Choreograaf Ed Wubbe: “Ik probeer nog steeds bij de jonge garde te horen”

Dit jaar viert Ed Wubbe zijn 25-jarig jubileum als choreograaf en artistiek leider van het Scapino Ballet. In veel opzichten is de zestiger een jonge hond gebleven. Hij werkt 80 uur per week en werd zeven jaar geleden voor het eerst vader, met zijn 21 jaar jongere vrouw. “Ik ben een late beginner.”

Tegen de schenen schoppen

“De Wim Bary Perspektiefprijs is de eerste prijs die ik kreeg, in 1986. 29 was ik. Het markeert mijn begin als choreograaf. Ik had veel bravoure toen, flapte er heftige dingen uit. Het moest allemaal anders, vond ik. Je moet natuurlijk guts hebben als je een gezelschap als het Scapino Ballet wilt leiden. Maar het kwam pedant en gepeperd over. Ik heb jarenlang een hoop tegenstand gehad van de pers. Je had het Nederlands Danstheater en Het Nationale Ballet, en men vond dat Scapino in de marge moest blijven. ‘Leuk voor de jeugd’. Daar nam ik geen genoegen mee. Hoho, ík bepaal wat er gebeurt! Scapino was neoklassiek georiënteerd, een beetje braaf, en ik wilde spannende dingen doen. Met mijn eigenwijsheid trapte ik sommige eminences grises tegen de schenen.

Inmiddels ben ik dertig jaar verder, maar ik probeer in mijn manier van denken nog steeds bij de jonge garde te horen. Nu heb ik soms zelf met jonge mensen te maken van wie ik denk: hoho. Grote mond, eigenwijs, afzetten. Als ik choreografen vraag een stuk te maken, verwacht ik dat ze rekening houden met het belang van het gezelschap. Wij staan op de grote tonelen en willen een groot publiek bereiken. Een ballet mag experimenteel en avontuurlijk zijn, maar het moet toegankelijk blijven. Als een choreograaf op de millimeter gaat werken, heel abstract met piepknor muziek, dan wind ik me op. Dat vind ik dom.”

Eigenwijs
“Een album met foto’s uit 1976 is het enige dat rest van mijn jaren als danser. Negentien was ik. Als kind had ballet een magische aantrekkingskracht op mij. Maar vader werkte bij KLM, als vliegtuignavigator, moeder was thuis met mijn drie broers. Een ruimdenkend gezin, maar geen milieu waarin je als jongen op ballet kon. Mijn broers voetbalden allemaal. Ik was een dwars kind dat zich afzette en anders wilde zijn. Ik speelde in een beatbandje en zette achter de naaimachine zelf een jas in elkaar. ‘Eddie wil altijd wat anders,’ zeiden mijn broers. Eigenlijk zou ik bouwkunde gaan studeren. Een vriendin nam me mee naar Romeo en Julia van het Nationale Ballet, en daarna wilde ik danser worden. Ik was al achttien. Het viel me tegen hoe stijf ik bleef. Na de academie ging ik bij de junioren van het Nederlands Dans Theater. Maar ze vonden me technisch niet goed genoeg voor het grote gezelschap. Kan ik dan misschien een stuk maken? vroeg ik. Dat mocht, en ik vond het meteen leuk. Dans máken bleek mijn roeping.”

Lef
“Ik ben altijd gek geweest op geschiedenis en aardrijkskunde. De Bosatlas uit mijn middelbare schooltijd gebruik ik nog steeds. Ik hoef niet zo nodig door Nepal te trekken, ik heb vliegangst. Ik reis liever door te lezen. Vooral de VOC-tijd intrigeert me. Dorpsjongens van 22 die als kapitein van een schip naar Indië gingen met driehonderd man onder zich. Het lef dat die mensen toen hadden om zich in het onbekende te storten spreekt me ontzettend aan.”

Bezit beknot je vrijheid
“Twintig jaar geleden kocht ik een beeld van een Moors paard. Loodzwaar en prachtig. Het kostte 800 gulden, een heel maandloon. Ach, ik had kind nog kraai, ik kocht zoiets gewoon en zag wel hoe ik uitkwam met mijn geld. Ik voelde me nooit arm, maar ik had ook geen behoeftes. Om me heen zie ik veel mensen bezit najagen, een boot, een tweede huis…Mijn vrouw en ik hebben tijdens de crisis besloten dat we niks willen bezitten. Dat meer meer, hebben hebben, staat ons tegen. Als wij simpele dingen doen, zoals fietsen of wandelen, voelen we ons eigenlijk het best. Ons zeiljachtje hebben we verkocht. Ik voelde me er alleen maar schuldig bij, omdat ik er geen tijd meer voor had. We wonen in een flat omdat we geen tuin willen, ook al hebben we nu een kind. Bezit betekent zorg, verantwoordelijkheid, en moeten. Het beknot je vrijheid.”

Late beginner
“Mijn dochter werd geboren toen ik 53 was. Mijn vrouw Marlies doet de meeste zorgtaken, ik ben de stoeivader die met haar danst en verhalen verzint. Ik vind het geweldig dat ik dit nog heb mogen meemaken, maar ik werk tachtig uur per week, en ’s avonds ben ik kapot, haha. In 2012, na de laatste bezuinigingsronde, hing het voortbestaan van Scapino aan een zijden draadje. Het vechten tegen de Raad voor Cultuur en de politiek vrat me op. Mijn vrouw zei: ‘pas op, je bent midden vijftig, en we hebben een kind. Je kunt niet blijven doorsjezen en overal van wakker liggen.’ Nu houd ik de weekeinden vrij.
Iedereen denkt dat onze dochter een tweede leg is, maar dat is niet zo. Ik ben een late beginner. Marlies was 21 toen ze het gezelschap binnenkwam als danseres, vijftien jaar geleden. Pas na vijf jaar kregen we iets. Ik voelde aarzeling. Ik ben artistiek leider, en 21 jaar ouder, ik kan toch eh…moeilijk op elke danseres springen die ik aanneem? Ook voor haar is het altijd ingewikkeld geweest, in de kleedkamer met de anderen en met mij als baas. We hebben zelfs een keer besloten te stoppen omdat het teveel problemen gaf. Maar ze was te leuk. Fris en eigenwijs. Onze mountainbikes waren het eerste dat we samen kochten. Marlies is ontzettend fit. Ik dacht: ik moet wel even bijblijven, haha. Door ons leeftijdsverschil werd ik me nog bewuster dat ik gezonder moest leven. Ik stopte met roken, en ging biologisch eten. Twee keer per week doe ik bikramyoga, net als zij.”

Opwinding
“In deze rookstoel hebben mijn ouders voor het eerst gevreeën. Hij stond bij mijn oma, die daar altijd over gniffelde. Eerst zei ze: papa en mama hebben daar in gezeten, toen was het een kusje, en uiteindelijk: in deze stoel beminden zij elkaar. Het is een oude rookstoel, een mooi simpel ontwerp uit 1935.
Ik kom uit een warm gezin, maar we knuffelden nooit. Hooguit een beetje stoeien met mijn vader. Kil, vond mijn vrouw het. Maar zo ging dat in de jaren vijftig. Ik zeg nog steeds u tegen mijn vader.
Als kleuter zat ik op de nonnenschool en daarna op de broederschool. De sfeer was heel repressief. De havo was gemengd, en veel vrijer. Maar mijn leven in Amstelveen was erg keurig, verantwoord en beschermd. Toen ik naar de theaterschool ging kwam ik terecht in een compleet nieuwe, verwarrende omgeving met totaal andere codes. Een besloten wereld, heel gedisciplineerd, maar ook vrij, opwindend, en fysiek. Opeens moest ik gemengd douchen, wat een shock! Het waren de jaren zeventig natuurlijk. Ik moest even schakelen, jezus, in het begin geneerde ik me als ik die kleedkamer vol ballerina’s binnen kwam. Maar na een paar maanden voelde ik me helemaal thuis.”

Boomknuffelaar
“Een paar jaar voordat mijn moeder overleed, in 2002, kocht ik een roze steen voor haar. De kanker begon in haar longen, later zat het overal. Ik gaf haar die steen omdat ik hoopte…tja ik wilde alles proberen om te zorgen dat ze beter werd! Als ik in het bos loop knuffel ik bomen. Eerlijk waar! Daar maken we altijd geintjes over. Ik ben totaal nuchter, maar ik geloof echt dat een sinaasappel of een boom één brok gebalde energie is. Ik kom uit een katholiek gezin, maar mijn vader is daar al jong mee gekapt. Hij geloofde dat de natuur God is, en dat geloof ik ook. Die steen was ook bedoeld als symbolische aanmoediging: kom op! Mijn moeder reageerde nuchter, ze zei leuk jongen, maar ze hield hem echt niet de hele dag bij zich. Daar was ze totaal niet van, haha. Natuurlijk kon dat ding ook geen wonderen verrichten. Mijn moeder werd maar 69.”

Met de gordijnen open
“Mijn uitzicht thuis omvat alle iconen van Rotterdam. De Erasmusbrug, de hefbrug, Hotel New York, de SS Rotterdam en de Euromast. Fenomenaal. Prachtig licht. Rotterdam is mijn stad sinds 1981. Als kind woonde ik in een mooie groene buurt in het centrum van Amstelveen. Maar ik zou niet meer in een rijtjeshuis kunnen wonen, in een keurig straatje in de provincie. Wij zien onze buren nooit. Dat bevalt me. Wij doen nooit de gordijnen dicht.”

CV
Choreograaf Ed Wubbe (1957) groeide op in Amstelveen en begon na zijn opleiding aan de Scapino Balletacademie eerst een aantal jaar als danser. In 1993 werd hij artistiek directeur van het Scapino Ballet in Rotterdam, waarvoor hij een heel nieuw repertoire ontwierp. In 2017 viert hij zijn zilveren jubileum als artistiek directeur met verschillende balletten uit zijn oeuvre. Kijk voor de speellijst op www.scapinoballet.nl

 

 

Mijn gekozen waardering € -