Ten tijde van mijn gokverslaving werkte ik bij een bloemenveiling. Nu ben ik geen ochtendmens, maar de werktijden speelden mijn verslaving wel in de kaart (woordgrap, sorry). Vroeg beginnen (06.00 uur), maar daarentegen zat het werk er ook weer zo op (10.00 uur om en nabij). In de praktijk kwam het erop neer dat ik de rest van de dag reserveerde voor mijn verslaving. Ik zag het als het ware als een dubieuze metgezel. Een metgezel, die me in ieder geval nooit in de steek zou laten. Stond altijd voor me klaar. Of, altijd. Dat is niet helemaal waar. Er waren ook periodes dat ik mijn internetabonnement ‘vergat’ te betalen. Met als gevolg dat de provider mijn account blokkeerde. Niet handig voor een verslaving, die zich grotendeels online afspeelde. Ik woonde in die tijd bij mijn moeder. Zogenaamd om voor haar te zorgen. Tot op zekere hoogte was dat ook zo, want ik nam haar wel de dagelijkse huishoudelijk routine uit handen. Daar had ik tussen de bedrijven door nog wel tijd voor. De realiteit was dat ik geen cent bezat om op mezelf te wonen. Een situatie waar ik me, met terugwerkende kracht, nog steeds verschrikkelijk voor schaam. Destijds was ik de schaamte al voorbij. Dat is ook het vermaledijde aan een verslaving. Je wordt er als het ware een ander mens door. Zonder dat je het in de gaten hebt manipuleer je de boel. Gek genoeg heeft het mijn werk nooit in de weg gezeten. Ik bedacht me laatst dat dat waarschijnlijk kwam vanwege een verlangend gevoel. Als het werk klaar was, kon ik thuis mijn gang weer gaan. Op een uitzonderlijke manier werkt dat wel motiverend, waardoor ik vaak net dat stapje extra deed.
Het feit dat er halverwege mijn dienstverband een loonbeslag plaatsvond, deed me ter plekke ook niet zoveel. Of ik nu 500 of 700 Euro in de maand verdiende vond ik niet zo relevant. Ik zou het toch allemaal wel weer terugverdienen. ‘Ja, in je wildste dromen’, roep ik nu regelmatig tegen mijn onverschillige en manipulerende ik van die tijd. Of zoals een zus van mij, geheel terecht, toen tegen me zei: ‘je leidt een luizenleven!’ Spijker op de kop. Het roer is gelukkig al een paar jaar om. Het is confronterend om het te verwoorden. En vooral om het terug te lezen. Maar het moet. Niet alleen omdat er een therapeutische werking vanuit gaat. Maar ook ter verduidelijking. Het is een allesverzengende desastreuze verslaving. Daarom moet het onderwerp op de agenda blijven staan.
Dank voor uw aandacht. Doneren mag. Ik ga het zeker niet vergokken…:-)