Het was de eerste keer dat zij brak tijdens een rechtszaak die ze voor het OM moest vertalen. De tolk had een klik gekregen met de moeder van een van de overleden jongens, wiens slachtofferverklaring ze moest vertalen. Toen ze erachter kwam dat de twee vrienden nog een paar dagen dood in hun hotelkamer hadden gelegen, werd het haar te kwaad, vertelt ze achteraf. Ook omdat de moeder emotioneel werd tijdens het voorlezen.
Fataal
De rechter schorste de zaak tegen de zogenaamde coke-killer om die reden tien minuten. De ouders van de 21-jarige Bradley Price waren de enige familieleden in de rechtbank aanwezig, van de drie jonge mannen die in 2014 stierven, nadat zij in plaats van cocaïne, witte heroïne kregen geleverd van een straatdealer. Het was een middel dat hen niet lang na het gebruiken ervan fataal werd.
Het meest dramatische verhaal is dat van Bradley en zijn 20-jarige vriend Shaun Brotherston. Zijn moeder: ‘Het waren beste vrienden en we zagen geen kwaad in hun tripje naar Amsterdam, waar we zelf als jong stel nog een leuke tijd hadden gehad. Maar het is vandaag heel zwaar om terug te keren in de stad, waar zij nooit meer vandaan zijn gekomen. We nemen de stad Amsterdam niets kwaad, de mensen hebben hier steeds veel begrip gehad voor ons verdriet. Wel vragen we ons af hoe het kan dat zo’n zeldzaam en duur middel op straat kan worden verkocht, en waarom het nog zo lang heeft kunnen circuleren, nadat het was aangetroffen?’
Twijfel
Het was een van de vragen die ter sprake kwamen tijdens de zitting, en die de rechters voorlegden aan de 43-jarige verdachte, die sinds zijn aanhouding door het leven gaat als ‘de coke-killer’. Maar daar kwam in de loop van de dag wat twijfel bij om de hoek kijken. Flip S. kon namelijk niet worden gekoppeld aan de dodelijke gevallen in het gebruik van de witte heroïne, dat ervoor zorgde dat de slachtoffers buiten westen raakte, en hun ademhaling tot stilstand kwam. Sommige van hen raakten zelfs in coma. Uit het onderzoek van de politie kwamen geen overtuigende bewijzen naar voren dat S. de dodelijke doses had verkocht.
Gehuild
S. was in april 2015 wel zelf naar het politiebureau aan het Amsterdamse August Allebé gegaan, om zich aan te geven. Hij zou volgens de dienstdoende politieagent hebben gehuild, en het gehad hebben over dodelijke slachtoffers. Maar tijdens de rechtszitting vandaag ontkende S. dat zijn handelen daarmee wat te maken had. S. had de uitzending van Opsporing Verzocht gezien, waarin hij te zien was geweest, terwijl hij de witte heroïne verkocht aan drie Denen, in de buurt van het Leidseplein. De drie mannen hadden hun drugsavontuur maar net overleefd. S.: ‘Ik was daar heel erg van geschrokken. Mijn hart stond stil, toen ik hoorde dat het om dit middel ging. Het was niet mijn bedoeling geweest om die mensen pijn te doen.’
Al in oktober 2014 was de eerste dode gevallen in deze zaak. De 22-jarige Joel McDevitt was ’s nachts op straat gevonden, samen met een vriend, met witte korrels in hun neus. Nadat zij in het ziekenhuis waren opgenomen, ging McDevitt er ongezien vandoor. De politie vond hem weer terug, nadat het ziekenhuis alarm had geslagen. Maar het was te laat om hem nog te kunnen redden. Na de drie dodelijke incidenten, plaatste de gemeente Amsterdam maandenlang elektronische borden in de stad, om toeristen te waarschuwen tegen ‘extremely dangerous cocaïne’.
Laaiend
De rechter begreep vanmorgen niet waarom verdachte S. niet had willen meewerken aan het politieonderzoek naar de man die hij had genoemd als de verkoper van de drugs. In het Oosterpark had hij van een man met de bijnaam ‘rasta’ voor negentig euro drie gram coke gekocht, een dag voor hij het spul verkocht aan de Denen. Een gebruikelijke prijs voor coke, terwijl witte heroïne in de ‘exclusieve spuitscene’ voor meer wordt weggezet. S. had eerder gezegd laaiend te zijn geweest op de verkoper en zelfs op zoek naar hem te zijn geweest, maar hij weigerde daarop toch plotseling alle medewerking. De rechter snapte dat niet: ‘Medewerking aan het politieonderzoek had uw ‘ticket naar vrijheid’ kunnen zijn geweest, omdat u dan de schuldigen had kunnen aanwijzen. Snapt u dat u nu de verdenking op u laadt dat deze mijnheer ‘rasta’ misschien helemaal niet bestaat?’
Gepakt
Opvallend was dat S. in de periode dat er veel publiciteit was geweest over de dood van de toeristen werd aangehouden door de politie, en de agent vanuit het niets had gevraagd ‘of ze de verkoper van witte heroïne al hadden gepakt.’
De officier van justitie eiste in de rechtszaal 4 jaar cel tegen S., maar liet aanklachten wegens moord en doodslag vallen, vanwege het gebrek aan bewijs. Kopers van de drugs hadden S. op foto’s niet herkend, ook was er geen DNA van de verdachte gevonden op de zakjes met wit poeder die bij de slachtoffers waren aangetroffen. Wel bleek S. gisteren in de rechtszaal een litteken op zijn kaak te hebben, een detail dat een aantal getuigen wel hadden genoemd. Zij hadden ook aangegeven dat de verkoper een platte pet had gedragen, van het soort dat S. op had op de beelden waarop hij te zien was geweest. Maar zelfs uit de telefoon- en reisgegevens van de OV-kaart van S. kwam geen overtuigend bewijs naar voren gekomen voor zijn schuld. ‘Zoiets wil je niet op je kerfstok hebben’, had S. eerder gezegd tegen de rechter.