‘Cassave kan groene revolutie in Afrika ontketenen’

Met de uitvinding van een mobiele fabriek heeft het Nederlandse bedrijf DADTCO een oplossing gevonden voor het snel bederven van cassave. Het linkt kleinschalige cassaveboeren aan de industriële markt en verandert de in Afrika zo goed groeiende cassave in een commercieel interessant gewas.

NAMPULA – Op een verdord veld net buiten het Noord-Mozambikaanse dorpje Ribaué staat een felgele ronkende container. Mannen en vrouwen laden kisten vol cassave op de lopende band waarmee de kronkelige wortels de mobiele fabriek inschuiven, machinaal worden gehakt en geraspt en er als kneedbare cake weer uitkomen. ‘Impala, van de cassave van onze velden’ staat er in het Portugees in grote letters op de zijkant van deze zogeheten AMPU (Autonomous Mobile Processing Unit), waarmee de Nederlandse onderneming Dutch Agricultural Development and Trading Company (DADTCO) rauwe cassave in enkele minuten in een cassavecake transformeert. Cervejas de Moçambique, onderdeel van SAB Miller, ’s werelds op één na grootste brouwerij, maakt er vervolgens Impala bier mee.

In truck past driemaal zoveel cake als wortels

Hoewel cassave een van de meest verbouwde gewassen in Sub-Sahara Afrika is, werd het tot voor kort nauwelijks voor commerciële doeleinden gebruikt, omdat 48 uur na de oogst de wortels al beginnen te rotten. Boeren verbouwden het om zichzelf te voeden en als gedroogde chips op kleine schaal te verkopen. Het in 2002 opgerichte DADTCO ontwikkelde met de AMPU echter een manier om er een zes maanden houdbare cake van te maken waarvan onder meer meel, zetmeel, glucosesiroop, sorbitol (een ingrediënt van zoetstof, tandpasta en cosmetica), bio-ethanol (een biobrandstof) en dus ook bier kan worden gemaakt. Doordat drie maal zoveel cake als wortels in een truck passen, vermindert het ook transportkosten en is zo beter voor het milieu.

Het vertrouwen winnen van de veelal ongeletterde boeren blijkt echter een fikse uitdaging. 'Vertrekken we met de AMPU naar een volgende locatie, dan zijn boeren bang dat we nooit meer terugkomen', vertelt Hubert van Melick, directeur van DADTCO Mozambique die dit wantrouwen kan begrijpen. 'Heel wat bedrijven en ngo’s gingen ons met mooie beloftes voor, maar kwamen nooit meer terug.'

Het bedrijf stelt zich daarom zo transparant mogelijk richting de boeren op. Zo legt het hen duidelijk uit wat de AMPU is en wat er met hun cassave wordt gemaakt, krijgen de boeren direct contant betaald en wordt contractueel vastgelegd dat DADTCO gegarandeerd van een boer zal afnemen terwijl die helemaal zelf mag weten aan wie hij verkoopt. 'Zo willen we de boeren niet van ons afhankelijk maken', verklaart Van Melick die toegeeft dat deze constructie voor DADTCO soms ietwat frustrerend is. 'Soms train je boeren, geef je ze verbeterde cassave-stekken, waarna ze aan iemand anders verkopen.'

Niet voldoende ziektevrije cassavestekken

De boeren hebben echter veel last van ziektes, zoals de Cassava Brown Streak Disease, en zijn soms daardoor nog huiverig om op grote schaal cassave te gaan verbouwen. DADTCO en de Amerikaanse ngo IFDC werken daarom aan het verspreiden van verbeterde, ziektevrije, cassavestekken. Dit bleek echter niet eenvoudig. Doordat er nooit een commerciële markt voor cassave was geweest, waren er niet genoeg verbeterde stekken, die daarom speciaal moesten gaan worden geproduceerd door een commercieel bedrijf. 

De stekken worden nu verspreid onder door DADTCO en IFDC geselecteerde boeren die het daarop volgende jaar 40 procent van hun verbeterde stekken aan collega-boeren moeten geven. 'In door ziektes getroffen gebieden, weigeren boeren dit echter', vertelt Alexander Fernando, directeur IFDC Mozambique, die eraan toevoegt dat boeren in de toekomst voor de verbeterde stekken zullen moeten gaan betalen. 'Gratis uitdelen is nou eenmaal niet duurzaam.'

Moeite om het grotere commerciële plaatje te zien

Hoewel door DADTCO steeds meer boeren op grotere schaal cassave gaan verbouwen, verkopen heel wat van hen nog niet al hun cassave wortels aan het bedrijf maar houden een deel langer in de grond voor eigen voedsel en om er cassave chips van te maken en die te verkopen wanneer ze geld nodig hebben. 'Dat vinden wij prima, zit ook in onze boodschap, want ze moeten bovenal genoeg voedsel hebben', stelt Van Melick die echter het gevoel heeft dat sommige boeren moeite hebben om het grotere, commerciële plaatje te zien. 

'Ze klagen dat onze prijs te laag is, terwijl die boven de marktprijs ligt  en begrijpen onvoldoende dat gedroogde chips niet de oplossing zijn omdat er maar een hele kleine markt voor is terwijl ze aan ons enorme hoeveelheden cassave kunnen verkopen en zo veel meer kunnen verdienen', vertelt Van Melick. Bovendien kan DADTCO niet veel verder met de prijs omhoog omdat de cassave dan te duur zou worden in verhouding met de gerst die SAB Miller voor zijn andere bieren gebruikt, voegt de directeur van DADTCO Mozambique eraan toe.

Abilio’s opbrengst is omhoog geschoten 

De 54-jarige Abilio Nahura die twee jaar terug van IFDC verbeterde stekken heeft ontvangen, lijkt het principe van een commerciële boer wel te hebben begrepen. Zijn opbrengst is omhoog geschoten van twee naar dertig ton per hectare en hij heeft geen last meer van ziektes. Trots trekt de boer een cassaveplant uit de grond die veel grotere wortels heeft dan die van traditionele stekken. Van het extra geld heeft hij een golfplaten dak voor zijn huis gekocht en gaat hij extra land kopen en personeel inhuren. 

Toch is Nahura niet honderd procent gelukkig. Zo zegt hij zes maanden te hebben moeten wachten voordat DADTCO met zijn AMPU langskwam. De boer hoopt dan ook dat meer bedrijven cassave gaan afnemen omdat DADTCO volgens hem nu een monopolie positie inneemt. Van Melick ontkent dat er sprake is geweest van een vertraging en benadrukt dat het bedrijf juist zo duidelijk mogelijk met de boeren probeert te communiceren over wanneer ze waar met de AMPU naartoe komen. 'Maar we kunnen niet overal op hetzelfde moment zijn.'

Inmiddels heeft DADTCO in Mozambique twee AMPU’s waar in totaal 6000 boeren aan leveren. SAB Miller produceerde met de cake afgelopen jaar zo’n 250,000 hectoliter Impala bier wat dit jaar waarschijnlijk verdubbelt. Om een grotere afzetmarkt voor de boeren te creëren, zoekt DADTCO ondertussen naar een tweede afnemer. Ook in Ghana heeft DADTCO sinds kort een AMPU en Sab Miller produceert van de cake daar het Ghanese Eagle bier.

Tegenwerking van machtige tarwe-importeurs

In Nigeria, het grootste cassaveland van Afrika, waar DADTCO al sinds 2002 actief is en met de cake hoogwaardig cassavemeel produceert, heeft de Nederlandse onderneming veel meer moeite om een cassave-industrie van de grond te krijgen. 'We hebben hier geen gegarandeerde markt zoals met SAB Miller en worden tegengewerkt door machtige tarwe-importeurs', verklaart Suzanne Vlakveld, ketenmanager van DADTCO. 

Omdat tarwe door het klimaat nauwelijks in Afrika groeit zou het continent met cassave-meel veel minder afhankelijk kunnen worden van import. In Nigeria gevestigde importeurs uit Amerika, India en Griekenland proberen dit echter met man en macht te voorkomen. Gelukkig begint de Nigeriaanse regering in te zien dat het beter zou zijn niet jaarlijks voor 3,5 miljard euro aan tarwe te importeren, maar zelf cassavemeel te produceren. De regering bepaalde daarom onlangs dat in meel verplicht 10 procent cassavemeel moet zitten. Voor DADTCO opent zich hiermee weer een markt en het bedrijf produceert sinds kort in het land met twee fabrieken weer cassavemeel. Via zes AMPU’s leveren zo’n 12.000 boeren hieraan.

Cassave kroepoek, kruidenblokjes, sauzen en soepen

Ondertussen zoekt DADTCO naar nieuwe toepassingen voor cassave. Zo wil het bedrijf ook kroepoek gaan produceren, blijkt tien procent van het meel in brood te kunnen worden vervangen door cassavemeel, is het geschikt om glutenvrije producten van te maken en kan cassave zetmeel worden gebruikt in kruidenblokjes, sauzen en soepen. Ook heeft DADTCO plannen om uit te breiden naar Angola, Ivoorkust, Kameroen, Rwanda en Zambia. Vlakveld: 'We geloven dat cassave het gewas bij uitstek is dat in Afrika een groene revolutie zou kunnen ontketenen.'

2015 © CompassMedia

Mijn gekozen waardering € -

Andrea Dijkstra is freelance journalist en cultureel antropoloog. Met fotograafŒ Jeroen van Loon trekt ze sinds juni 2011 voor onbepaalde tijd per auto door Afrika, waar ze schrijft over de achtergronden van oorlog, corruptie en deŒ ontwikkelingssector en ook over opkomende economieen, jonge creatievelingen en haar persoonlijke ervaringen.