Hoog torent Sinte Rita de Cássia uit boven Santa Cruz, een leerlooiersstadje in de halfwoestijn van de deelstaat Rio Grande do Norte. Zesenvijftig meter hoog is ze – en daarmee het grootste katholieke standbeeld ter wereld. Cristo Redentor, die zijn armen over Rio de Janeiro spreidt, is ‘slechts’ dertig meter hoog.
In het jaar 1931, toen dat emblematische beeld van Christus de Verlosser in Rio verrees, was negenennegentig procent van de Brazilianen nog katholiek, maar in 2007, het jaar dat het beeld van Rita de Cássia werd voltooid, stonden de zaken er heel anders voor. Bij de laatste volkstelling (2010) was nog slechts iets meer dan vierenzestig procent van de Braziliaanse bevolking katholiek; volgens cijfers van enquêtebureau Datafolha zou het aantal katholieken in 2013 zelfs al tot zevenenvijftig procent zijn teruggelopen.
Tegelijkertijd neemt het aantal evangelisch-christelijken in Brazilië toe. Bij de volkstelling van 2010 gaf iets meer dan tweeëntwintig procent van de bevolking aan tot een evangelisch-christelijk kerkgenootschap te behoren. Met (volgens de volkstelling van 2010) 123 miljoen katholieken heeft Brazilië nog altijd de grootste katholieke bevolking ter wereld – maar met ruim 42 miljoen gelovigen heeft het land tegelijkertijd de grootste evangelisch-christelijke bevolking van de aardbol.
De aantrekkingskracht van de evangelisch-christelijke gezindten is het grootst onder de allerarmsten: maar liefst zestig procent van de evangelisch-christelijke Brazilianen verdient niet meer dan het minimumloon. Het was dus niet verbazingwekkend dat Paus Franciscus tijdens zijn bezoek aan Brazilië in juli 2013 een bezoek aan een favela bracht, in een poging het tij te keren.
Tussen 2000 en 2010 nam het aantal katholieken in Brazilië met bijna twee miljoen zielen per jaar af; het zou dus heel goed mogelijk zijn dat Sinte Rita de Cássia zich tegen de tijd dat de volgende volkstelling gehouden wordt (naar verwachting in 2020) een beetje eenzaam begint te voelen op haar heuveltop in de halfwoestijn.