Trots vertelt de Boliviaan Elias Quispe Chura hoeveel Facebook-woorden hij al heeft vertaald naar het Aymara, zijn moedertaal. Vijfhonderd stuks, waaronder munaña (vind ik leuk), mantaña (inloggen) en mistsuña (uitloggen). Maar zijn medeleden van Jaqi Aru zuchten als hij tijdens de vergadering zegt hoeveel woorden er in totaal moeten worden vertaald voor een Aymara-versie van Facebook: 24.000.
Toch laten de leden van talenclub Jaqi Aru (‘Menselijke taal’) zich niet ontmoedigen. Hun doel is de inheemse taal Aymara te laten voortbestaan en te ontwikkelen, door in het Aymara te bloggen, Wikipedia-lemma’s te schrijven en internetdiensten als Facebook en Mozilla Firefox te vertalen. „We hebben de technologie in handen”, zegt Edwin Quispe (geen familie). „Waarom zouden we die niet gebruiken om de wereld te laten weten dat onze taal nog leeft?”
Inheemse taal
Ongeveer 1,3 miljoen mensen in Bolivia spreken Aymara, een taal die zijn oorsprong heeft in het Aymara-volk dat rond de twaalfde eeuw de Andes veroverde. Samen met Quechua, de taal van de Inca’s, is het de grootste van de meer dan dertig inheemse talen die in Bolivia worden gesproken. Maar het aantal sprekers loopt al geruime tijd terug, omdat steeds meer inheemse bewoners besluiten alleen Spaans te leren. Eeuwenlang werden inheemse talen in Bolivia als tweederangs beschouwd.
Ton Salman doet namens de Vrije Universiteit in Amsterdam onderzoek naar democratie en participatie in Bolivia. Hij kent meerdere verhalen van mensen die op het platteland werden weggestuurd bij een loket omdat ze geen Spaans spraken. Sinds Evo Morales, de eerste inheemse president van het land, aan de macht is, gebeurt dat niet meer, vertelt Salman: „De overheid discrimineert en marginaliseert deze talen niet langer en dat is enorme winst.”
Een van de maatregelen die de Morales-regering heeft genomen, is verplichten dat ambtenaren minstens één inheemse taal spreken. Maar of dat veel invloed heeft op het voorbestaan van die talen, betwijfelt linguïst Juan de Díos Yapita. „Ze studeren de taal alleen een of twee maanden en leren de basis, zoals ‘hoe gaat het?’ en ‘goed’”, aldus Yapita, die Aymara-les geeft aan een talenschool in La Paz.
Ook zijn er nu nieuwsuitzendingen op tv in het Aymara, om zes uur ’s ochtends. Op de regionale radio is meer aanbod. „Maar voor de rest is de taal in de publieke ruimte een marginaal verschijnsel”, zegt onderzoeker Salman.
De vergadering van Jaqi Aru heeft wel geheel in het Aymara plaats, met hier en daar een Spaans leenwoord. De leden bespreken de voortgang van de projecten in een cafeetje in El Alto, waar de meesten van hen wonen. El Alto is in een kwart eeuw uitgegroeid van buitenwijk van La Paz tot een van de grootste steden van het land. De stad telt een miljoen inwoners, onder wie veel Aymara.
Geen internet thuis
Sinds de oprichting van Jaqi Aru in september 2009 hebben de leden ruim 2.000 lemma’s geschreven voor de Aymara-versie van Wikipedia. „Wikipedia is echt een unieke plek om onze taal te promoten, en omdat het open source is, is samenwerken heel makkelijk”, zegt Ruben Hilare, de leider van de groep. „Maar slechts twee of drie mensen van Jaqi Aru hebben thuis internet, dus we moeten onze artikelen in Word schrijven, op een geheugenstick zetten en dan in een internetcafé uploaden.” Onlangs verscheen een rapport dat concludeerde dat internet in Bolivia het traagste en het duurste is van heel Zuid-Amerika. „Wat wij doen, is daarom eigenlijk vooral een voorbereiding voor de volgende generatie”, aldus Ruben Hilare.
Eddie Avila, een van de eerste bloggers van Bolivia, is enthousiast over het vermogen van internet om een nieuwe generatie van sprekers van inheemse talen aan te moedigen. Avila: „Voor sommige mensen is het echt een eyeopener om hun taal gebruikt te zien worden op zoiets trendy’s als Facebook.”
Jaqi Aru is niet alleen. In Santa Cruz heeft een groep linguïsten een soortgelijk project opgezet om via Twitter en Facebook de taal Chiquitano te promoten.
Eerder verschenen in NRC Handelsblad (op maandag 18 juni 2012) en in nrc.next (op dinsdag 19 juni 2012).
Peter Teffer publiceert van zeer binnenkort het kanaal 'Achter de technologie' in DNP (eerst even alleen op de site, zo snel mogelijk daarna ook in onze app).