Het is paasvakantie en Amal komt een aantal dagen met Zita mee naar Nederland. Dus spreken we af met haar moeder Karolina, in mijn cafe in Kreuzberg, om de reis te bespreken.
‘Schrijf maar een boek over mij,’ zegt Karolina, als ze gaat zitten. ‘Mijn leven is interessanter dan de gemiddelde roman.’
Interessant is in elk geval dat ze als Duitse vrouw de hoofddoek draagt. En opmerkelijk is haar biografie op z’n minst. Karolina blijkt te zijn opgegroeid met een Palestijnse jongen, die later haar man werd. De oudere broer van die man is hertrouwd met Karolina’s moeder. Dus Amals oom is – even goed nadenken nu – tevens haar stiefopa.
Met haar Palestijnse man reisde Karolina in haar jeugd naar Libanon. Ze woonde destijds nog in Oost-Berlijn, de DDR dus. Eenvoudig was het helemaal niet om zo’n buitenlandse trip te maken. DDR-burgers mochten immers maar in beperkte mate naar het buitenland reizen.
In Libanon raakte ze verliefd op het land, de cultuur en vooral op de mensen. ‘In de familie ging iedereen zo warm en vriendelijk met elkaar om.’ Karolina besloot om moslima te worden en droeg vanaf toen de hoofddoek – wat haar in Oost-Berlijn op heel wat afkeurende blikken kwam te staan: ‘Maar dat kon me niets schelen’.
Inmiddels is het huwelijk stukgelopen. Haar man raakte werkloos en gedeprimeerd. Dat laatste is niet verwonderlijk als je zijn levensgeschiedenis kent. De man kreeg bijvoorbeeld geen toestemming om de begafenis van zijn vader te bezoeken in Egypte, waar de familie naartoe was getrokken. En omdat in Egypte wat betreft het familierecht de sharia geldt – waardoor de zussen in Egypte geen recht hadden op de erfenis – en alle broers in het buitenland verbleven, incasseerde de staat de complete erfenis: Karolina’s man en zijn broers waren er immers niet om er aanspraak op te maken. Karolina: ‘Hij voelt zich zo onrechtvaardig behandeld, door iedereen, zowel door moslims als door niet-moslims. Hij heeft gewoon nergens meer zin in en puf voor.’
Ongedurig
Maar Karolina is een echte Duitse en weet van aanpakken. Zij bouwde naast haar flat in de probleemwijk Neukölln met een Turkse collega een Kita op, een Kindertagesstätte, zoals de kinderopvang in Duitsland wordt genoemd. De omgekeerde wereld: een Duitse met een hoofddoek en een Turkse met een bos krullen. Verder bekommert zij zich om haar vijf kinderen, van wie de oudste met een Duitse man trouwde en in Dubai leeft. De middelste is een ‘9 november Kind’, geboren op de dag dat de Muur viel, en alleen om die reden kreeg de familie jarenlang in november geld van Volkswagen. En boven de twee kleintjes is Zita’s vriendin Amal van 15, die met ons naar Nederland rijdt, alle verhalen van haar moeder uit haar hoofd kent en een beetje ongedurig begint te worden.
Dan vertelt Karolina nog dat ze voor haar en haar vier inwonende kinderen een nieuwe woning zoekt omdat de verhuurder – kennelijk onder de indruk van alle verhalen over de boomende Berlijner woningmarkt – besloten heeft om de huur van 600 naar 2000 euro per maand te verhogen. ‘Ja, er is bij ons altijd wel iets aan de hand.’ En dan stappen we maar eens op.
De volgende dag rijden we naar Amsterdam. Zita en Amal achterin, de laptop op schoot. De Amsterdamse grachten, de musea, de Zaanse schans, Volendam, Friesland: ze moeten er aan geloven, die twee pubers die in Berlijn niks liever doen dan chatten op Facebook met vriendinnen over jongens, leraren en de nieuwste collectie bij Urban Outfitters.
‘Dat zijn interessante verhalen, die je moeder vertelde,’ zeg ik tegen Amal. ‘Ze zou het leuk vinden als ik over haar leven zou schrijven: multiculti in de DDR, zoiets.’
Amal knikt.
‘Weet je wat mij opvalt,’ zegt ze. ‘Dat onze familie helemaal niet zo uitzonderlijk is. Veel van mijn vriendinnen hebben dezelfde problemen: hun vader komt ook uit het buitenland, is ook werkloos en voelt zich ook niet meer thuis in Duitsland. Die herkennen mijn verhaal.’
‘Typisch Berlijn,’ zegt Zita, omdat ze iets wil zeggen, maar niet goed weet wat.
‘Ja,’ zegt Amal.
Dan zwijgen de twee weer, en kijken naar de film op hun laptop.
Meer lezen? Neem een abonnement!