dat God uit gebrokenheid en pijn weer iets moois kan laten ontstaan voor anderen. Zo werk ik zelf met jongeren. Regelmatig merk ik dat jongeren die helemaal vastlopen juist aan mij hun verhaal vertellen. Hoe komt dat? Mijn voorgeschiedenis staat niet op mijn voorhoofd geschreven. Maar kennelijk voelen ze aan dat ik ook iets heb doorgemaakt en dat hun verhaal bij mij veilig is, dat ik hen niet veroordeel.’
Coen: ‘In het boek zegt Femke ook: “Dat is wat deze maatschappij mist: ruimte voor pijn, voor lijden. Dat dingen mis mogen zijn.” Het is zo belangrijk om mensen ruimte te bieden om hun verhaal te doen, zonder oordeel en zonder hun te vertellen wat ze ermee moeten.’
Universele patronen
Uiteindelijk zoeken Coen en Femke hun heil binnen een andere kerkgemeenschap. In de epiloog van Eleison schrijft Coen:
‘Langzaam krabbelen we nu weer op uit dit dal. Femke is voor de zoveelste keer in therapie gegaan en ondanks alle strubbelingen vinden we onze eigen weg met elkaar. En hoewel het misschien niet past bij wat onze oude vrienden uit De Fontein voor ogen hadden, zijn we dankbaar voor het leven dat we met onze dochters mogen leiden.’
‘Wat we met dit boek willen bereiken, is dat mensen die universele patronen gaan herkennen,’ zegt Femke. ‘We merken ook dat overlevers zich gesteund voelen door ons verhaal. Iemand zei: “Het is alsof ik de ondertiteling lees van mijn eigen leven. Opeens ben ik gaan snappen hoe die dynamiek in de omgeving werkt.”’
Coen: ‘En we willen het breder trekken dan de kerk. De landelijke cijfers van seksueel en huiselijk geweld zijn schrikbarend hoog, onze samenleving wordt overspoeld door misbruik. Heb je iemand in je netwerk die zoiets heeft meegemaakt? Spreek je dan uit! Ik kan het overigens wel goed begrijpen hoor, dat mensen liever hun mond houden Want ja, loyaliteit heeft een prijs. Wie zich uitspreekt tegen onrecht, kan daardoor zelf in moeilijkheden komen. Maar tegelijk zou ik mensen willen aansporen om het wél te doen. Het kan een kwestie van leven of dood zijn voor de overlever, die door een ongelofelijk eenzaam proces gaat. En al is daarin maar één persoon die naast je staat, dan kan dat al zo’n enorme steun betekenen.’
Coen de Hoog: ‘Eleison. Onze ontworsteling uit een destructief familiesysteem’
Uitgeverij Plateau, 232 blz. Prijs € 19,99