Arme mensen zijn gemiddeld dikker dan rijke mensen. Eigen schuld, dikke bult? In onze liberale ieder-voor-zich maatschappij is dat een aantrekkelijk – en veelgehoord – standpunt. ‘Elk pondje door het mondje’. En op de markt kan je ook met een klein budget prima een gezond weekmenu bij elkaar scharrelen, nietwaar? Wie het boek Eet mij van wetenschapsjournalisten Asha ten Broeke en Ronald Veldhuizen leest, weet dat dat verband niet zo’n eenduidig een-tweetje is. ‘Het is toch eigenlijk treurig,’ concluderen de auteurs hierin, ‘dat gezond eten zo veel duurder is dan ongezond eten, dat het van een minimuminkomen nauwelijks wil lukken.’ Doe ik iets verkeerd? Kwestie van zelf uitproberen.
Rekenmachine
Schoorvoetend was mijn man akkoord gegaan met het plan. Vooruit dan maar, wat is nou een maand? Nog geen twee weken later zal hij ’s avonds rond tienen, tevergeefs zoekend naar iets te snaaien, mopperend vragen waarom ook hij moet ‘lijden onder dit stomme plan’.
Onze budgetmaand begint toch optimistisch. Volgens het Voedingscentrum is kiezen voor gezond een eitje als je simpelweg minder geld uitgeeft aan duur spul als vlees en kaas en meer aan groenten en fruit. Nu zijn wij als vegetariërs echte groenknagers, dus dat ging vast helemaal goed komen. Een goede voorbereiding is het halve werk: ik inventariseer de voorraadkast (niets kopen wat je niet nodig hebt), stop in een aparte portemonnee vijftig euro en maak voor het eerst in jaren een heus boodschappenlijstje waarop ik zelfs plan wat elke dag op tafel komt. Ik kies ervoor alle boodschappen bij één winkel te doen, om overzicht te hebben op de uitgaven. In die vier weken ga ik één keer naar de Lidl, twee keer naar de Dirk van den Broek en één keer naar de Jumbo (de goedkoopste supermarkt in ons deel van de stad). Lichtelijk beschaamd loop ik die eerste zaterdagochtend met een rekenmachine door de Lidl, op een dik kwartier fietsen van mijn huis. Bij de kassa slaak ik inwendig een hoeraatje: een kar vol gezond en lekker eten voor 46 euro! Halverwege de week blijkt dit eurekagevoel voorbarig: het brood en de yoghurt zijn op. We teren in op de vriezervoorraad en zien van steeds meer potten broodbeleg de bodem in zicht komen. Pfoe, ik blijk slecht inzicht te hebben in ons eetgedrag. De grote boodschappen doe ik al jaren één keer per week, maar daar komt zeker nog een bezoek of twee bij voor een brood of melk. Bij de Appie of biowinkel om de hoek. En uiteraard belanden er altijd meer spullen in het mandje dan van tevoren bedacht.
Broodsnob
Budgetvriendelijk shoppen vereist planning en zelfbeheersing. Tot en met week twee gaat dat best aardig, maar daarna worden de maaltijden kariger (niet ui én paprika, maar één van de twee). Het is nogal een hoeveelheid groenvoer dat we wekelijks wegwerken. Met het Voedingscentrumadvies in de hand, hebben wij wekelijks 5,6 kilo groenten en 56 stuks fruit nodig.
Mijn normale ontbijt bestaat uit yoghurt met muesli, twee stuks fruit, een hand rozijnen en vers gebrande noten. In week drie is de inhoud van het kommetje afgeslankt naar yoghurt met fruit en goedkope muesli van geplette havervlokken (97 cent per kilo bij de Dirk). Waar ik normaal tot één uur ’s middags een gevuld gevoel heb, begin ik nu al rond elven honger te krijgen. ‘Koop volle yoghurt,’ mailt een vriendin me,‘dan heb je meer calorieën voor hetzelfde geld.’ Goede tip! Hetzelfde geldt voor brood: noem mij vooral een broodsnob – ik kauw nu eenmaal graag op echt brood in plaats van een fluffig fabriekssneetje – maar het grootste bezwaar is dat het goedkoopste volkorenbrood (1 euro bij de Dirk) gewoon niet vult. En dan moet je stevig in je schoenen staan om niet te bezwijken voor een chocoladereep bij kiosk of tankstation (dat lukt me dus ook niet altijd).
Beurse tomaten in de wok
Halverwege de maand heeft mijn oudste dochter – die overigens niet één keer klaagt over het eentonige broodbeleg en de goedkope crackers – vakantie. Op woensdagmiddag sta ik voor zes blije kleuters tosti’s te bakken. In één uur jas ik er zo een weekvoorraad brood en kaas doorheen. Aan het einde van die week vraag ik onze vaste vrijdag-mee-eetvrienden het toetje mee te nemen. Het geld is op.
Creativiteit lost veel op. Ik bewaar half afgeknaagde appels van mijn dochters voor mijn ontbijt en kliekjesdag wordt in ere hersteld. Beurse tomaten gaan in de wok en daar gaat vaker diepvriesgroente bij. Ik bewaak onze fruitvoorraad als een havik; mijn man krijgt ervan langs als hij ’s avonds aan zijn derde stuk fruit wil beginnen. Afblijven, dat moet als pauzehapje mee naar school morgen! Zuchtend kruipt hij achter zijn computer met de twee laatste rijstwafels die hij heeft kunnen vinden. Op zijn vrije dag bakt hij voor de uit school meegekomen meute gebakken eieren op brood. Die avond eten we noodgedwongen alleen een groenteprutje met kidneybonen en rijst.
Er is geen budget voor pakjes sap voor mee naar het zwembad. Wat wel meegaat zijn de nep-Sultana’s (99 cent voor acht pakjes van drie) en de allergoedkoopste krentenbollen (30 cent voor zes). Die lagen trouwens nog goed verstopt bij de Dirk, ergens helemaal onderin. De kant-en-klare pannenkoeken (70 cent voor acht stuks) die ik als verrassing meeneem (doe eens gek) zijn echt te goor voor woorden. Het maakt de kinderen niet uit, wij slaan dit keer het ‘toetje’ over.
Elke dag frikandellen
Eerder genoemde journalist Asha ten Broeke rekende eens voor haar toenmalige Trouw-column uit wat het nou zou kosten als je al die gezondheidsadviezen van het Voedingscentrum in de wind slaat en voor de vette hap gaat: wie elke avond patat met frikadellen eet, is met vier personen slechts zeventien euro per week kwijt. Ze-ven-tien euro. Een prikkie. En toch: niemand dwingt bijstandsmoeders hun kinderen alleen gefrituurde troep voor te zetten. Er is wel degelijk iets te kiezen. Maar ‘makkelijk’: nee, echt niet. Met hangen en wurgen halen wij het een maand lang, twee van de vier weken komen we een paar euro boven die vijftig euro uit. En dan hebben wij nog kleine kinderen en geen pubers die een brood per dag wegwerken en klagen over het weinig gevarieerde fruitaanbod (seizoensfruit is goedkoper) en huismerk cola. We bezuinigen vooral op de extraatjes als chocolade, frisdrank en knabbels. Er staat amper iets biologisch op tafel, wel de bittere filterkoffie van de Lidl. Of wij zijn afgevallen, wilt u natuurlijk weten. Ik ging één luttele kilo in de min, mijn man profiteerde van de gratis lunch op zijn werk. Ik sluit niet uit dat mensen die het altijd met weinig poen moeten doen, slimme handigheidjes hebben om de kosten te drukken. Het belangrijkste misschien nog wel: er moeten geen gekke dingen een gat in je saldo slaan. Vooral als die onvoorziene kosten betekenen dat je je kinderen die week geen gezonde maaltijd kunt geven.
Image by Ylanite Koppens from Pixabay