Creativiteit – geeft voeding aan groei

Met een beetje creativiteit kom je een heel eind. Maar kunnen we ons daarmee uit de economische crisis brainstormen? Onder leiding van gasthoofdredacteur Martijn Meerman zoeken we het uit deze week.

Is die crisis nou nóg niet eens een keer afgelopen? We zitten onderhand toch al zes jaar te wachten tot ‘ie overwaait. Maar nee hoor: bedrijven vallen bij bosjes, hordes mensen zitten zonder werk en de huizenprijzen zakken verder en verder weg. Alstublieft Mark Rutte, doe er wat aan!

Maar dat is de verkeerde instelling, vindt onze gasthoofdredacteur Martijn Meerman. We moeten een schop onder onze kont hebben en niet staan staren tot de aandelenkoersen weer stijgen en de werkgelegenheid weer aantrekt. We moeten naar onze eigen omgeving kijken, mogelijkheden zoeken om met de crisis om te gaan, onze grijze massa laten werken en met gekke ideeën komen. De bestaande denkpatronen hebben hun kans gehad.

‘Creativiteit – geeft voeding aan groei’, daar gaan we het deze week over hebben. Wat levert creativiteit op? Kan iedereen eigenlijk creatief zijn? En als je het bent, hoe blijf je het dan?

“WE MOGEN DE TOEKOMST MEEMAKEN”

Tekst: Martijn Meerman / 11 jul – 15:00

Hij noemt zichzelf een “goed bedoelende, gepassioneerde amateur”, mislukte in het onderwijs, maar slaagde als internetondernemer. Altijd op weg naar ‘the next best thing online’: Boris Veldhuijzen van Zanten, de man achter het nieuwsplatform voor online ondernemerschap The Next Web.

Je hebt een niet alledaagse route afgelegd naar de ondernemer die je nu bent, kun je daar iets over vertellen?
“Het duurde vrij lang tot er werd geconstateerd dat ik dyslectisch was en dat ik slechte ogen had. Ik kon op school dus het bord niet lezen en ik kon het bord niet lezen. Dubbele pech. Na vele scholen te hebben geprobeerd ben ik op mijn vijftiende van school gegaan en heb ik me aangemeld op de circusschool. Daarna heb ik de kunstacademie in Enschede afgemaakt en daarna werd ik aangenomen op de prestigieuze Rijksakademie in Amsterdam. Vlak na die opleiding begon ik mijn eerste bedrijf. Het klinkt wellicht niet als de meest logische volgorde, maar het klopte wel allemaal. Op de circusschool is me ijzeren discipline bijgebracht en op de kunstacademie leerde ik anders naar de wereld tekijken. En dat ik op mijn vijftiende zelfstandig de beslissing nam voortaan mijn eigen weg te gaan, zou je het begin van mijn ondernemerschap kunnen noemen.”

Maakte die situatie dat je (meer) hulp kreeg of juist dat je meer op jezelf was aangewezen?
“Ik nam heel welbewust het besluit het voortaan zelf te doen, maar daarna heb ik altijd mensen om me heen verzameld waar ik van kon leren en die me inspireerden. Juist als je op jezelf bent aangewezen is het makkelijker om om je heen te kijken en te leren van anderen.”

IT in allerlei vormen was eigenlijk iets voor nerds. Waarom sprak het je aan toen je ging ondernemen?
“Zo heb ik het nooit gezien. De eerste computer die ik mocht aanraken was een Macintosh en daar werd vol bewondering over gesproken. Het was het begin van een revolutie en ik voelde die spanning en belofte direct aan.”

Daarna werd IT rock-‘n-roll. Was het toch het geld dat techneuten de status gaf van rocksterren?
“Ik had wel het gevoel dat ik een rol kon spelen in een wereld die beheerst werd door techneuten en geeks. Als creatieve ondernemers zag ik potentie en heb ik me er vol ingestort.”

Het thema van deze week is creativiteit. Vind je de keuzes die je hebt gemaakt/maakt een uiting van creativiteit?
“Oh zeker. Een van mijn ‘competitive edges’ is ongetwijfeld mijn creativiteit. Als ondernemer zie je nooit echt problemen, alleen aanleidingen om je creativiteit in te zetten. Waar je ook mee geconfronteerd wordt, je denkt altijd: ‘okay, wat is het worst case scenario?’, ‘de soep wordt nooit zo heet gegeten als hij wordt opgediend’ en daarna ‘hoe zou ik hier zelf baat bij kunnen hebben?’. Dat vergt een grote mate van creativiteit.”

Kijkend in jouw dagelijkse omgeving, zie je dan veel creativiteit?
“Mensen denken bij creativiteit aan een soort ‘creatief met kurk’-sfeer, maar het kan echt bijzonder inspirerend en verbluffend zijn als je ziet hoe ondernemers creatief met problemen en uitdagingen omgaan, nieuwe kansen zien door bestaande technieken of systemen te combineren, of iets zien wat al jaren zo is en zich dan realiseren dat het ook anders kan.”

Wat verbaast jou iedere dag?
“Het valt me vaak op dat mensen zich niet realiseren hoe snel de wereld verandert. Het internet is nog superjong en er staat nog zo veel te gebeuren. Hyves heeft Nederland veroverd, dat leek normaal, en is nu bijna verdwenen, en ook dat lijkt normaal. En hoeveel tijd is daar nu overheen gegaan? Enkele jaren? Hoe groot is de kans dat Facebook over vijf jaar nog bestaat? En Google? De kansen liggen nog voor het oprapen en de komende tien jaar worden spectaculairder dan de afgelopen tien jaar. En tien jaar geleden was Google net vijf, bestond Facebook nog maar net en waren Twitter en Foursquare nog niet eens geboren. Bedenk nu eens hoe we er over tien jaar voorstaan.”

Wat is jouw mening: ontstaat uit nieuwe techniek creativiteit of zorgt creativiteit juist voor nieuwe techniek?
“Beiden. Kunstenaars zijn altijd bezig met nieuwe technieken en vinden daar inspiratie. En natuurlijk moet je creatief zijn om naar bestaande onderdelen te kijken en daar nieuwe technologieën uit te laten ontstaan.”

The Next Web is een stuk verbreed, als zelfstandig platform, maar ook met spin?offs. Hoe start je zoiets?
“Er was een moment waarop we ons realiseerden dat we hoogstens altijd een jaar vooruit keken in onze plannen. Tijdens een diner probeerden we eens tien jaar voorruit te kijken, toen vijfentwintig jaar en uiteindelijke honderd jaar. Dat veranderde ons perspectief enorm en inmiddels zie je die invloed ook op het hele bedrijf. We zijn niet een startupje dat snel probeert te groeien op zoek naar een exit, maar een platform dat voldoende basis moet gaan geven om een spectaculair en onsterfelijk bedrijf op te laten groeien.”

Kun je de belangrijkste ingrediënten benoemen die verantwoordelijk zijn voor die energie?
“Het is heel belangrijk om als bedrijf een identiteit te hebben waar de mensen die er werken zich in herkennen. De ‘Next Web way’ eigenlijk. Dat zit hem in subtiele dingen, maar een voorbeeld was dat ik niet lang geleden een uitnodiging verstuurde waar op stond ‘vanaf 5 uur is er bier’. Ik werd er meteen op aangesproken, met een knipoog, dat we toch niet het type bedrijf zouden worden wat pas vanaf 5 uur bier had? Bij The Next Web hebben we geen regels om de regels, en als je iets kunt doen wat ons publiek verrast en wat onverwacht, maar niet onlogisch is, dan krijg je daar extra punten voor.”

Ben je zelf nog met andere nieuwe dingen bezig?
“Altijd. De wereld is spectaculair snel aan het veranderen. Het leuke is dat ik dat zie gebeuren en er ook een rol in mag spelen.”

Wie is de volgende Boris Veldhuijzen Van Zanten? Ben je die al tegengekomen?
“Ik kom regelmatig mensen tegen waarin ik dezelfde passie herken. Maar ik zou ook iedereen aansporen om zijn eigen pad te kiezen. Ik bewonder meerdere mensen, maar wil zeker niet iemand kopiëren. En ik hoop ook niet dat iemand mij zou willen kopiëren. Wel ben ik enorm blij dat ik nu leef en mag meemaken wat we nu allemaal meemaken. En dat is dan meteen ook het goede woord: we mogen de toekomst meemaken. Met de nadruk op maken.”

OOK IN HET NIEUWS VRIJDAG 18:30 Naar de rechter stappen wordt volgend jaar vijftien procent duurder. De aloude papieren bekeuring gaat verdwijnen. En antroposofen krijgen binnenkort mogelijk een oproep om zich te laten vaccineren tegen de mazelen.

“JE BENT NIET DE MARKETINGDIRECTEUR VAN EEN STAD”

Tekst: Martijn Meerman / 5 jul – 18:30

Emiel Kuijpers is citymarketeer en in die functie verantwoordelijk voor het promoten van Bergen op Zoom. Hij maakt van zijn werk een spel tussen creativiteit en samenwerking, zowel binnen als buiten het gemeentehuis. In 2012 won hij met zijn afdeling de Nationale Citymarketing Trofee. Maar hoe is dat? Het marketen van een stad?

Hoe heb je je citymarketing eigen gemaakt?
“Het leuke van het gegeven dat het een nieuwe tak van sport is, is de vrijheid om heel veel elementen vrij in te vullen. Iedere citymarketeer doet het toch weer net anders. Je hebt regelmatig contact met elkaar en de oplossingen van anderen kun je ook weer zelf gebruiken. Daarnaast is het goed een strakke focus te houden op wat voor jouw stad belangrijk is. Er is nog geen concreet verwachtingspatroon van wat er van je verwacht wordt.”

Er is nog geen citymarketingbijbel?
“Nee, je moet er echt zelf ingroeien en zelf uitvinden hoe je je eigen toegevoegde waarde zo groot mogelijk kan laten zijn voor de stad waarvoor je aan de slag bent.”

Er zijn toch wel een aantal marketingbasics waar je je aan moet houden? Of is merk je een groot verschil ten opzichte van je eerdere functies bij Holland Casino en De Efteling?
“Het grote verschil tussen wat ik nu doe en mijn voormalige functies is de veelzijdigheid van het vermarkten van een stad. Je hebt natuurlijk wel een specifieke focus, maar je kunt geen doelgroepen zomaar uitsluiten. Je kunt niet zo specifiek reclame gaan maken dat je bepaalde groepen niet de mogelijkheid geeft om van je stad te genieten. Er is in een stad vaak zoveel te doen, voor zoveel soorten mensen, daar kun je niet één boodschap over uitzenden.”

Het is eigenlijk veel meer een verbindende functie?
“Dat klopt. Je bent niet de marketingdirecteur van een stad met alles wat daarbinnen valt. Je moet samenwerken met iedereen die voor zijn winkel, evenement of monument verantwoordelijk is voor het bezoek. Het zijn allemaal elementen – misschien wel vijftig – die belangrijk zijn om aan mensen te laten zien. Als je dan aan het einde van het jaar moet evalueren, zijn het allemaal kleine stukjes, die bij elkaar het geheel maken.”

Hoe zorg je dan voor overzicht? Ook in je communicatie?
“Door toch te proberen om te focussen op bepaalde deelgebieden. De aandacht op te delen in een aantal hoofdgebieden. Als je te specifiek wordt, hou je het niet vol en word je boodschap te smal. Eigenlijk verzorg je de extra aandacht voor bepaalde kansen in een stad. Iedereen doet al wat hij doet en als er bijzondere kansen zijn, versterk je die juist. Dat moet dan zorgen voor synergie en daarmee extra veel bezoekers.”

Is het dan alleen korte termijn?
“Nee, zeker niet. Je legt op deelgebieden zoals wonen, werken en recreëren een langetermijnvisie vast. Daarvoor stel je ook je doelgroepen vast. En er zijn momenten en evenementen die je aan die lange termijn doelstellingen koppelt.”

Hoe creatief kan of mag je hierin zijn?
“De beste citymarketeers van het land zijn toch mensen die kunnen verbinden, faciliteren en enthousiasmeren . Natuurlijk hebben ze kennis van marketing, maar die drie elementen zijn het belangrijkste. Je bent in die rol ook adviseur en je kunt daarin dan creatief zijn in de oplossingen die je iemand aanbiedt. Het verschil zit hem alleen daarin dat iemand je advies niet hoeft aan te nemen. Dat moet je naast je neer kunnen leggen. Je bent niet de beslisser. Dat is bij een commercieel bedrijf anders, omdat je verantwoordelijk wordt gemaakt voor resultaat. Mijn baan kan niet afhankelijk zijn van de welwillendheid van iemand die als vrijwilliger ervoor wil zorgen dat een evenement succesvol is. Ik kan mijn belangen nooit één op één bij die ander neerleggen. Daarom is dat verbinden, faciliteren en enthousiasmeren zo belangrijk.”

Is het dan nog te meten in hoeverre je advies aan een succes bijdraagt?
“Het is bijna niet te doen. Ontwikkeling van creativiteit is al iets dat moeilijk vast te pakken is en als het allemaal zo opgedeeld is, is een specifiek succes op zo’n deelgebied bijna niet meetbaar. Dat is ook het gebied waarop je sterk in je schoenen moet staan in de vragen die je vanuit de interne organisatie krijgt. Je kunt in ieder geval aantonen wat je allemaal gedaan hebt en wat je daarmee hebt bereikt. En wat je dus zou hebben gemist als je het niet zou hebben gedaan. Je moet ook strategisch kunnen terugkijken en de juiste elementen eruit halen. Dat is binnen een bedrijf al moeilijk, laat staan in een stad. Dat is de uitdaging.”

Is een trofee winnen dan een soort bevestiging? Een bewijs dat je goed bezig bent?
“Ik zal nooit zeggen dat het winnen van zo’n trofee een doelstelling is, maar de erkenning die je er als stad en team mee krijgt is gewoon fijn. Inderdaad een soort bevestiging dat je goed bezig bent en dat is altijd fijn. Het is ook een trofee die niet zomaar wordt gegeven. De juryleden hebben bijvoorbeeld echt hun sporen verdiend en maken een grondige analyse van je werk, inclusief een presentatie. Het is geen flauwekul. De omgeving waarbinnen je werkt – collega’s en de politiek – begrijpen dat je ergens mee bezig bent dat bijdraagt. Het geeft de mensen die op hun beurt citymarketing mogelijk maken ook een goed gevoel.”

Heb je ook voorbeelden van iets waar je trots op bent in je werk?
“Jazeker. Toen ik hier net zat hebben we een guerrilla-actie bedacht. Dat is al iets wat binnen citymarketing eigenlijk nooit was gedaan. Het was een zogenaamd reisbureau dat we huisvesten in een andere stad op een A-locatie en waar we enkel reizen naar Bergen op Zoom verkochten: B-Reizen. Dat was een groot succes en het liet ook de flexibiliteit zien van een goed idee. De steden waar we het deden vonden het ook een sympathieke actie. Dat maakte het extra leuk. En we stuurden de mensen die een reis wilden boeken wel netjes door naar de VVV natuurlijk. We hadden geen doelstelling in het aantal reizen, haha. Het mooie was dat we met deze actie die trofee wonnen, maar ook dat we tactieken konden toepassen die uit het commerciële bedrijfsleven kwamen. Die blijken ook te werken voor het nieuwe vakgebied citymarketing. Alleen dat is al goed voor veel creativiteit.”

Wat doe je om je creativiteit aan te scherpen? Of om beter te worden in je vak?
“Dat is toch wel op de hoogte blijven van nieuwe technieken, maar soms komt er ook iets op je pad wat naast leerzaam ook nog heel leuk is. Laatst hebben we een workshop gevolgd met de naam Straatjutten, waarbij je leerde kijken als een kind die voor het eerst door een ruimte loopt. Bijzonder is dan, dat je gewoon weer opnieuw dingen leert zien. Erg leuk en leerzaam. Als je al niet creatief kunt zijn in je vak, dan zeker ook in de dingen die je kunt leren.”

OOK IN HET NIEUWS VRIJDAG 12:30 Drie medewerkers van Schiphol hebben maandenlang geld en elektronica gestolen van reizigers. Pakistan heeft besloten de doodstraf – die in 2009 werd verboden – weer in te voeren. En econoom Heleen Mees is weer op vrije voeten, nadat ze maandag werd opgepakt wegens stalking.

"WEG MET FAST FASHION!"

Tekst: Remco Slump / 5 jul – 12:15

In de modebranche heeft de economische crisis hard om zich heen geslagen. Consumenten houden de hand op de knip en als ze de portemonnee trekken is dat minder vaak en voor goedkopere kleding. Veel modewinkels zijn al omgevallen, maar een tijd lang leek het duurzame segment de dans te ontspringen. Eerlijke mode, dat was het toverwoord. Kleine, hippe merken als Kuyichi en Mud Jeans groeiden tegen de trend in en leken immuun voor alle misère.

Beide merken gingen echter alsnog kopje onder, Mud Jeans in april 2012. Mode-ondernemer Bert van Son kocht de failliete boedel en zette het merk in januari van dit jaar weer in de markt met een creatief nieuw bedrijfsmodel: Lease a Jeans. Oftewel: huur een spijkerbroek.

Instapbedrag
Het werkt als volgt: bij Mud Jeans kunnen mensen voor een jaar een broek huren. Ze betalen daarvoor een instapbedrag – een soort statiegeld – en een maandelijks bedrag van vijf euro. Daarna hebben ze drie opties: de broek terugsturen, de broek omruilen voor een nieuwe, of de broek nog vier maanden houden, waarna ze hem zo lang mogen dragen als ze willen. Als ze de broek willen omruilen dan krijgen ze het instapbedrag van twintig euro terug in de vorm van korting op de volgende broek.

Als de ingeleverde broek nog in goede staat is, wordt hij bij Mud Jeans gereinigd, eventueel gerepareerd en daarna weer verhuurd. Is de broek erg versleten, dan wordt de stof hergebruikt om nieuwe broeken te maken. Honderd procent recyclen gaat helaas niet. Hooguit de helft van de jeansvezels kan hergebruikt worden.

Echt duurzaam
“Ik heb altijd moeite gehad om dingen weg te gooien”, vertelt Bert van Son. “Bovendien heb ik dertig jaar in de mode gewerkt en gezien hoe ontzettend vies die industrie is. Het maken van katoen is een van de meest vervuilende productieprocessen ter wereld en er zijn nog steeds veel kledingfabrieken waar uiterst slecht wordt omgegaan met mensen. Daar wilde ik niet meer aan meedoen.”

Van Son is daarop gaan nadenken over de vraag hoe mode écht duurzaam kan worden. Hij wilde daarin verder gaan dan alleen maar werken met biologisch materialen, want dan zou Mud Jeans het zoveelste duurzame kledingmerk worden. “Hoe val je op?”, vroeg Van Son zich af. “En daarom ben ik gaan werken aan een concept waarbij we de spijkerbroeken recyclen. Weg met fast fashion!”

“Ik heb er lang over nagedacht wat een goed instapbedrag is”, gaat Van Son verder. “De broeken worden gemaakt van biologisch katoen en zouden ongeveer 150 euro moeten kosten, maar ik wilde dat per se onder de honderd euro houden. Daarom heb ik gekozen voor een instapbedrag van twintig euro, plus twaalf keer vijf euro per maand.” Van Son koopt er marktaandeel mee, geeft hij toe, want op deze manier verdient hij er nauwelijks aan.

Sympathiek
Van Son heeft tot nu toe alles zelf gefinancierd, maar om verder te groeien is hij aan het praten met investeerders. “Normaal gesproken is ons businessmodel waardeloos voor banken, met die vijf euro inkomsten per klant per maand, maar veel partijen vinden het sympathiek wat we doen. Ze vinden het interessant om hun naam aan ons te verbinden.”

Mud Jeans is dan ook niet alleen meer in Nederland actief, maar ook in België en Duitsland. Het bedrijf staat zelfs op het punt de oversteek te maken naar de Verenigde Staten. Van Sons droom? Uiteindelijk een miljoen huurcontracten afsluiten. En dan? “Ach, misschien kunnen we straks ook lakens gaan recyclen.”

PROBLEMEN OPLOSSEN OP EEN UNIEKE MANIER – CREATIVITEIT VOLGENS TANNER CHRISTENSEN

Tekst: Lotte Gerritsen / 4 jul – 16:30

Creativiteit, het is een mooi en veelgebruikt woord, maar wat bedoelen we er eigenlijk mee? Wat kun je met creativiteit bereiken? En hoe ga je ermee om als de inspiratie even niet wil komen?

Het zijn vragen die bij mij opkomen als ik denk aan de term ‘creativiteit’. In een Google-zoektocht naar de antwoorden stuitte ik op Tanner Christensen, een jonge Amerikaan uit Salt Lake City die zichzelf creativity expert noemt. Op zijn zestiende begon hij zijn eigen designbureau; tegenwoordig is hij marketing manager voor een groot bedrijf. Op zijn blog CreativeSomething.net schrijft hij dagelijks rondom het thema creativiteit en ook schreef hij het boek Think Unstuck, over honderd manieren om creatief te denken. Wat mij als journalist met name aanspreekt is zijn iPhone-app Prompts, die je helpt uit je writers block te komen.

Al met al leek Christensen mij een interessante persoonlijkheid. Gelukkig was hij zo vriendelijk om mijn prangende vragen over creativiteit te beantwoorden.

Creativiteit is een brede term, hoe zou jij het omschrijven?
“Creativiteit draait voor mij om originele gedachten. Een probleem of situatie tegenkomen en een unieke oplossing of benadering bedenken. Creativiteit draait om dingen ontdekken en actie ondernemen op een nieuwe manier. Mensen associëren creativiteit vaak met kunst of design, maar het gaat ook over het oplossen van dagelijkse problemen, zoals het herorganiseren van je kledingkast of een manier vinden om alle afwas in je vaatwasser te krijgen. Maar ook grotere dagelijkse problemen, zoals het voeden van de armen, vereisen creatieve oplossingen.”

Waarom is creativiteit belangrijk in het dagelijks leven?
“Iedereen maakt dagelijks gebruik van zijn creativiteit om problemen thuis of op het werk op te lossen. Het oplossen van deze kleine problemen op een unieke manier maakt onze levens interessanter en helpt ons de grotere problemen aan te pakken. We begrijpen pas hoe krachtig ons brein is als we nieuwe problemen en situaties tegenkomen waarvoor we oplossingen proberen te vinden.”

Maar je kunt toch niet altijd creatief zijn? Hoe ga je om met een gebrek aan inspiratie?
“Zelfs de grootste creatievelingen hebben momenten waarop zij geen inspiratie hebben. Ik had laatst een week waarin ik alleen maar tv wilde kijken en geen enkele drijfveer voelde om iets te creëren. Soms is het oké om dingen uit te stellen, door een goede film te kijken of een nieuw boek te lezen. Het is een goede manier om creativiteit aan te wakkeren. Je verwerkt nieuwe ervaringen en geeft je hersenen de tijd om achter de schermen door te werken. De beste oplossing voor een gebrek aan inspiratie is dan ook een pauze nemen. Soms kan een paar minuten al helpen. Probeer vervolgens gewoon door te gaan, ook al lijken je ideeën zinloos of kun je niet meteen de juiste woorden vinden.”

Je app Prompts lijkt ook te rusten op het principe om door te gaan met schrijven, ook al staat er niet gelijk op papier wat je in gedachten had.
“Bij een writers block weten we vaak niet wat de volgende stap is om verder te gaan. Misschien hebben we een eindresultaat in gedachten, maar wat we op dit moment moeten doen weten we niet goed. Je heb strategieën om zo’n block te doorbreken, waarvan Prompts gebruik maakt. Prompts geeft schrijvers een willekeurige beginzin, zodat je altijd een reden hebt om iets te schrijven. De app geeft ook creatieve suggesties tijdens het schrijfproces, zoals ‘Waar vond dit plaats?’ of ‘Heb je alle details genoemd’? Zo blijf je schrijven en dat is vaak precies wat je nodig hebt om uit je writers block te komen.”

“Een andere app die ik heb gemaakt is Oflow, die niet alleen schrijvers, maar alle creatievelingen op gang kan helpen. Van veel van de creatieve strategieën die gebruikt worden in deze app is wetenschappelijk bewezen dat ze mensen productiever en creatiever maken.”

Waarom ben je eigenlijk zo geïnteresseerd in creativiteit?
“Ik heb altijd een passie gehad voor creatief problemen oplossen. Een vriend van mijn vader had een designbedrijf. Toen ik hun werk zag dacht ik: deze mensen worden betaald om dingen te maken die er fantastisch uitzien. Toen besloot ik ook designer te worden. Toen ik 16 was begon ik mijn eerste freelance designstudio, waar ik logo’s en websites heb ontworpen voor bedrijven over de hele wereld. Pas toen ik voor een groot designbedrijf ging werken begon ik me af te vragen wat creatief zijn nou eigenlijk betekent. Zelfs de directeur van het bedrijf kon dat me niet vertellen. Toen besloot ik zelf onderzoek te doen naar wat het betekent om creatief te zijn en hoe het proces van creativiteit werkt. Mijn vondsten plaatst ik op CreativeSomething. Mijn blog helpt mensen nu al jaren op hun creatieve pad.”

OOK IN HET NIEUWS DONDERDAG 16:30 Hans Breukhoven wil een doorstart voor de failliete winkelketen Free Record Shop. De inflatie in ons land is gestegen naar 2,9 procent. En interim-president Adli Mohamed Mansour van Egypte heeft vandaag de eed afgelegd.

CREATIEF MET LEEGSTAND

Tekst: Ties Joosten / 4 jul – 15:45

Een week geleden rukte de vaderlandse pers uit naar het Hofplein in Rotterdam. Er was namelijk iets bijzonders aan de hand. Vierentwintig uur lang werd de Hofpoorttoren, het voormalige hoofdkantoor van Shell aan het Hofplein, door architectenbureau ZUS omgetoverd tot een verticale stad. Het kantoorgebouw, dat normaal gesproken voor tachtig procent leeg staat, was nu gevuld met een restaurant, een stadscamping, een rollerdisco, een verdieping gevuld met negen (!) journalistieke redacties, verschillende kunstgalerijen, een verdieping waar yogalessen gegeven werden, en meer. Het evenement trok meer dan vijfduizend bezoekers. Voor even was de ooit zo trotse Hofpoorttoren, sinds eind jaren ’90 door Shell verlaten, weer waardevol.

In Nederland staat momenteel zo’n negen miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg, zo’n zestien procent van het totaal. In Rotterdam alleen al staat 500.000 vierkante meter leeg, waarvan ongeveer 15.000 vierkante meter kantoorruimte in de Hofpoorttoren op een nieuwe bestemming wacht. Ondertussen gaat het slecht met de economie, krijgt het MKB nauwelijks nog kapitaalinjecties en kunnen startende ondernemers en zzp’ers een financiering helemaal vergeten.

Met een basiscursus economie in de achterzak zou je denken dat die startende ZZP’ers en worstelende MKB’ers voor een appel en een ei best een ruimte in de Hofpoorttoren zouden kunnen huren. Een appel en een ei is immers nog altijd meer dan helemaal niets, je zou een dief zijn van je eigen portemonnee en die kantoorruimte staat anders toch maar leeg te staan.

Maar zo werkt het dus niet.

In Nederland zorgen twee mechanismen er namelijk voor dat het voor vastgoedeigenaren gunstig kan zijn hun panden leeg te laten staan. Het eerste mechanisme heeft te maken met het verschil tussen de boekwaarde en de reële waarde van een pand. Sinds de vastgoedbubbel in 2008 begon leeg te lopen zijn veel kantoorpanden minder waard geworden. Vooral de waarde van panden die bij huurders nauwelijks nog in trek zijn, zoals kantoorpanden uit de jaren ’80 in de buurt van een snelweg, is hard onderuit gegaan. In de boeken van de vastgoedeigenaar vertegenwoordigen deze panden echter nog het bedrag waartegen ze een aantal jaar geleden zijn aangekocht en verbouwd. Als de vastgoedeigenaar nu dat pand zou verkopen zou hij dat verlies dus moeten inboeken, waardoor de waarde van zijn totale bedrijf ineens een stuk minder wordt. En dan gaan aandeelhouders en investeerders klagen. Lange tijd hebben vastgoedeigenaren daarom de kop in het zand gestoken, en de panden tegen de oude waarde in de boeken laten staan, in de hoop dat de markt toch weer zou aantrekken.

Het tweede mechanisme zit ingebakken in ons belastingstelsel. Als een vastgoedeigenaar een tijdlang geen huurder voor zijn pand kan vinden, mag hij de huurpenningen die hij daardoor misloopt als verlies opgeven bij de fiscus. Daardoor betaalt hij minder belasting. Mocht de eigenaar echter besluiten genoegen te nemen met een appel en een ei, dan loopt hij geen huurpenningen meer mis en vervalt die regeling. Hij heeft dan weliswaar een huurder voor zijn pand gevonden, maar een belastingvoordeel valt weg. Daardoor is het in veel gevallen rendabeler om een pand leeg te laten staan in de hoop dat er zich uiteindelijk toch een huurder meldt die de hoge huurprijs wil betalen, dan om het pand tegen een lagere huurprijs in de markt te zetten.

Een leegstaande wolkenkrabber aan het Hofplein, één van de bekendste straten van Rotterdam, is een smet op de stad. Dat duizenden Rotterdammers de toren kwamen bekijken bewijzen dat ook de stad een nieuwe bestemming voor de toren wenst. De tientallen ondernemers en vrijwilligers die 24 uur lang in de toren kantoor hielden bewijzen dat er potentiële huurders zijn. En architectenbureau ZUS bewijst dat op een creatieve manier met dit soort leegstand kan worden omgegaan.

OOK IN HET NIEUWS WOENSDAG 15:45 Er komt een onderzoek naar de rol van Nederlandse inlichtingendiensten in het PRISM-schandaal. De voormalig directeur van het Amsterdamse Slotervaartziekenhuis wordt beschuldigd van zelfverrijking. En de Belgische koning Albert maakt vanavond zijn aftreden bekend.

GEEN CREATIVITEIT ZONDER HEBZUCHT

Tekst: Victoria Broens / 3 jul – 15:15

In Frankrijk is al jaren een beweging actief die krimp van de economie propageert. In plaats van de economie zoals wij die kennen nieuw leven in te willen blazen, concentreert te beweging zich op een nieuwe, kleinere economie, waarin behoud van de aarde voorop staat. Deze beweging lijkt creatieve initiatieven in de hand te werken, maar miskent de drijvende kracht achter innovatie en creativiteit.

De beweging schaart zich onder de term decroissance en is op verschillende fronten actief. Er is een politieke partij en een onderzoeksinstituut opgericht. Voor ‘de tegenstander van groei’ bestaat al meer dan tien jaar het maandblad La decroissance’. Op de site valt te lezen dat de makers van het blad zich sterk maken voor een wereld waarin we met minder, beter kunnen leven en waarin het sociale en het ecologische verenigbaar zijn.  Aangezien de groei van onze economie gebaseerd is op exploitatie van eindige bronnen moeten we accepteren dat het kapitalistische model, dat gebaseerd is op constante groei, simpelweg onhoudbaar is. Het voorbestaan van de planeet is het nieuwe uitgangspunt, economische krimp is daar een voorwaarde voor.

L’ homme pervers
Toonaangevende namen hebben in de loop der tijd een levendig debat rond dit onderwerp gaande gehouden. Zo constateert psychiater Dominique Barbier in zijn essay La fabrique de l’homme pervers’ dat onderlinge menselijke verhoudingen steeds meer bepaald worden door utilistische principes. Mensen verkeren in een constante staat van behoefte zonder zelf ooit de vervulling van deze behoefte in zichzelf te zoeken. Ze hebben daar de ander voor nodig. Een opmerkelijke ontwikkeling die Barbier aanhaalt is een verschuiving in het aantal voorkomende psychiatrische aandoeningen, waarbij steeds minder gevallen voorkommen van fobie, hysterie en dwangstoornissen, en steeds meer gevallen van verslaving, boulimia, en depressie. Stoornissen die meer gericht zijn op het hebben dan op het zijn, en die naadloos passen in onze postmoderne consumptiemaatschappij, aldus Barbier. De psychiater ziet deze ontwikkeling door de crisis alleen maar verergeren. Aanhangers van de beweging verzetten zich tegen deze moderne, consumerende, behoeftige mens.

Hip
Beter leven met minder klinkt vanuit deze context op zijn minst interessant. De visie van La decroisance lijkt een extreem voorbeeld van wat Martijn Meerman betoogt: verder kijken dan de gewone conventies om ons zo uit de crisis te werken. Door ons niet te richten op groei, maar te zoeken naar manieren om met minder beter te kunnen leven, verandert het probleem en daarmee ook de oplossing fundamenteel. Het is niet erg dat exportcijfers dalen want als we de planeet willen beschermen móet de economie krimpen. Ondertussen kopen we onze meubels gewoon op Marktplaats.

De Nederlander is namelijk al lang bezig zijn consumptiepatroon te veranderen. Groen is hip, hergebruik is hip, delen is hip, do it yourself is hip, groentetuintjes zijn hip en breien is hip. Voorbeelden van creatieve initiatieven die passen binnen een kleinere en groener economie zijn er genoeg: naast Marktplaats zijn er sites waarop we onze grasmaaier ter beschikking kunnen stellen, huizen kunnen verhuren en banken als slaapplek kunnen aanbieden. Bezit wordt minder belangrijk dan gebruik, muziek streamen we en op auto’s abonneren we ons. In weerwil van politici die ons dwingend vragen méér uit te geven om de economie aan het draaien te krijgen, zoeken we manieren om minder uit te geven en toch nog leuk te leven. Een kleinere economie hoeft dus geen schrikbeeld te zijn: wij burgers kunnen stoppen met onze eindeloze en uitputtende jacht naar meer en in plaats daarvan simpeler en gelukkiger leven met minder. Of niet?

Biefstuk
Wat  mist in het anti-groei betoog is de manier waarop hebzucht en consumptiedrang – lelijke, basale, menselijke neigingen waar niemand trots op is – de mens wél dwingen tot innovatie, creativiteit en ondernemerschap. Dat is altijd zo geweest. De prehistorische mens had honger en bedacht gereedschap. Als biefstuk zich toen ook al kant en klaar aandiende, zaten we nu nog tevreden kauwend op een rots. Als Meerman stelt dat creativiteit ons kan helpen de crisis te overwinnen, stel ik dat hebzucht ons in staat stelt die creativiteit op te brengen. Wie iets wil, is vindingrijker en kordater dan iemand die niets hoeft. Die ambitie doet mensen voortbewegen, werken, ontwikkelen en ondernemen. De beweging van La decroisance doet ons terecht nadenken over slinkende, natuurlijke grondstoffen en onze niet afnemende vraag ernaar, maar moet daarnaast niet te veel moraliseren over de natuur van de mens. Hebzucht maakt ons creatief en zal ons helpen bij het herstel van de economie en het behoud van de planeet.

OOK IN HET NIEUWS WOENSDAG 12:00 Inwoners van de provincie Groningen zijn vannacht wederom opgeschrikt door een aardbeving. Edward Snowden zat niet in het vliegtuig van de Boliviaanse president Morales. En het Egyptische leger dreigt met een staatsgreep als president Morsi niet vandaag zijn functie neerlegt.

"CREATIVITEIT IS DE ZUURSTOF VOOR IDEEËN"

Tekst: Martijn Meerman / 3 jul – 11:30

Robbert Jansen kwam na een creatieve opleiding terecht in de Londense reclamewereld. Hij werkte er voor onder meer Levi’s, Choosy en Audi. Terug in Nederland belandde hij bij een aantal grote reclamebureaus en deed campagnes voor Heineken, Dommelsch, Robeco, Smart en het Holland Festival. Ook was hij betrokken bij de allereerste 'Al het goeie komt van Melkunie koeien'-campagne. Een gesprek met ‘ideapreneur’ Jansen over creativiteit.

U geeft trainingen in creativiteit. Is de eerste vraag die u dan aan mensen stelt: “Wat is eigenlijk creativiteit?”
“Het begrip creativiteit wordt – nu de economie slecht gaat – te pas en te onpas erbij gehaald, in de hoop antwoorden te vinden. Het is al zo erg dat men roept: ‘Creativity starts in the boardroom’. Men gaat een middagje op de hei zitten en de directeur zegt dan tegen Jan Jaap: ‘Nou jongen, je mag alles roepen wat je maar wilt hoor’. Zo werkt het natuurlijk niet. Om oplossingen te vinden voor bepaalde problemen is creativiteit een mooi hulpmiddel, maar je moet er wel mee weten om te gaan.”

Wat is het meest algemene antwoord op de vraag: “Wat is eigenlijk creativiteit?”
“Creativiteit is de zuurstof voor ideeën. Het onderscheid het goede idee van een slechte idee.”

Waar of wanneer kwam het moment dat u vond (of wellicht dat anderen vonden) dat u creativiteit moest gaan ‘onderwijzen’?
“Het viel mij op dat men vanuit de opdrachtgeverskant vroeg om opvallend, onderscheidend werk. Men vroeg eigenlijk om creativiteit, maar het werd mij steeds duidelijker dat degenen die om creativiteit vroegen geen flauw benul hadden van wat ze vroegen. Als je niet weet wat je vraagt zal er ook geen goed antwoord komen. Vandaar dat ik het idee heb opgevat om juist aan die zijde uit te leggen wat creativiteit is en wat het je kan opleveren.”

Waarom willen mensen eigenlijk specifiek les krijgen in creativiteit?
“Het is niet zo zeer les krijgen in creativiteit. Ik leg uit wat creativiteit je kan opleveren: naamsbekendheid, perceptieverandering en zelfs beroemdheid. En dat allemaal voor het financieel gewin, als je dat wenst. Daarnaast leg ik uit – door middel van zes tools – hoe je tot ideeën kunt komen. Een idee bedenk je niet, maar maak je.”

Zijn daar ook veel creatieven bij?
“Ik geef gastcolleges op de Hallo academie in Amsterdam, wat een opleiding is tot creatief denken. Daarnaast ben ik een online mentor voor de School of Communication Arts in London.”

Wat is creativiteit volgens u? Wat is uw ‘leer’?
"Ideas move nations, typefaces do not."

Is er verschil in de creativiteit van mensen vroeger en nu en hoe komt dat ?
“Nee. Creativiteit is tijdloos. Dat een idee oud aan kan doen, heeft te maken dat het in een tijdgeest past. Maar creativiteit op zich is van alle tijden en dat zal altijd zo blijven.”

Is creativiteit een soort levensbehoefte?
“De mens schijnt een behoefte te hebben om zichzelf, gedwongen of vrijwillig, altijd te willen onderscheiden of te vernieuwen.”

Waar is eigenlijk veel creativiteit nodig, zonder dat mensen dat beseffen?
“Op kleuterscholen en op basisscholen.”

Is creativiteit de oplossing om uit de huidige crisis te komen?
“Een van de oplossingen, zeker. Maar er zal eerst een besef moeten zijn en de wil om dingen los te laten.”

Waar gaat het binnen vijf jaar heen met creativiteit, volgens u?
“Dankzij het internet floreert creativiteit, de hele wereld geeft zijn ideeën bloot. Uit alle hoeken en gaten worden oplossingen aangebracht. Fantastisch.”

Wanneer wordt creativiteit een leerstoel op de universiteit?
“Ik ben beschikbaar, dus morgen?”

FEEDBEK Geen plezier meer in je werk? Wees eens creatief met wat je baan te bieden heeft. Niet altijd is ergens anders het gras groener! Kijk eerst eens hoe je je eigen gras weer groen kunt krijgen. Feedbek.nl is een blog/magazine over werkplezier, opgezet door Michael Dam, Raffaele Fiorini en Champal Gijzen. Onze gasthoofdredacteur Martijn Meerman vroeg ze een column te schrijven over hoe we in de toekomst omgaan met werk.

TERUGKIJKEN OP VIJFTIEN JAAR HERVORMINGEN

Tekst: Michael Dam / 2 jul – 15:00

Het is najaar 2028. Nederland komt bij van hele succesvolle Olympische Spelen. Het heeft ons land heel veel energie gegeven en de merken Amsterdam en Rotterdam en het predikaat ‘groenste Westerse natie van de wereld’ zijn inmiddels definitief doorgedrongen tot de rest van de wereld. Het was een hele operatie die Spelen, dat wel. Het heeft veel gevraagd van bedrijven, de politiek en de bevolking, maar het is het allemaal waard geweest. We hebben de wereld laten zien dat we als kleinste, dichtbevolkste land ter wereld in staat zijn iets indrukwekkends neer te zetten. We zijn in staat om onze twee grootste steden op innovatieve, maar vooral creatieve wijze wereldwijd op de kaart te zetten. De pracht en praal van onze hoofdstad en het ‘moving forward’ karakter van Rotterdam zijn echt een voorbeeld gebleken. Eindhoven doet ook mee, want het high techmerk van Europa timmerde al langer aan de weg. Knap toch van die Nederlanders. We staan er eigenlijk nooit bij stil. We zijn ook zo bescheiden, we zijn vooral gewend om hard te werken, om creatief met elkaar in cellen te werken en altijd te denken in kansen en dingen mogelijk te maken. We staan eigenlijk nooit ergens langer bij stil. Tijd om dat nu wel te doen en de afgelopen vijftien jaar de revue te laten passeren .

Kantelen
We hebben eigenlijk sinds 2014, na het vallen van het toenmalige kabinet Rutte, een geweldige ommekeer gemaakt. We zijn een ‘kantelland’ geworden, waarbij we duidelijk gekozen hebben voor de pijlers onderwijs, duurzaamheid, technologie en samenwerking. Pijlers die ons land de afgelopen jaren veel welvaart hebben gebracht, een extreem positief imago hebben opgeleverd, maar ook een voorbeeld zijn op het vlak van hoe je hier de dingen met elkaar regelt. Onze scholen behoren tot de beste in de wereld, we hebben ons zelf verrast met het feit dat we inmiddels voor vijftig procent groene energie gebruiken, ons design en technologische kennis is gewild op alle continenten en zestig procent van de hoogopgeleide professionals werkt inmiddels zelfstandig voor meerdere opdrachtgevers. En het mooie is dat veel van die zelfstandigen in kleine cellen samenwerken. Aan prachtige projecten, voor mooie merken, voor transparante, eerlijke bedrijven en instellingen. Het is eigenlijk best hard gegaan na de opeenvolgende crises vanaf 2008. Hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans zei het toen al heel treffend: “Deze stapeling van crises is een zegen. Crises vormen een ideale voedingsbodem voor transities.” En zo geschiedde.

Inhoud staat voorop
Wat is dat toch een genot om voor meerdere opdrachtgevers tegelijk te werken. Geen bemoeienis vanuit het management, geen nutteloze vergaderingen die beklemmen en vooral je agenda negatief beheersen, maar korte, inhoudelijke en efficiënt georganiseerde werkmeetings met gelijkgestemden die allemaal dezelfde route bewandelen. We werken harder, gemiddeld zo’n 45 uur per week. We delen het allemaal zelf in, kunnen zelf bepalen wanneer we aan dat rapport werken, spreken met elkaar af in gezellige cafés of in die überhippe werkplekken bij die mooie bedrijven. Het is allemaal snel gegaan na 2014. Inderdaad, dat beseffen we eigenlijk niet. Werknemers en zelfstandigen kunnen zich volledig richten op de inhoud van hun vak, zonder ballast van procedures, politieke spelletjes en egocentrisch gedrag. Natuurlijk zijn anno 2028 nog steeds niet alle organisaties om, maar die minderheid is al een tijdje bezig zich overbodig te maken. Professionals willen nu eenmaal niet meer werken voor zulke bedrijven.

Corporates doen mee
Natuurlijk hadden de grote corporates het toen lastig. Ze hadden crisiswoordvoerders in dienst die alle negatieve publiciteit ontkenden, alles wat krom was weer recht praatten. Ze zijn er niet meer, ook zij werken nu voor zichzelf en hoeven niet meer te jokkebrokken. Ze werken aan mooie communicatiecampagnes, internationale, creatieve campagnes die de wereld laten zien hoe goed we het hier doen en dat mag ook, daar is geen speld tussen te krijgen. Die grote AEX’ers en Midkappers zagen ook wel in dat er vennootschapsbelasting betaald moest worden en al die gekke ‘tax hubs’ op die paradijselijke eilanden zijn er nauwelijks meer, althans niet voor Nederlandse multinationals. Het is logisch om gewoon mee te doen, net zoals werknemers netjes hun inkomstenbelasting betalen en zelfstandigen keurig BTW afdragen. Ze zagen ook in dat hun directies veel mogen verdienen, maar dan alleen als ze bovenmatig klantvriendelijk zijn, hun werknemers doorontwikkelen tot de allerbeste in hun soort en zich netjes aan de (vaak simpele) regeltjes houden. We weten nu niet beter, maar vijftien jaar geleden (en de decennia daarvoor) was dit alles een hele opgave, want vele bestuurders waren er voor zichzelf, voor hun eigen portemonnee en die van de aandeelhouders natuurlijk. Goed toch, dat ze met z’n allen ook inzagen dat het anders moest, dat je om collectief verder te komen en concurrerender te worden je masker moet afzetten. Voor de professionals die daar werken, moet het een genot zijn om zo’n werkgever te hebben. Een baas die je coacht, die je beloont wanneer je dat verdient, die je opleidingen aanbiedt, die je zelfs korte stages laat lopen bij andere bedrijven om nog beter te worden, om meer ervaring op te doen. En het is de gewoonste zaak van de wereld dat je ook bij die vestiging aan de andere kant van de wereld in de keuken mag kijken. En het mooiste? Dat zijn toch die flexibele werktijden en de mogelijkheid om er af en toe met je gezin even tussenuit te gaan. Twee maandjes op vakantie, heerlijk.

Initiatief van de kleintjes
De motor van de economie. Zo wordt de midden- en kleinbedrijven ook wel genoemd, maar ze waren ook de initiatiefnemers van het kantelen van het toenmalig beleid, van die revolutie om de beste scholen te krijgen, om de ‘groensten’ van de wereld te worden, om de beste jongetjes en meisjes van de klas te worden, om vooral met elkaar samen te werken. Zij waren er eigenlijk al jaren mee bezig, de kleine start-ups met die inspirerende werkplekken, met die biologische kantines, met die flexibele werkhouding en met de juiste support voor het personeel. Blijven investeren in je personeel, de lange in plaats van de korte termijn, geen exorbitante bonussen voor de directeuren. Waarom ook eigenlijk? Van die 2,5 ton kun je toch prima leven? En die bonus van 50K is mooi meegenomen als je weer tot het beste bedrijf van Nederland bent gekozen door klanten. Dat geeft pas voldoening, populair zijn bij je klanten en personeel. Maar wat dacht je van die ZZP’ers met hun creatieve cellen, een marketeer die een financial vraagt om mee te denken met zijn businessidee en het dan samen in de markt zetten. Of die hele handige developer, die zijn technologische vondst succesvol heeft gelanceerd met een HR-strateeg. Prachtig die samenwerking met elkaar!

Overheid als facilitator
Regelgeving staat de mogelijkheid om dingen zelf op te lossen vaak in de weg. Met die gedachte pleitte Jan Rotmans ruim vijftien jaar geleden voor ‘een slimme faciliterende overheid’. Dit betekent dat de regering innovatieruimte creëert en belemmeringen aanpakt die transitie in de weg staan. Mensen moeten de mogelijkheid hebben om creatief te kunnen zijn op juridisch, organisatorisch, financieel en mentaal niveau. Dit is essentieel voor de ontwikkeling van een nieuwe, duurzame, decentrale samenleving. “Omdat mensen meer openstaan voor veranderingen in een crisis zijn de systeemcrises onze hoop op een duurzamere toekomst”, zei Rotmans toen al. En ook dit is, na de val van het kabinet in 2014, als een wervelwind ingezet. Knap van die kantelende groep politici, die toen het initiatief hebben genomen om het nu echt anders te doen en de partijpolitiek aan de kant te zetten. Dat geweldige ‘marketingplan’ dat ze in recordtempo geschreven hebben om Nederland concurrerender te maken, te positioneren als innovatief, flexibel duurzaam kennisland. Het heeft al met al drie jaar geduurd, maar er was sprake van een strakke regie, er was ruimte voor eerlijke, scherpe debatten en er was indrukwekkend veel daadkracht om uiteindelijk keuzes te maken. Dat moet ook wel als je een oude, centraal geleide, verticale, stroperige samenleving wil kantelen naar een frisse, flexibele, decentrale, maar vooral horizontale samenleving.

Werkplezier
Het heeft ons veel opgeleverd. We laten al tien jaar economische groei zien, we zijn volgens de OESO al acht jaar het meest gelukkige land en onze dertien universiteiten staan allemaal hoog in de rankings. Onze hoogopgeleide professionals zijn het visitekaartje voor ons land. Of het nu om duurzame technologie gaat die we exporteren, onze banken die een voorbeeldige rol als ondersteuner van ondernemers vervullen of het beloningsbeleid van bedrijven, dat volledig gebaseerd is op klant- en werknemerstevredenheid. Het geeft voldoening en trots op wat we bereikt hebben. De samenwerking tussen ZZP’ers, de coöperaties die zijn ontstaan, we moeten het nu overal in de wereld komen vertellen. De prijzen voor ons design waren er al, maar door de uitstekende PR van onze overheid, wil de hele wereld gezien worden met onze producten. We zijn koploper flexibel werken, we zijn kampioen langer doorwerken, onze bedrijven zijn koningen als het gaat om het creëren van werkplezier bij het personeel, voor zowel de mensen in loondienst als ook voor de vele zelfstandigen, die er samenwerken aan creatieve projecten. We zijn trots!

OOK IN HET NIEUWS DINSDAG 11:30 De Spaanse werkloosheid daalt in recordtempo. De oppositiepartijen CDA en D66 zijn faliekant tegen de terugkeer van de VUT. En volgens WikiLeaks heeft PRISM-klokkenluider Edward Snowden in bijna twintig landen asiel aangevraagd, waaronder Nederland, Duitsland, Noorwegen, Oostenrijk en Spanje.

"MAAK ZELF EENS WAT!"

Tekst: Martijn Meerman / 2 jul – 11:15

Martijn van Sonsbeek, de helft van het illustere creatieve duo Palma en Van Sonsbeek, zit al 35 jaar in het reclamevak. Kan hij het als ‘ouwe lul’ nog redden in een wereld beheerst door jonge honden? Zeker wel, want om zijn eigen woorden te gebruiken: creativiteit kan hij “maar moeilijk uitzetten”.

Had je een idool toen je begon?
“Toen ik begon niet. Mijn idolen waren kunstenaars: Andy Warhol, David Hockney en videoartiesten als Nam June Paik en Georg Baselitz. Het reclamevak rolde ik eigenlijk half bewust in. Maar feitelijk was Warhol een reclamekunstenaar. Dus die dan maar.”

Heb je nu nog iemand die je bijzonder vindt? Voor of in je beroep?
“Eigenlijk zijn dat nu nog steeds kunstenaars. Maar er is genoeg indrukwekkende of oogstrelende reclame gemaakt. Soms zo betekenisvol dat het ook kunst lijkt. Toegepaste kunst in ieder geval.”

Wat is volgens jou ‘creativiteit’?
“Haha, die vraag is me al zo vaak gesteld en meestal reageer ik met: ‘de meest individuele expressie van de meest individuele emotie’. Maar goed, het uit zich voornamelijk in rusteloosheid. Teisterende rusteloosheid. De wil om sporen na te laten. Zoiets. Niet passief recreëren, maar steeds zelf iets willen maken. Toen ik jong was luisterde iedereen popmuziek. Het ging daar ook steeds over. Ik had toen al wel een beetje iets van: maak zelf eens wat!”

Is creativiteit iets dat je je eigen hebt gemaakt? Of is het iets dat in je zat?
“In mijn geval zat het er denk ik al een beetje in. Mijn ouders waren beide jurist, maar mijn vader kan prachtig tekenen. Zomaar, vanzelf. Hij gaf ook lezingen over kunst. We werden thuis ook wel omringd door kunst en kunstenaars. En ja, eenmaal op het spoor, rijdt die trein wel door. Maar pas op, het was geen heilige roeping hoor. Ik was precies even gefascineerd door sport.”

Kun je creatiever zijn in een omgeving vol creatieve mensen? Of wakkert het alleen zijn de creativiteit aan?
“Het maakt wel iets uit. Tussen creatieven wordt de rusteloosheid bijna ondragelijk. Ik overdrijf, maar het houdt de kachel nogal op de hoogste stand. Mijn voorkeur is dan ook af en toe even niet, dat tussen creatieven. Ik heb jaren in stilte en isolement in een atelier geschilderd en geïllustreerd. Niks mis mee. Creatieve geesten zoeken elkaar toch wel op. In duistere drankgelegenheden bij voorkeur.”

Je bent ook creatief directeur geweest, onder andere bij Leo Burnett in Amsterdam. Hoe moeilijk is een creatieve visie van een bureau te managen?
A perfect amateur, I guess. Het overkwam me. Het managen van creatieven is zoiets als het hoeden van een vlucht zwaluwen. Het gaat alle kanten op en keihard ook. Kortom een uitermate begeerlijke topbaan!”

Wat zijn daar de moeilijkste specifieke elementen in?
“Verbinding maken tussen commerciële economie en toegepaste kunst, daar gaat het over. Ik vind dat interessant en leuk. Maar als je een al te gezwollen ego hebt, wordt dit wel een knap lastig baantje.”

Wat is het leuke eraan?
“Als het lukt.”

Je bent zelf de oudere tak van jullie creatieve team. Houdt Palma je jong van geest of doet het werk dat? Wat is het geheim?
“Onwaarschijnlijk leuk. We zijn beide artdirector en hoewel ik al een tijd copywriter ben, delen we wel een overeenkomstig gevoel voor wat we goed vinden en wat flauwekul. Smaak kun je het misschien noemen, maar belangrijker is het volgende: Palma begrijpt exact wat jonge mensen nú goed vinden. Wat werkt en niet werkt. Daar doen onze klanten hun voordeel mee, en ik ook. Ik heb altijd met jonge mensen gewerkt en dat is nu dus niet veel anders. Maar op een dag geven de jongelui me gegarandeerd een enorme schop onder m'n kont, hahaha.”

Is jullie samenwerking ook een bewijs dat leeftijd er dus eigenlijk niet toe doet als het gaat om creativiteit?
“Ik denk toch echt dat het succes van zo'n samenwerking situationeel gebonden is. Dus volslagen afhankelijk van diegenen die het betreft. Bovendien spelen er nog zoveel andere factoren, dat ik er in het algemeen niet veel zinnigs over kan zeggen.”

Wat zorgt ervoor dat je bij blijft – in het algemeen en op creatief gebied – als copywriter of deel van een reclameteam?
“Lezen, kijken, spreken, luisteren, leven. En voor een copywriter is de eerste in het rijtje bepaald niet van ondergeschikt belang.”

Digitalisering heeft voor veel creatieve beroepen de lat lager gelegd voor de ‘buitenwereld’. Het idee dat je bijvoorbeeld makkelijk een foto maakt, zorgt ervoor dat fotograven minder als vaklui worden gezien. Merk jij dat? Is jouw vak, copywriting, meer of minder een ambacht geworden binnen huidige opdrachten?
“Ja, dit speelt in specifieke situaties natuurlijk wel een rol. Vooreen foto ter grootte van een postzegel op het web gelden andere eisen dan voor een afbeelding over een volledige krantenpagina. Dat gaat dus over executie. Wat niet verandert, is dat het concept leidend blijft.”

Is daar ook creatief mee om te gaan?
“Feitelijk is overal creatief mee om te gaan. Echter de vraag die je jezelf bij elke verandering moet stellen is: vind ik het zelf nog leuk?”

Is door de mediacratie het misschien zo dat je ‘creatief moet doen’ om als creatieveling ‘erkend’ te worden? Zoals een rockster zichzelf profileert als enfant terrible of juist als ideale schoonzoon?
“Haha, leuke vraag. Ik heb over de jaren gemerkt dat de voorkeur vooral per opdrachtgever verschilt. Op prestaties heeft het volgens mij niet veel invloed. Daarom stuurde ik naar de één een rockster en naar de andere opdrachtgever zeg maar het saaie  neefje van de dorpsdrogist. Sommige drogistentypjes werden overigens beroemde creatieven, zoals Mondriaan bijvoorbeeld.”

Hoe zou een campagne voor Palma en Van Sonsbeek er eigenlijk uitzien?
“Oef, die opdracht moet je altijd uit handen geven.”

Is er pensioen voor Van Sonsbeek? Of zet je creativiteit eigenlijk nooit uit?
“Voorspellen is lastig, vooral als het de toekomst betreft. Zolang alles nog redelijk functioneert kan ik het maar moeilijk uitzetten en gaan we dus met overtuiging door. Of het podium tot in lengte van dagen de reclame is, weet ik niet. Er zijn zeker nog wat andere creatieve uitdagingen.”

OCCUPY DE CRISIS!

Tekst: Ties Joosten / 1 jul – 13:00

Tijdens de succesvol verlopen crowdfundingsactie van DNP hebben een aantal mensen met hun investering het gasthoofdredacteurschap van ons permablog verworven. Een week lang denken zij mee over het centrale thema en de invulling daarvan. De gasthoofdredacteur van deze week is Martijn Meerman.

Wat moet volgens jou deze week het onderwerp van het permablog zijn?
"Ik zou het graag hebben over de potentie van creativiteit als voeding van groei. Volgens mij gaan veel mensen namelijk helemaal verkeerd met de huidige crisis om. We kijken naar de economie in de hoop dat die weer aantrekt, we kijken naar de overheid in de hoop dat die onze problemen oplost, we kijken met angst en beven naar de financiële markten. We zouden echter veel meer moeten kijken naar onze eigen omgeving en de mogelijkheden die daar te vinden zijn. Groei volgt volgens mij hoofdzakelijk uit nieuwe antwoorden en denkpatronen met bestaande middelen. Daarvoor is creativiteit enorm belangrijk."

MARTIJN MEERMAN
Martijn Meerman (1975) is oprichter en eigenaar van zijn bedrijf Plushommes, dat zich heeft gespecialiseerd in het contact tussen bedrijven en hun klanten. Daarnaast werkt hij voor INQ Events & Management. Meerman groeide op op het Zeeuwse Tholen, maar woont inmiddels in Bergen op Zoom.   

Heb je het dan over economische en financiële groei?
"Niet alleen. Creativiteit leidt namelijk ook tot persoonlijke groei. Je vindt nieuwe manieren om je leven zinvoller en positiever in te richten. Daar wordt je een gelukkiger mens van. Daaruit volgt vanzelf een betere maatschappelijke situatie, ook economisch gezien.
Maar natuurlijk is economische groei ook belangrijk, mensen willen toch graag hun computertje en televisie kunnen blijven kopen. Het is daarom belangrijk dat mensen op een creatieve manier met de huidige economie omgaan. Occupy de crisis!"

Ja? Kan je daar voorbeelden van geven?
"Zeker. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat regio’s die een rijk cultureel leven kennen economisch beter presteren. Ik heb het dan niet over professionele theatergezelschappen en musea, maar veel meer over vrijwilligerstoneel, over fotografieclubs, of, zoals bij mij in de regio, carnaval.
Volgens mij kan een creatieve uitlaatklep mensen stimuleren om ook op een andere manier naar hun werk te kijken, om ook daar met creatieve oplossingen te komen. En als dat om één of andere reden niet kan, bijvoorbeeld omdat creativiteit in jouw bedrijf niet een heel grote rol speelt, dan kan een creatieve uitlaatklep je ook in je gezinsleven helpen om positiever in het leven te staan. Creativiteit helpt om met een open geest een situatie te bekijken en te zien welke mogelijkheden er zijn."

Leef je zelf ook volgens die regel? Hoe pas jij creativiteit en een open geest bijvoorbeeld in je eigen gezin toe?
"Het gaat erom dat je verder kijkt dan gegeven conventies. Eén zo’n conventie is bijvoorbeeld dat de man meer zou moeten verdienen dan de vrouw. Die gedachte kan je ook loslaten. Dan voer je niet langer een zinloze strijd waar je uiteindelijk ongelukkig van wordt.
In mijn eigen relatie heb ik geaccepteerd dat mijn vrouw meer kan verdienen dan ik. Daardoor haal ik meer voldoening en plezier uit zowel mijn als haar werk. Mensen moeten stoppen met kijken naar het groene gras bij de buren, ze moeten hun eigen gras eens groen zien te krijgen.
Een ander voorbeeld is de opvoeding van onze kinderen. Het is toch bizar dat de term ‘papadag’ daarvoor überhaupt bestaat? Volgens mij moet je de opvoeding van je kinderen gewoon met een open geest benaderen en kijken op welke manieren je die zorg zo goed mogelijk kan verdelen. Je houdt dan dus niet vast aan bestaande rolpatronen, maar probeert een werkbare oplossing voor een probleem te verzinnen. Een creatieve benadering helpt daarbij."

Acceptatie lijkt daarbij dus erg belangrijk. Je lijkt te accepteren dat je vrouw meer verdient dan jij, of dat jij even verantwoordelijk bent voor de opvoeding van jullie kinderen als je vrouw. Is acceptatie van een bepaalde situatie belangrijk bij creativiteit?
"Ja, tot op een zekere hoogte. Het gaat erom dat je een bepaalde situatie als gegeven accepteert, en dat je verder creatieve oplossingen verzint om met die situatie zo goed mogelijk om te gaan. Choose your battles, zeg maar."

Ken je ook bedrijven die een dergelijke benadering kiezen?
"Ik vond Marktplaats toen ze opgericht werden een briljante vorm van een creatieve benadering van een bepaalde situatie. Mensen gooien nu eenmaal af en toe dingen weg, willen iets nieuws. In plaats van daartegen te strijden, kozen ze ervoor om een systeem aan te bieden waarmee de kringloop gesloten konden worden. Hierdoor kregen spullen een tweede leven, wat goed is voor het milieu en de portemonnee van mensen. Ik geloof dat Marktplaats de hele mindset van Nederlanders omtrent tweedehands artikelen heeft helpen veranderen.
Maar ook DNP is een mooi voorbeeld. Jullie hebben je erbij neergelegd dat de tijd van papieren kranten voorbij is. Nu ontwikkelen jullie nieuwe systemen waarmee de journalistiek een toekomst wordt geboden. Dat is creatief."

Wat voor artikelen kunnen we de komende week verwachten?
"Ik verwacht een verhaal van Feedbek, over plezier hebben in je werk. Verder heb ik zelf een interview met ‘creativiteit professor’ Robbert Jansen, waarin hij beweert dat creativiteit in iedereen zit. Ook heb ik een gesprek met de winnende citymarketeer van 2012 Emiel Kuipers, over hoe creatief je moet zijn om een stad te profileren. Verder verwacht ik nog een aantal columns en opiniestukken van de permablogredactie.'

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie