Dames die kloek en moedig de buitenwereld tegemoet treden, daar schrijft bestsellerauteur Tess Gerritsen graag over. Een beetje zoals ze zelf overkomt in interviews. Wil de uitgever een nieuw boek? Geef haar een jaar, en ze levert keurig nog vóór de deadline een aflevering van haar vaste speurdersduo Jane Rizzoli en Maura Isles. Of ze produceert op verzoek van het CPNB het geschenkboekje Incendio voor de Maand van het Spannende Boek. ‘Als het in mijn planning past – ik had een gat van twee jaar – dan lukt het.’
Corrupte muziek
Jane of Maura ontbreken in Incendio. Heldin van dienst en violiste Julia moet er even tussenuit en wordt daar haar beste vriendin meegesleept naar Venetië. Daar vindt ze een mysterieus muziekstuk, dat haar meteen fascineert. Ze koopt de bladmuziek van Incendio, een wals die eindigt in een koortsachtige notenbrij waar Paganini zijn vingers op had kunnen breken. Als ze terugkeert naar de VS en voor het eerst het stuk speelt, blijkt haar dochter zich te vergrijpen aan de kat. Met dodelijke gevolgen. Een mes in het been van haar moeder vindt de kleuter geen probleem. Wat moet Julia met dit kwaadaardige kind? Of verbeeldt ze het zichzelf. Julia moet diep in de krochten van haar eigen ziel afdalen en de confrontatie aangaan met een paar Holocaust-overlevenden. Kan muziek de mens corrumperen?
Waarom heb je Incendio met de hand, met pen op papier geschreven?
‘Mijn eerste versie schrijf ik altijd met pen op papier. Non-fictie zou ik nog wel kunnen op een laptop. Maar ik denk graag na over mijn zinnen. Probleem: als ik mijn woorden op een computer zie dan wil ik direct gaan editen, dan denk ik na over het verhaal dat ik wil vertellen, het plot, de structuur. Dat doe je met een ander gedeelte van het brein. Verhalen vertellen is heel emotioneel, op een laptop tikken heel rationeel.’
Je bent opgeleid als medicus. Kun je na een tijdje nog je eigen handschrift lezen?
‘Ha, je hebt gelijk, ik ben erg goed in onleesbaar schrijven. Het kost me sowieso veel tijd om aan die eerste versie te werken. Bloed, zweet en tranen. Daarbij vergeleken is de tweede versie intikken op mijn laptop een lachertje.’
Incendio speelt in Venetië, een klassieke locatie voor veel van de horrorklassiekers waar jij fan van bent. Heb je je daardoor laten inspireren?
‘Eigenlijk niet. Sorry dat ik je moet teleurstellen. Ik was in Venetië voor mijn verjaardag en al gevraagd voor dit geschenkboek. Dus ik begon met mijn usual suspects in de hoofdrol. Tot die nachtmerrie… Ik droomde dat ik viool speelde. Mijn baby zat op de grond naast me, en veranderde in een monster! Iets klopte niet met de muziek. Een boosaardige ballade, die het kind veranderde. Ik schrok wakker en wist direct: ik heb iets pakken. Een paar dagen later liep ik door het joodse getto van Venetië. Toen viel alles op zijn plaats. Ik hoefde alleen nog naar huis om Incendio te schrijven.’
Kan een muziekstuk kwade krachten in ons losmaken?
‘Het primitieve gedeelte van onze hersenen reageert direct op muziek, een link met onze emoties. We horen mooie muziek en we huilen. Het gaat heel ver terug, al tot het lied der vogels. Omdat ik zelf viool speel (vrolijke Ierse publiederen, dus met een heel ander effect), ken ik van dichtbij de krachten die muziek kan losmaken. Het hangt van de melodie af of die krachten optimistisch of negatief zijn. Van liefdesliederen tot de Stalingrad-symfonie van Sjostakovitsj. Toch geloof ik niet dat muziek van zichzelf mensen kan corrumperen. Muziek zelf is niet goed of slecht. Hoogstens als er een boodschap in de teksten zit, zoals bij sommige rap-liederen. Maar dan is niet de beat de boosdoener, maar de woorden van de rapper.’
Hoe zit dat met kinderen? Kan een kleuter in een duivelskind veranderen?
‘Ha, daar draait dit boek om. Het kinderbrein is gevoelig voor elke mogelijke input. Maar de DNA ligt al vast. In Incendio wilde ik vooral met het idee spelen van vervloekte muziek, klanken waarvan de werking verder gaat doordat de componist een duister lot heeft ondergaan. Misschien heeft de schrijver van de muziek van Incendio wel zijn ziel aan Faust verkocht, een beetje zoals in de Amerikaanse variant Daniel Webster in 1840 deed aan de duivel.’
Maar hoe zit dat met die kleuter? Bestaan er kwaadaardige peuters, kleuters?
‘Helaas komt dat voor. Sommige kinderen zijn voorbestemd tot zo’n lot, doordat ze bepaalde genetische afwijkingen hebben. Je hebt jongens met afwijkende YY-chromosomen, die bijna allemaal in de gevangenis belanden omdat ze hun agressie niet beheersen. En je ziet bij sommige vijfjarigen al dat ze abnormaal zijn, dat ze geen empathische gevoelens kennen, dat ze al wreed verdrag tonen. Hersenbeschadiging, trauma? Het kan allemaal. Al ben ik een schrijver, ik heb een wetenschappelijke opleiding. Dus ik geloof niet zo in een kind dat wordt bezeten door een kwade geest. Maar ik probeer wel om mijn lezers daar tijdelijk van te overtuigen. Of ze in ieder geval te laten twijfelen. Toen mijn kinderen nog klein waren, zo’n 8 jaar, hadden ze een vriendje dat helemaal los ging met een mes. Vreselijk. Hij had fantastische ouders die ten einde raad waren, later is het ook helemaal misgegaan. Sommige kinderen mankeren iets, dat weet je moeder meteen.’
Zelf ooit bang geweest voor jouw monsterlijke kinderen?
‘Het zijn lieverds, maar toch… Toen een van onze jongens veertien werd, ging hij met vrienden inbreken in een jachthaven. Ze plunderden een paar boten, staken een luchtsignaal aan met zo’n SOS-pistool. Niet zo slim, de politie kwam meteen aanrijden. Wat heb ik fout gedaan, dacht ik direct. Het is allemaal mijn schuld! Vrouwen verwijten zichzelf altijd als eersten. Gelukkig is hij tot een fijne beschaafde jongeman opgegroeid.’
Iets heel anders. Op je website meld je dat je de strijd aangaat met Hollywood, omdat ze jouw Gravity-script hebben gebruikt voor de latere gelijknamige Oscar-winnende film met Sandra Bullock. Gaat er een proces komen?
Ik wilde de makers de voordeel van de twijfel geven. In 2010 hoorde ik dat ze met Gravity bezig waren. Zelfde titel! Het klonk zo als mijn oudere filmscript… Ik belde mijn agent en hij zocht het uit. Nee, het was onafhankelijk ontwikkeld door Universal, beweerde de tegenpartij. Dat kan, dat komt wel vaker voor. Toen werd ik in februari gebeld door iemand uit de filmbusiness, die met een slecht geweten kampte. Hij vertelde dat een medewerker van mijn project was overgestapt naar Universal. De arrogantie waarmee die mensen liegen! Nou, ik heb goede advocaten, die stropen de mouwen op en willen hier dolgraag mee aan de slag. We zullen zien. Normaliter heb je als schrijver geen kans, als ze jouw boek of script klonen en minimale veranderingen aanbrengen. Maar hier lag er al een script en is er een directe menselijke link. I smell blood…’
Tess Gerritsen, Incendio, uitgever The House of Books.