We zitten in de woonkamer. Op tv loopt de zoveelste ‘Staffel’ van Germany’s Next Topmodel (GNTM) met de vreselijke Heidi Klum – over wie mijn dochter gelukkig ook graag lastert – en ik realiseer me dat Duits voor Zita haar eerste taal is geworden. Vandaar die vraag. Die ze niet echt begrijpt.
‘Waarom moet ik dat jammer vinden?’
‘Nou ja, je bent half-Nederlands, je halve familie woont er. Zo raar is die vraag toch niet?’
Mijn dochter kijkt op, ze blaast tegen haar nagels die ze tijdens het tv kijken, zie ik nu, groen heeft gelakt en schudt haar hoofd. ‘Uhuh, helemaal niet. Ik vind Amsterdam niks aan. Er gebeurt daar niets. Hier wel. Maar nu wil ik weer naar Heidi kijken.’
Ik probeer me in het brein van een 15-jarige te verplaatsen. Waarschijnlijk zijn er inderdaad maar weinig steden opwindender dan Berlijn om in op te groeien. Moskou is veel te druk en te duur geworden, Londen en Parijs zijn te ‘oud-Europa‘, Chinese steden zijn dynamisch, maar vies. Nou, dat is dan snel beslist: alleen New York kan tippen aan Berlijn.
GNTM is afgelopen en ik leg Zita mijn conclusie voor.
‘Misschien vinden jullie het interessant dat er in Berlijn telkens zo veel verandert.’ zeg ik. ‘Als je door de stad loopt, zie je elke dag weer iets nieuws.’
Maar kinderen blijken heel anders te denken. ‘In Amsterdam lopen alle kinderen op echte Uggs,’ zegt mijn dochter. ‘Weet je hoe duur die zijn? En de Nederlandse meisjes hebben allemaal lang blond haar in een staart. Dat is zo onorigineel. Daar kom je in Berlijn niet mee weg. Hier gaat het niet om welk merk je draagt, maar om hoe authentiek je er uit ziet. Dat vind ik leuk.’
James Dean
In Berlijn, valt mij vaak op, zien jongeren er inderdaad anders uit. Al op jonge leeftijd dragen jongens enorme kuiven, en ze scheren aan de zijkanten hun haar deels weg. En ze poseren met sigaret: James Dean, maar dan 2013. De meisjes lopen erbij alsof ze optreden in een shoot voor een modeblad met van die graatmagere, heroine-modellen: skinny, donker, het lange haar zo plat mogelijk gestijld. En ze praten en chatten urenlang met elkaar over hoe ingewikkeld het leven is en hoe het nou verder moet met de wereld. Wat seriositeit betreft, blijven de verschillende Duitse generaties wel heel erg hetzelfde.
Gelukkig is Zita minder bezig met het sombere lot van de wereld en meer met de vraag hoe zij er zo authentiek mogelijk uit kan zien. Wat haar best goed afgaat kennelijk. ‘Ik heb steeds meer volgers op Tumblr, die me volgen wegens mijn stijl, kinderen die ik soms helemaal niet ken’ zegt ze trots. ‘En op ask.fm werden me op ’t laatst zoveel vragen gesteld over mode, dat ik mijn account heb geblokkeerd. Ik raakte eraan verslaafd.’
‘Maar hoe kennen al die kinderen jou dan?’ vraag ik, want ik kom uit een ander tijdperk en ik kende tijdens mijn middelbare schooltijd alleen m’n medeleerlingen en de jongens van de voetbalvereniging
‘Gewoon, van de zomeravonden aan de Schlachtensee, van de Ku’damm, van feestjes, uit de stad.’
Dan opent zich een hele tiener-wereld. In Berlijn categoriseren kinderen zich volgens de scholen: Zita komt van het Robert-Blum-Gymnasium, ze heeft vriendinnen die zijn overgestapt naar het Sophie-Scholl, dat een betere reputatie heeft, maar ook op de Friedrich-Ebert-Oberschule heeft ze vrienden en als je op de Königin-Luise-Stiftung in Dahlem zit, een prive-school met internaat in het zuiden van de stad, dan zijn je ouders rijk. In de zomers ontmoeten die kinderen van de verschillende scholen elkaar aan de sfeervolle Schlachtensee aan de zuid-westelijke rand van de stad. Honderden zie je er op die avonden bijeen – allemaal hetzelfde uitgedost, dus zo origineel zijn die Berlijnse kinderen helemaal niet. Er ontstaan daar vriendschappen en de eerste verkeringen.
Als je zo opgroeit, met een leven dat zich door de hele stad afspeelt – ‘Waar je overal goedkoop kunt eten en naar cafés gaan en naar leuke films en bands,’ zegt Zita – waarom zou je dan in Amsterdam willen wonen, begrijp ik nu.
'Begrijp je het nu'?' vraagt Zita.
Bovendien heeft Berlijn nog iets, een raar limonademerk uit Rusland, de opvolger van het Sovjet-drankje Baikal, de Russische tegenhanger van Coca Cola: Wostok. Ingevoerd door een Nederlandse fotograaf uit Moskou, die in Berlijn is komen wonen. Razend populair onder Berlijnse jongeren, want ‘lekker origineel’.
Meer daarover een volgende keer.