Carnaval is topsport

Het Carnaval in Rio is pas over een half jaar, maar nu al zijn de sambascholen volop bezig om zich voor te bereiden: een thema kiezen, een lied kiezen en de ontwerpers aan het werk zetten.

Ik loop een dagje mee met Grande Rio, een relatief nieuwe school, die in de wedstrijd voor wie tijdens de grote parades met Carnaval de beste uitvoering neerzet nog nooit de eerste prijs heeft gehaald. Wel een tweede en, in 2015 nog, een derde. “Dat is onze grote frustratie”, verzucht Luna Leal, danseres, evenementenorganisator en begeleidster van aanstormend sambatalent. Al langer gevestigde scholen, zoals Portela, wonnen jaar na jaar, maar daar werd geld voor neergeteld, weet Leal. In 2015 won Beija-Flor (kolibrie), dat zich had laten sponsoren door dictator Teodoro Obiang Nguema Mbasogo van het West-Afrikaanse Equatoriaal Guinea en dankzij ‘s dictators royale steun een vlammende show over de Afrikaanse culturele erfenis ten beste kon geven.

“Alle scholen krijgen hetzelfde subsidiebedrag van de gemeente, maar dat is niet genoeg”, verklaart Leal, “en daarom moeten we de boer op voor meer geld.”

In het jaar voor de Olympische Spelen is dat nóg lastiger, omat veel sponsors geniegd zich op de sport te richten. Grande Rio heeft er iets op gevonden: Carnaval Experience. Toeristen kunnen het hele jaar door een bezoek brengen aan de Cidade do Samba (Sambastad) in Rio’s havengebied waar Grande Rio en de elf andere belangrijkste sambascholen van de stad zijn ondergebracht. Het zijn gigantische ruimtes, hangars eigenlijk, waar de grote wagens met daarop huizenhoge poppen, torens, huizen, boten of wat je ook maar kunt verzinnen worden gestald en vanaf de tweede helft van het jaar, nu zo’n beetje dus, worden opgetuigd voor het volgende Carnaval. Dat gebeurt onder leiding van een ontwerper, een creatief genie, die het prestige heeft van een trainer van ‘s werelds beste voetbalclubs.

82 minuten

Leal: “Eerst maken we de wagens schoon en verzamelen we het materiaal dat kan worden hergebruikt. Ook alle dansers – minstens een paar duizend per school, WU – vragen we om hun kostuums in te leveren.”

De parades worden gehouden in het Sambódromo, een straat van 700 meter lang en dertien meter breed, met aan weerszijden hoge tribunes. Elke school heeft on-Braziliaans precies 82 minuten om het allerbeste van zichzelf te laten zien en elke danser doet er ongeveer 15 minuten over om het traject af te leggen en zijn hour of fame te beleven.

Wie denkt dat alles alleen maar blote tieten en konten en veren is, heeft het mis. Meestal is het alleen de belangrijkste danseres van een groep die weinig of helemaal niks aan heeft. De rest zweet zich het schompes – Carnaval valt in Brazilië in de zomer en de temperatuur loopt op tot veertig graden – in fleurige en ingenieus in elkaar genaaide kostuums. “Je moet er helemaal voor gaan en een en al liefde voor de samba voelen, anders lukt het niet”, zegt Leal streng. De scholen zijn daarom ook steeds minder happig geworden om toeristen mee te laten doen, die vaak de hitte niet aankunnen en die ook te veel met zichzelf (selfie!!) bezig zijn om bij te dragen aan een goed resultaat. Er moet gescoord worden. Carnaval is topsport.

Koning naar Rio

Rond deze tijd wordt ook het lied van de school gekozen en dat duurt wel een maand. Er zijn zo’n vijftig songwriters die een lied indienen. Het publiek kiest. Elke week vallen er tien liedjes af totdat op het eind de winnaar overblijft.

De optocht van een sambaschool bestaat uit tientallen onderdelen. Leal: “We kiezen bijvoorbeeld het thema Amsterdam. Dan gaan we ons inlezen in het thema en gaan we allemaal subthema’s verzinnen, bijvoorbeeld terug in de tijd, toen de Nederlanders nog in berenvellen rondliepen of Koningsdag in Amsterdam, en dat mondt er dan in uit dat de koning met Carnaval naar Rio reist. Het is een kwestie van een praktisch verhaal vertellen met een begin en een eind en dat opsplitsen. In elk onderdeel wordt een deel van het verhaal uitgebeeld.” Elk subthema krijgt zijn groep van een paar honderd mensen die allemaal hetzelfde kostuum dragen en dezelfde choreografie doen.

Kinderschool

Aan de overkant van de straat liggen vervallen havenloodsen, waar veel van de minder prestigieuze sambascholen van de stad hun onderkomen hebben. Ook daar zijn de ruimtes enorm, het enige verschil is de staat van onderhoud waarin ze verkeren. De meeste zijn gekraakt en het is niet onmogelijk dat de gemeente Rio de Janeiro op een dag besluit de oude loodsen te slopen. Ook de ‘kinderschool’ van Grande Rio, Pimpolhos da Grande Rio, ofwel Kindertjes van Grande Rio kraakt een oude loods. Het gaat er serieus aan toe: “We stellen als voorwaarde dat de kinderen die meedoen naar school gaan”, zegt Luna Leal. De school kiest altijd sociale thema’s zoals de rechten van de mens en de zorg voor het milieu.

Kortere rokken

Er is één verschijnsel dat het Carnaval tegenwerkt en dat zijn de (strengere) evangelische kerken. Vooral veel oudere vrouwen hebben de sambascholen de rug toegekeerd nadat ze zich hadden aangesloten bij zo’n strenge evangelische kerk, die het haar gelovigen verbiedt te drinken, dansen of schaars gekleed te gaan. Carnaval is voor deze kerken een uitvinding van de duivel. Zo wordt een traditioneel fenomeen in het Carnaval met uitsterven bedreigd: de baianas. Dat zijn groepen oudere vrouwen – of vroeger als vrouwen verklede mannen – die de oudste, Afrikaanse roots van de samba vertegenwoordigen, vanuit de periode dat zwarte Braziliaanse vrouwen nog samba zongen en dansten in hun huizen in de arme wijken en dat de samba nog een marginaal bestaan had, want geassocieerd met arm en zwart.

Dat juist de baianas steeds meer gemarginaliseerd worden, gaat veel liefhebbers van Carnaval en traditie aan het hart.

Maar tegelijkertijd leeft in het havengebied van Rio, dat klein Afrika wordt genoemd, omdat daar in de koloniale tijd enkele miljoenen slaven werden verhandeld en omdat er nog steeds veel zwarten wonen, de aandacht voor de Afrikaanse erfenis op. Luna Leal: “Zo is er ook ruimte voor een nieuwe modernere baiana, met kortere rokken, maar die beter nog dan de oude Afrikaanse ritmes kan dansen.”

Mijn gekozen waardering € -

Wies Ubags (1962) werkt vanuit Brazilië voor oa het ANP. Ze is ook te horen op de Nederlandse en Belgische radio (vooral BNN, WNL en VRT).  Ze schrijft over ambitie in Latijns Amerika, in het klein en in het groot. Economische onderwerpen krijgen veel aandacht.